Placeholder

Chantal: “Het was alsof ik door de bliksem werd getroffen”

Chantal heeft altijd in de ware geloofd, maar omdat ze die maar niet tegenkwam, trouwde ze met een ander. Acht jaar lang nam ze genoegen met minder, tot ze Mathhew ontmoette…

Chantal heeft altijd in de ware geloofd, maar omdat ze die maar niet tegenkwam, trouwde ze met een ander. Acht jaar lang nam ze genoegen met minder, tot ze Mathhew ontmoette…

“De avond voor mijn trouwen heb ik in paniek mijn beste vriendin opgebeld. ‘Moet ik het wel doen?’ vroeg ik haar. ‘Ik hou wel van Leon, maar hij ís hem niet, ik voel het gewoon!’ Mijn vriendin kwam direct naar me toe en zorgde ervoor dat ik weer tot mezelf kwam. En de volgende dag stond ik keurig voor de ambtenaar van de burgerlijke stand, zoals gepland. Met Leon, met wie ik al vier jaar samen was. Met wie ik het goed had, beter dan met wie dan ook. En toch, toch miste er iets.

Ik heb het altijd geweten en die avond voor mijn huwelijk speelden mijn twijfels hoog op. Als jong meisje was ik erg romantisch van aard. Ik geloofde in de grote, ware liefde, met wie ik helemaal kon versmelten. Met wie ik samen woeste zeeën durfde te bevaren, want zolang we samen waren, zou alles goed zijn. Hoeveel ik ook om Leon gaf, zo sterk als in mijn vroegere fantasie voelde ik me met hem niet verbonden. Maar een huwelijk leek logisch na vier jaar samen, en ik moest toegeven: ik was al dertig en ‘die ene overdonderende liefde’ was ik nooit tegengekomen. Dat was vast een sprookje, meer niet, sprookjes zijn nu eenmaal geen werkelijkheid.

Acht jaar heb ik geloofd dat ik er goed aan had gedaan om te trouwen. Leon en ik hadden een harmonieuze relatie, kregen vlot twee kinderen. Hoewel het kleine meisje in mij zich af en toe eenzaam bleef voelen, was ik als volwassen vrouw tevreden met mijn keuze. Tot ik een cursus Engels ging volgen. Bij de eerste les ging ik zitten, pakte wat spullen uit mijn tas en toen ik opkeek was het alsof ik door de bliksem getroffen werd. Er stond een man voor de groep met wie ik totaal uit het niets een heel hechte verbintenis voelde. Ik werd knalrood en zag dat hij ook kleurde. De les is totaal aan mij voorbij gegaan, ik kon alleen maar staren naar hem, naar Matthew.

Na afloop bleef ik treuzelen en alsof het vanzelfsprekend was, gingen we samen wat drinken. Tijdens ons gesprek werd het voor mij helemaal zeker: Matthew was de man naar wie ik onbewust altijd had verlangd. Grappig genoeg bleek hij net zo oud als ik, op de dag af. Ook hij had genoegen genomen met een relatie die ‘wel oké' was, maar binnen no time wisten wij dat wij samen verder wilden.

Het is een drama geworden: Leon, mijn familie, de kinderen, niemand begreep dat ik zo onverwacht een heel andere richting uit wilde. Alleen mijn vriendin. ‘Matthew is het wél,’ vertelde ik haar. We zijn nu vier jaar verder en hoewel het eerste jaar door externe omstandigheden heel erg moeilijk is geweest, heb ik nooit een moment spijt gehad. Matthew is mijn soulmate. Aan hem heb ik genoeg. Met hem durf ik de hele wereld over, op blote voeten als het zou moeten. En ik geloof: als jong meisje wist ik al van zijn bestaan. Achtendertig jaar heb ik moeten wachten op onze ontmoeting, maar hij was het wachten waard.”

Tekst: Lydia van der Weide