Placeholder

Prachtige wereld

De wereld lijkt zo mooi, maar het internet drukt Stefanie met haar neus op de feiten.

De wereld lijkt zo mooi, maar het internet drukt Stefanie met haar neus op de feiten.

Voordat ik aan de slag ga, kijk ik op Facebook. Eer ik verder kan scrollen, staat er een mishandelde hond op mijn netvlies. Kort geleden ging het ook zo met het beeld van een baby met brandwonden. Ik kan deze woorden zelfs niet typen zonder pijn te voelen. De gruwel van de teruggevonden broertjes uit Zeist is zeker te groot om in een nederig blog te omschrijven.

Ik sluit alle internetgerelateerde pagina’s en start een veelbelovende witte Word pagina.
Als ik lekker bezig ben, komt Deborah binnen. Ze werpt een blik op mijn laptop en zegt:
‘Heb je dat van die hond gezien?’
Nee, niet weer!

Begrijpelijk dat Deborah die narigheid wil delen. Ik wil mijn ogen niet sluiten voor het absurde onrecht en ook niet voor alle overige ellende of gevoelens van onbehagen.

Ik merk dat mijn (bijna) jong volwassen kinderen zich ook niet altijd happy voelen. Zo dichtbij is het soms nog moeilijker om pijnlijke gevoelens toe te laten.
Het is gemakkelijker om maandelijks € 6 aan SOS Kinderdorpen te doneren voor arme weeskinderen en voor een gevoel van weldoening. Al zijn mijn kinderen voor mij het belangrijkste.

Adriana heb ik heel bewust gekregen. Ik wil haar kennis laten maken met de prachtige wereld.

Ondanks alle misère, weiger ik mijn ogen te sluiten voor de mooie aarde.
Ik zoek de balans tussen open staan voor leed en het ervaren van geluk.

In de namiddag maak ik een fietstochtje met Adriana. De schelpjes op het heuvelachtige Drafbaanpad knisperen onder de banden. We fietsen langs een vijver en langs frisse, jonge boompjes. Het hoge gras bevat tal van pinksterbloemen en pluizige, uitgebloeide paardenbloemen.
Op een houten bruggetje blijf ik staan.
‘Kijk Adriana, kuikentjes!’
Het zijn niet zomaar kuikentjes, maar meerkoetkuikentjes.
De jongen blijven dichtbij het riet. Hun ouders duiken beurtelings onder water. Met lekkere hapjes komen ze weer boven. Liefdevol vullen vader en moeder de snaveltjes van hun kroost.
Adriana kijkt gebiologeerd naar het gezinnetje. Er stroomt geluk door mijn aderen en ik weet zeker dat het ook door Adriana’s adertjes stroomt. Daarom heb ik haar op de wereld gezet!

Ik zoek de meerkoet op internet op.
Dat een paartje samen voor hun jongen zorgt, weet ik intussen al.
‘Er overleeft slechts een enkel jong of zelfs geen één, omdat de jongen een gewilde prooi zijn voor reigers en meeuwen.’
O nee, die kleine meerkoetjes! De natuur is ook al zo wreed.