Placeholder

Alexandra: “Zelf zag ik het niet als stalken”

Alexandra’s verliefdheid wordt een obsessie als ze erachter komt dat Giovanni er veel meer vrouwen op na houdt.

Alexandra’s verliefdheid wordt een obsessie als ze erachter komt dat Giovanni er veel meer vrouwen op na houdt.

Alexandra (27): “Mijn relatie met Giovanni heeft mij zo uit mijn evenwicht gebracht dat ik vier maanden ben opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis. Misschien zou dat vroeg of laat ook wel gebeurd zijn als ik hem niet was tegengekomen, want de aanleg voor manisch-depressiviteit had ik al. Maar door Giovanni is wel alles in een stroomversnelling geraakt.

Giovanni: knap, stoer, een echte macho. Dat hij op mij viel streelde mijn ego. Ik zie er best leuk uit, maar mooi ben ik niet. Opvallend zeker niet. Dat zo’n flamboyant type op míj zou kunnen vallen, dat had ik nooit kunnen denken.

Na twee maanden ontdekte ik dat hij nog een vriendin had en daar was ik helemaal kapot van. Maar al snel realiseerde ik me dat dit de prijs was die ik voor zo’n mooie man moest betalen. Zo iemand heb je nooit alleen. Ik dacht: als ik maar een beetje liefde van hem krijg, dan is het wel goed.

Zijn andere vriendin had hij al acht jaar. Hij bekende mij dat hij haar regelmatig had bedrogen. Daardoor voelde ik mij de sterkste en kon ik er wel mee leven. Tot ik ontdekte dat zij trouwplannen hadden. Dat deed verschrikkelijk veel pijn. Ik had daarvoor het idee gehad dat ik ooit wel nummer één voor hem zou worden, maar dit was wel heel definitief. Toen hij me kort daarna ook nog vertelde dat we elkaar na hun trouwen maar beter niet meer kon zien – hij vond het tijd voor een frisse start – was dat meer dan ik kon verdragen.

Ik sliep niet meer. Ik was voortdurend plannen aan het smeden hoe ik hem van haar kon afpakken. Hoe meer de trouwdag naderde, hoe meer gekke dingen ik begon te doen. Ik achtervolgde haar om te zien wie ze was. Hoe haar leven was. Ik wilde alles van mijn concurrente weten. Andere afspraken liet in het honderd lopen om haar maar in de gaten te kunnen blijven houden. Giovanni liet ik ook niet met rust. Ik ging hem thuis bellen, bleef wachten voor zijn deur, overviel hem op zijn werk… Stalken, dus. Zelf zag ik het niet zo. Ik wilde gewoon duidelijkheid. Die had ik natuurlijk al, maar dat zag ik niet. Uiteindelijk heb ik haar gebeld. Ik wist zo zeker dat ik zou gaan winnen, dat ik dacht: ik vertel het haar gewoon.

Maar zij bleek er al vanaf te weten. Ze wist dat hij veel vaker vreemdging, maar dat accepteerde ze. Ze wist zelfs dat hij buiten mij nog meer vriendinnen had! Toen is mijn wereld ingestort. Ik raakte het contact met de werkelijkheid kwijt en niet veel later ben ik opgenomen. Door eindeloos veel gesprekken, en ook door het slikken van medicijnen, heb ik mezelf weer teruggevonden. Toen ik over mijn verliefdheid heen was, zag ik pas wat voor Don Guan Giovanni altijd was. Ik snap niet dat ik mezelf zo heb verloren in mijn gevoelens voor hem. Wat heel erg bijzonder is, is dat Giovanni’s vrouw mij een aantal is komen opzoeken in de instelling waar ik verbleef. Ontzettend lief. Van Giovanni zelf heb ik nooit meer iets gehoord.”

Tekst: Lydia van der Weide