Van de kaart
13 september 2013
Nu Christianne uit huis is, roept het versturen van een simpel kaartje ineens vragen op.
Nu Christianne uit huis is, roept het versturen van een simpel kaartje ineens vragen op.
Dirk pakt op creatieve wijze het cadeau voor mijn zwager in. Dit keer schrijft hij het bijbehorende kaartje ook. Dat doe ik meestal. Nu hoef ik mijn naam er niet eens op te zetten. Dat heeft hij al gedaan.
‘Zet je Christianne er niet bij?’ vraag ik.
‘Die woont hier toch niet meer.’
Ik schrijf nog steeds ‘Christianne’ op kaartjes.
Op de kaarten van mijn nicht, ook een fervent kaartenschrijfster, heb ik het al zien gebeuren. In de loop der jaren verdwenen stuk voor stuk de namen van haar kinderen van verjaardagskaartjes, totdat alleen haar naam en die van haar man overbleven.
Het zal wel volgens de etiketten zijn en er zit logica in. Een kind dat op zichzelf woont, kan ook zelfstandig een kaartje versturen. Ik zou bovendien aan Christianne moeten vragen of haar naam er wel op mag. Maar ja, als dat al die thuiswonende jaren gewoon mocht, waarom zou ze er dan nu ineens een probleem van maken?
Het doet pijn als ik eraan denk om de naam van mijn oudste dochter niet op een kaartje te zetten. Ze hoort er toch nog steeds bij? Een overledene wordt zelfs op kaartjes genoemd, keurig met een kruisje erachter.
Er zou ook een tekentje moeten bestaan die achter de naam van een uitgevlogen kind gezet kan worden. Geen triest symbool, zoals een kruisje, maar iets vrolijks: een plunjezak, een zwaaiend handje of een poppetje met vleugels.
Dirk haalt zijn schouders op over mijn redenering en zet de laatste hand aan het cadeau.
Als de dochter van mijn vriendin jarig is en ik een kaartje wil opsturen, besluit ik Christianne er niet meer op te zetten. Misschien is het inderdaad vreemd om dat te blijven doen.
De enorme leegte op de kaart valt me direct op, ook al blijven er nog zes namen over. Ik zou de naam van de kat erbij kunnen zetten, maar die kan de specifieke leegte niet opvullen.
Een beetje verdrietig stop ik de kaart vast in mijn tas, maar voordat ik de deur uit ga, haal ik haar er weer uit. Een ogenblik staar ik naar de namen die erop staan. Dan pak ik een pen en schrijf op mijn allernetst: Christianne.