Patricia: ‘Ik ben stikjaloers op mijn tweelingzus’

Patricia (28) deelt een appartement met haar tweelingzus Jolanda. Maar dat ze zich tot haar zus veroordeeld voelt, durft ze tegen niemand te zeggen. “Beste vriendinnen? Je moest eens weten! Ons leven lang wedijveren we al met elkaar: wie is de leukste en de liefste?”

‘Mislukte bob’

Patricia: “Zijn jullie een tweeling? Die vraag, gepaard met een enorm verbaasd gezicht, horen mijn zus Jolanda en ik bijna dagelijks als we samen zijn. Niet eens zozeer omdat wij, als twee-eiige tweeling, niet volkomen identiek zijn, maar omdat er een kilo of 25 verschil zit tussen haar en mij. Jolanda heeft maatje 36 en ik heb een flinke maat 48. Bovendien heeft zij prachtige lange, blonde krullen, waar mijn kapsel zich het beste laat omschrijven als een ‘mislukte bob in een doorsnee peperen zoutkleur’.’’

Alles op een weegschaaltje

“Mensen verwachten blijkbaar dat je als tweeling dezelfde maat en verhoudingen hebt. Maar er is nog een ander hardnekkig vooroordeel: dat we dan wel ‘beste vriendinnen’ zullen zijn. ‘O, dat wilde ik vroeger ook, een tweelingzus’, hoor ik standaard. ‘Zo gezellig, altijd je beste maatje om je heen.’ Ik knik dan wel en lach wat, maar denk intussen: je moest eens weten! Als ik terugdenk aan mijn jeugd, denk ik eigenlijk alleen aan onze ruzies. Jolanda en ik gingen constant de strijd met elkaar en onze ouders aan. We wedijverden met elkaar: wie was de leukste en de liefste? Altijd bang dat de ander net meer aandacht en knuffels kreeg van onze moeder of vader. Natuurlijk waren er ook momenten waarop het fijn was dat je altijd iemand bij je had, op vakantie in Frankrijk of op zondag als we de hele dag bij familie zaten, zonder andere kinderen. Maar toch, ook daarover komen bij mij nare herinneringen naar boven van woordenwisselingen en pesterijen. Als we weer eens streden om die ene favoriete barbiepop of dat rode bord waarvan we op de camping allebei wilden eten…

Jolanda en ik zaten na de kleuterschool bewust niet meer in één klas. Mijn moeder wilde dat we wat losser van elkaar zouden komen en ieder onze eigen vriendinnen zouden krijgen. Dat lukte wel, maar als er dan een vriendin van mij kwam spelen, moest Jolanda ook meedoen of maakte ze ruzie omdat zij alleen was. Andersom deed ik dat ook bij haar als er een vriendinnetje van haar kwam spelen. Na een paar keer wilden vriendinnen al niet meer bij ons komen spelen, omdat er altijd ruzie van kwam. Na ons vierde jaar kleedde mijn moeder ons ook niet meer hetzelfde, maar we hadden nog wel dezelfde smaak en wilden dezelfde merken en kledingstukken hebben. Met als gevolg dat we elkaar regelmatig in de haren vlogen, als de één iets droeg wat de ander ook wilde. Of erger nog: had ‘gestolen’ uit haar kast. We hielden elkaar continu in de gaten. Alles moest op een weegschaaltje. Aandacht van onze ouders, het aantal cadeaus met Sinterklaas. Zelfs de chipjes die we op vrijdagavond kregen, werden geteld…”

Nog dikker en lelijker

“Jolanda en ik zijn nu ruim vijftien jaar ouder, maar die haat-liefdeverhouding van vroeger is bij mij nog steeds aanwezig, al is het gelukkig wel minder geworden. Dat we in één huis wonen, is min of meer noodgedwongen. Jolanda heeft samen met mijn moeder een kledingwinkel, met damesmode. Wij wonen boven de zaak, in de woning die mijn vader voor ons gekocht heeft. We delen een keuken en huiskamer, maar ieder heeft nog twee aparte kamers. Een slaapkamer en een logeer- of kleedkamer. In de stad waar we wonen, is woonruimte schaars en we hebben echt een prachtig appartement. Ik kan het me niet veroorloven iets anders te huren of te kopen dat net zo mooi en groot is. Ik ben nog wel een jaartje weg geweest, toen woonde ik half samen met mijn toenmalige vriendje. Maar met die jongen is het nu al weer drie jaar uit en sindsdien bestieren Jolanda en ik weer samen een huishouden. Samenwonen met haar vind ik niet gemakkelijk. Ik ben veel netter dan Jolanda, die overal haar rotzooi laat slingeren en rustig twee weken geen wassen draait. Wel zeurt ze bij elke hap die ik neem. Ze vindt dat ik gezonder moet eten en vraagt bij elk chocolaatje of ik dat nu wel zou doen. Ze koketteert in mijn ogen erg met haar slanke lijn, waardoor ik me nóg dikker en lelijker voel en naar troostvoedsel grijp. Ze heeft ook wel een beetje gelijk, ik ben de laatste jaren veel aangekomen en ik zou meer moeite moeten doen die extra kilo’s kwijt te raken. Ik kom hijgend de trap van ons appartement op lopen, en dat is niet normaal voor een jonge meid.”

Gek van alle appjes

“Jolanda en ik hebben nog steeds dezelfde kledingsmaak, maar wat nu mode is, kan ik met goed fatsoen echt niet meer aan. Ze hoeft ook niet bang meer te zijn dat ik kleding van haar ‘leen’, want het enige wat mij nog past, is een gebloemd sjaaltje. Zelfs mijn voeten zijn een maat gegroeid. Jolanda heeft daarentegen precies die kledingstijl die ik graag zou willen, en dat doet pijn. Soms verdenk ik haar ervan dat ze precies díe skinny jeans koopt waarvan ze weet dat ik die mooi vind, alleen maar om mij de ogen uit te steken. Of dat ze in gezelschap expres steeds met haar hand door haar lange haren strijkt, zodat iedereen haar haren wel móet bewonderen. Door haar perfecte uiterlijk heeft mijn zus niet alleen een gelukkiger leven en een grotere vriendenkring om zich heen, ze heeft ook de mannen voor het uitkiezen. Ik word gek van de hoeveelheid appjes en berichtjes die ze op een avond krijgt. Haar iPhone piept voortdurend, en als ik ernaar vraag, is het: ‘Ach, een of andere gozer die ik vandaag heb ontmoet.’ Of: ‘O, een leuke man van mijn werk.’ Ze doet er luchtig over, maar ik weet dat ze geniet van al die aandacht. Dat zou ik ook doen, maar voor mij draait al heel lang geen man zijn hoofd meer om. Of het moet zijn om zijn vrienden aan te stoten: ‘Kijk die dikke eens.’ Ik baal ervan dat mijn zus eens in de paar weken een man mee naar huis neemt en het dan erg gezellig met hem heeft in de slaapkamer. Ik lig dan met mijn oordoppen in. Ik wil niet weten wat ze uitspoken. De laatste keer dat ik seks had, is al drie jaar geleden. Toen ik nog verkering had en een stuk slanker was.”

Lees ook: Carolien is jaloers op haar zus Annette: ‘Ze heeft alles’

Stikjaloers

“Op dit moment heeft Jolanda een vriend, toevallig onze buurman. Lars heet hij. Lars is groot, blond en sterk en half Noors. Die stoere Viking is helemaal mijn type, maar hij zag mij nooit staan. Jolanda is nu een keer of drie met hem uit geweest en elke keer als mijn zus iets positiefs over hem zegt, maak ik hem zwart. Ik zeg dat hij een onbetrouwbare blik in zijn ogen heeft en dat ze veel beter kan krijgen. Ik merk dat ze twijfelt. Heel lullig van mij, maar ik kan het niet uitstaan dat hij haar leuk vindt. Met Jolanda over mijn jaloerse gevoel praten, durf ik niet. Als ik weer eens wat loop te chagrijnen over haar slordigheid of haar ijdelheid, noemt ze me ‘knorrepot’ en lacht ze me een beetje uit. Ze heeft werkelijk geen idee dat ik vaak slecht over haar denk. Ik denk dat zij ons gekibbel afdoet als zussengedoe en niet beseft dat ik haar stiekem heel erg benijd.

Samen huilen

Natuurlijk is ook niet alles even naar tussen ons. We zijn allebei gek op cabaret en we vinden het heerlijk af en toe een avondje naar het theater te gaan of shows van Herman Finkers en Najib Amhali te kijken. Toen mijn ex al een half jaar een ander bleek te hebben, heeft mijn zus me ontzettend goed opgevangen. Ze was er voor me, luisterde naar me en troostte me waar ze kon. Onze vader heeft een jaar geleden een herseninfarct gehad en toen was het ook erg fi jn om iemand naast me te hebben die hetzelfde verdriet voelt. Toen papa in het ziekenhuis lag, hebben we avond aan avond samen op de bank zitten praten en huilen. Het gaat nu stukken beter met hem. Maar als we bij onze ouders zijn en papa zegt dat hij even gaat rusten, hoef ik maar naar Jolanda te kijken om te weten dat zij dezelfde angst voelt. En als zij op zaterdag hard heeft gewerkt in de winkel en ik vrij ben, kook ik wat lekkers of haal ik vis bij de visboer. Even is het dan hartstikke gezellig. Totdat Jolanda weer een opmerking maakt over mijn gewicht of me de hele zaterdagavond alleen laat zitten, omdat ze met vriendinnen op stap gaat naar luxe clubs en mij niet meevraagt. Zelf maak ik er dan van dat ze niet naast mij gezien wil worden. Met mijn perenfiguur pas ik natuurlijk niet naast de slanke lijntjes van haar en haar vriendinnen.”

Tot elkaar veroordeeld

Toch heb ik Jolanda er nooit op kunnen betrappen dat ze zich laatdunkend over mij uitlaat. Om bij de trap naar ons appartement te komen, moet ik door de kledingwinkel lopen. Na mijn werk, het boodschappen doen of op koopavond blijf ik meestal even hangen voor een praatje, of ik help als het erg druk is. Laatst vroeg een klant specifiek naar onze band en toen antwoordde Jolanda dat we hartsvriendinnen zijn, dat ze het samenwonen supergezellig vindt en dat we veel lol hebben samen. Ik wist niet wat ik hoorde! Dat is heel anders dan ik het zou omschrijven. Hoe bot het ook mag klinken, ik vind het samenwonen een noodzakelijk kwaad: ik zie elke dag hoe geweldig mijn zus is en hoe jammerlijk ik daarbij afsteek. Als tweelingen word je nu eenmaal altijd met elkaar vergeleken en ik vind die vergelijkende blikken van haar lichaam naar dat van mij afschuwelijk. Natuurlijk, ik hou oprecht van mijn zus en ik wil haar niet kwijt, maar tegelijkertijd voel ik me tot haar veroordeeld en ben ik elke dag stikjaloers. Maar ik zou dit nooit tegen iemand durven zeggen. Dat is bijna taboe. Als tweelingzussen ben je gewoon dol op elkaar zijn, denkt iedereen altijd.”

Lees ook: Liesbeth: ‘Ik schaam me, maar ik ben vreselijk jaloers op mijn dochter’

Meer persoonlijke verhalen lezen? Neem nu een digitaal abonnement op Vriendin.