Placeholder

Voorbeeldig

Stefanie (41) adopteerde de kinderen van haar vriend Dirk: Christianne, Deborah, Faith en Nico. 3,5 jaar geleden kregen zij samen Adriana. Het gaat niet altijd vlekkeloos, maar het gezin draait al 16 jaar!

Stefanie (41) adopteerde de kinderen van haar vriend Dirk: Christianne, Deborah, Faith en Nico. 3,5 jaar geleden kregen zij samen Adriana. Het gaat niet altijd vlekkeloos, maar het gezin draait al 16 jaar!

Bij ons mag niet gescholden worden. Adriana mag scheldwoorden niet als iets gewoons gaan beschouwen. Alle gezinsleden houden zich hier behoorlijk goed aan.
Maar er wordt wel gepapegaaid. Als ik mijn engelachtig mooie Adriana hoor zeggen: ‘Ik ben lelijk,’ kan zij dat alleen van Faith hebben. Faith is prachtig, maar onzeker. Dat moet ze maar niet meer uiten in het bijzijn van Adriana.

Ik ben ook niet altijd een toonbeeld.
Als ik tegen Adriana zeg dat ze geen tweede koekje mag en ze weer gaat spelen, prop ik in de keuken gedachteloos nog een koekje in mijn mond.
‘Wat heb je daar?’ vraagt Adriana.
‘Een koekje,’ antwoord ik beschaamd.
‘Wil je ook nog één?’
Het goede voorbeeld geven door eerlijk te zijn,gaat boven het goede voorbeeld geven door
gezond te eten.

Ik kan moeiteloos het goede voorbeeld geven, door niet te oordelen bij zaken die wereldwijd gevoelig kunnen liggen, zoals: afkomst, religie, geaardheid of niveau. Een mens is een mens.

Maar ik ben niet zonder zonden. Negatieve tonen ontglippen mij wel bij kleine dingen die mij persoonlijk triggeren. Bij angst dat ik niet aardig gevonden word, of dat ik te kort schiet. Mezelf verdedigend kunnen er dan negatieve woorden uit mijn mond komen.

Tijdens het boodschappen doen, zie ik een oud, Indisch vrouwtje met een rolator. Ze kan niet bij de roomboter, maar vraagt geen hulp. Haar kleine voetje, gehuld in een veterloze, grijze schoen, steunt op de rand van de koeling.
Ik vraag of ik haar kan helpen en zeg dat ze niet moet vallen.
Ze giechelt bijna verlegen. Ik pak de boter voor haar.
Ze bedankt mij wel honderd keer, verliest haar verlegenheid en vertelt over de club voor oude van dagen, waar ze de boter mee naartoe neemt.
‘Om op koek te smeren. Een lekkere dikke laag boter.’
We zeggen elkaar gedag. Adriana heeft al die tijd stilletjes in de boodschappenkar gezeten. Ineens zegt ze: ‘Als ik later groot ben, wil ik haar ook helpen.’
Gaf ik een goed voorbeeld?

Op straat knapt mijn plastic zak. De sinaasappels vallen op de grond. Van een onbekende vrouw krijg ik spontaan een andere zak. Zo werkt het dus: Het goede voorbeeld geven, zet een kettingreactie in gang. Het gaat ongemerkt door de lucht.

‘Die vrouw vond jou gewoon een zielig figuur, met je tasje,’ hoont Dirk, als ik erover vertel.
Hm, het is maar net hoe je het ziet.