Placeholder

Hella van der Wijst: ‘Gelukkig heb ik mijn moeder kunnen troosten’

Door het presenteren van Ik mis je en doordat ze veel mensen heeft verloren weet presentator Hella van der Wijst (54) hoe je troost bij rouw. “Het belangrijkst? Er zijn als dat nodig is en luisteren.”

Door het presenteren van Ik mis je en doordat ze veel mensen heeft verloren weet presentator Hella van der Wijst (54) hoe je troost bij rouw. “Het belangrijkst? Er zijn als dat nodig is en luisteren.”

Eigenlijk hadden we dit gesprek wandelend moeten doen.

“Ja, mensen kennen mij natuurlijk vooral van De wandeling. Ik heb dat programma tien jaar met zó veel plezier gedaan. Ik ben ermee gestopt omdat ik gevraagd werd om – als eerste vaste anchor  – Brandpunt te presenteren. Ze wilden dat het programma meer warmte kreeg. Nou, dan snap ik wel dat je aan mij denkt. Ik moest er heel goed over nadenken, want De wandeling was mij op het lijf geschreven. Ik heb de knoop doorgehakt, al zei mijn hart dat ik het niet moest doen. Met mijn hoofd heb ik mijn hart overruled omdat ik ook graag weer iets meer journalistiek werk wilde. Ik weet nog dat ik met buikpijn bij de toenmalige directeur zat.”

En hoe ging het?

“Ik heb me er volledig ingestort, heel fanatiek. Wat dat betreft ben ik net mijn ouders, fanatiek en harde werkers. Goed je best doen, zo ben ik opgevoed. Geen dag verkwanselen.”

Uit wat voor gezin kom je?

“Ik kom uit een boerenfamilie. We woonden zelf niet op een boerderij maar mijn opa’s en oma’s, veel ooms en tantes waren boeren. Mijn vader was boekhouder, had twee linkerhanden. Hij was heel goed in zijn vak, iedereen die een cijfertjesman nodig had, kwam bij hem. Hij was penningmeester van de EHBO, het Rode Kruis. Mijn vader zat altijd ’s avonds in de achterkamer aan tafel met zijn rekenmachine. Mijn moeder was verpleegkundige en later huisvrouw. Als wij vroeger thuis tv-keken, deden we altijd ook iets anders. Mijn moeder zat altijd te breien, te haken of iets te maken. Ik stond vaak te strijken in de woonkamer. Bij Dallas! Dat vond ik een stomme tv-serie en eigenlijk zonde van mijn tijd. Maar als ik dan aan het strijken was, vond ik het niet zonde van mijn tijd. En in de zomer – we hadden een moestuin – zaten we altijd erwten te doppen of bonen te rangen. Ik heb echt moeten leren om niets te doen. Ik kan het ondertussen goed hoor, omdat ik weet dat het goed voor me is, maar ben er niet mee opgevoed.”

Een warm nest dus.

“Ja, toen mijn moeder overleed, schreef ik een column over hoe de tikkende breinaalden van mijn moeder mij een gevoel van geborgenheid en veiligheid gaven. Als ik op de bank zat, en zij zat rustig te breien, dan hoorde ik tik tik tik tik: daar werd ik rustig van.”

Lisa verloor haar ouders door de MH17-ramp: ‘Troost is heel belangrijk’

Is je moeder al lang overleden?

“Elf jaar geleden. Ze was 74 toen ze overleed.”

Jong.

“Relatief jong ja. Ik heb daarover na zitten denken. Wat is jong? Ze is wel oma geworden, heeft haar kleinkinderen helpen opvoeden. Ze heeft ook veel wel gehad, dus wat is jong? Ik heb vrienden gehad die helaas veel vroeger zijn overleden. Mijn beste vriendin Ellen van 42, een vriendin van 36 en de man van mijn vriendin Pien, hij was net vijftig. Dat vind ik echt jong. Mijn moeder heeft een goed leven gehad. We waren net op een punt gekomen dat onze rollen waren omgedraaid. Dat zij niet voor mij, maar ik voor haar moest zorgen. Ik kan me dat moment nog goed herinneren. Ik belde haar vanuit Turkije om te zeggen dat ik goed was aangekomen na een lange autorit in mijn eentje. Ze lag in het ziekenhuis met een vreemde bacterie. Door de telefoon zei ze: ‘Hella, ik ben bang.’ Dat was zo raar. Ik dacht: mijn mama is bang.”

Ze snikt zacht, veegt tranen weg. “Ik dacht: ik ben het kind, ik moet degene zijn die bang is. Gelukkig heb ik haar kunnen troosten door te zeggen dat het goed zou komen. Eigenlijk op dezelfde manier zoals ze mij altijd troostte.” Ze pakt een zakdoek. “Sorry hoor. Dit heb ik nog nooit zo uitgebreid verteld. Het was echt een kantelmoment dat ik dacht: nu zijn de rollen omgedraaid. Vanaf dat moment is ze echt gaan kwakkelen. Uiteindelijk bleek ze uitgezaaide longkanker te hebben.”

Je hebt een boek geschreven over troost. Dit is wel een mooi voorbeeld als we praten over troost.

“En het wordt nog ‘mooier’: toen ze ziek werd, lag ze in het ziekenhuis. Er was nog helemaal geen sprake dat ze zou overlijden, het scenario was dat ze nog een half jaar zou hebben. Maar iets in me zei dat ik die nacht bij haar moest blijven. Ze kon slecht slapen, ik heb haar vastgepakt en gezegd: ‘Mam, je bent een lieve moeder.’ Ze opende haar ogen en zei: ‘Maar wel een kattenkop.’ En we lachten samen. Ik zei: ‘Maar dat ben ik ook.’ Dat was het laatste dat ze heeft gezegd. Ik was blij dat ik was gebleven. Het is een dierbare herinnering. Zo, ik zit echt in mijn emo-modus, zeg. Er komen nu dingen naar boven waar ik het niet meer elke dag over heb.”

Wat kun je doen voor iemand die een dierbare heeft verloren?

1. Blijven openstaan voor het verhaal van de nabestaande: ‘Ik ben er voor je.’
2. De nabestaande niet ontwijken, maar op hem/haar afstappen.
3. Vragen of je iets kunt doen en dat ook doen.
4. Toegeven dat je niet weet wat je moet zeggen.
5. Een knuffel geven.

Bron: Marktonderzoeksbureau Ruigrok Netpanel in opdracht van Ik mis je.

Dit verhaal komt uit Vriendin 14.

Lees ook: Marit van Bohemen kijkt met trots terug op Judas