Placeholder

Angelic verwerkte haar jeugdtrauma: ‘Mijn paard is mijn therapeut’

Angelic ondervond jarenlang de gevolgen van een onveilige jeugd. Bij de paarden vond ze houvast. “Een paard is er voor je, zonder oordeel of mening.”

Angelic ondervond jarenlang de gevolgen van een onveilige jeugd. Bij de paarden vond ze houvast. “Een paard is er voor je, zonder oordeel of mening.”

Angelic (51): “Als ik uit het raam kijk en mijn drie paarden in de wei zie staan, voel ik me rijk. Hun leven is goed, ze zijn vrij om te kiezen of ze naar buiten lopen of de stal opzoeken. Ze kijken ook altijd meteen naar mij, want ze voelen dat ik naar ze kijk. We zijn sterk verbonden en dat geeft me een gevoel van geluk en dankbaarheid. Dankzij de paarden kan ik alsnog liefde ervaren, iets wat ik in mijn kinderjaren heb gemist. Het gevoel dat je veilig bent, terwijl je openstaat voor elkaar en met elkaar verbonden bent. Dat heb ik de afgelopen jaren echt van hen geleerd. Geen psycholoog kan tegen mijn paarden op.

Mijn jeugd werd gekenmerkt door onrust en onveiligheid. Mijn ouders scheidden toen ik drie jaar was. Mijn jongere zusje en ik bleven bij onze moeder wonen. Haar vriend werd onze nieuwe vader en ik mocht nooit meer praten over mijn echte vader. Die vond het oneerlijk dat mijn moeder beide kinderen kreeg toegewezen. Hij ontvoerde mij als driejarig meisje en bracht me onder bij een bevriend stel. Zes weken lang wist mijn moeder niet waar ik was. Toen ze mijn verblijfplaats ontdekte, kwam mijn tweede vader me daar halen. Ik gilde de boel bij elkaar van schrik.”

Gespannen en bang

“Op mijn zesde verhuisde mijn eerste vader naar zijn geboorteland Denemarken, waar hij drie jaar later overleed aan een hersentumor. Twee politieagenten kwamen dat vertellen. Kennelijk was dat de enige manier om ons op de hoogte te stellen, want mijn moeder had geen contact met de Deense familie. Ik mocht van mijn ouders niet huilen, niet verdrietig zijn en niet naar de uitvaart. Het was mondje dicht en aan niemand vertellen dat mijn vader was overleden. Ik begreep niet waarom hij taboe was, maar zweeg erover. Mijn zusje wist niet eens dat hij bestond. Toen zij vroeg wat die agenten kwamen doen, moest ik snel een leugen bedenken. Ik ging gebukt onder de geheimhouding.

Mijn tweede vader voedde mij op als zijn eigen dochter. Hij hield veel van ons, maar had behoorlijke stemmingswisselingen. Ik wist dan niet waar ik aan toe was en liep op mijn tenen. Het maakte mij gespannen en bang. Ik weet dat mijn ouders hun best deden, maar ik voelde me niet door hen gehoord, gezien of begrepen.

De enige plek waar ik me echt veilig voelde, was bij paarden. Geld voor rijles was er thuis niet, maar ik had vriendinnetjes met paarden en daar was ik vaak te vinden. Lekker knuffelen, kammen en poetsen. Ik kwam ook graag bij een tante die paarden aan huis had. Ik mocht vaak bij haar logeren, wat ik fantastisch vond. Zij leerde mij paardrijden. Dat voelde als vrijheid, heerlijk ongedwongen. Ik was totaal niet bang. De paarden waren mijn beste vrienden.”

Dorris raakte eenzijdig verlamd: ‘Mijn paard gaf me mijn leven terug’

Onveilig gevoel

“Mijn onveilige jeugd liet zijn sporen na. Ik werkte hard om op eigen benen te staan, maar een stabiele basis opbouwen viel niet mee. Ik trouwde met een – naar later bleek – onbetrouwbare en manipulatieve man, kreeg mijn dochter Lisa en scheidde toen zij tweeënhalf was. Pas bij mijn huidige man René voelde ik me voor het eerst veilig. Hij steunde mij zonder me te veroordelen. Bij hem kon ik mezelf zijn.

Na de geboorte van onze zoon Nick werd ik ziek. Ik was ongelofelijk moe en had buikklachten. Ik kon amper voor mijn kinderen zorgen. Als ik de trap op liep was ik al kapot. Door alle onverwerkte emoties en gebeurtenissen was ik overbelast geraakt. Ik kon niet langer op wilskracht door. Mijn lichaam was op. In het reguliere gezondheidscircuit konden de artsen niets vinden. Ze gaven me de diagnose ME (chronisch vermoeidheidssyndroom) en fibromyalgie (wekedelenreuma). Ik zocht verder in het alternatieve; reiki, voeding, allergieën, van alles. Maar ik bleef kwakkelen en kon niet meer werken.

Paard als therapeut

Omdat ik bleef hunkeren naar de veiligheid die ik vroeger voelde bij paarden, kocht ik de donkerbruine ruin Maverick, in de hoop dat ik uit de cirkel van moeheid zou komen. Het idee was goed, alleen bleek Maverick onbetrouwbaar. Door een pijnlijke blessure maakte hij vaak onverwachte sprongen. Dit triggerde mijn gevoelens van onveiligheid. Uiteindelijk moest ik hem vanwege zijn blessure laten inslapen.

Na Maverick kwam Zalamero, een vrolijk wit paard uit Spanje. Hij werd mijn zielemaatje. Als ik verdrietig was, zocht ik hem op en voelde ik me beter. Hij was een grappenmaker, die enorm genoot als ik met hem bezig was. Toen we tijdens een rit verdwaalden in het bos, wist hij de weg terug en huppelde hij van trots. René en ik kochten een huis op de Veluwe met een weiland voor Zalamero erbij. Het was als een droom die uitkwam. Maar kort voor de verhuizing sloeg het noodlot toe. Terwijl wij op vakantie waren, overleed Zalamero plotseling aan een darmverstopping. Ik had er vreselijk veel verdriet om. Mijn beste maatje werd zomaar uit mijn leven gerukt. Alle tranen die ik om mijn eerste vader niet had mogen huilen, kwamen eruit. Dat was intens, maar ook mooi. Eindelijk kon ik verdriet voelen, wat ik als kind nooit mocht.”

Dit verhaal komt uit Vriendin 14.

Lees ook: Yvonne vangt ernstig verwaarloosde paarden op

Tekst: Ineke van Lier