Placeholder

Nathalie beviel langs de snelweg: ‘Plots voel ik een perswee. Dat kan niet, niet nu!’

Die baby laat nog wel even op zich wachten, vertelde de gynaecoloog Nathalie (36) en haar man Robin. Niet dus! Baby Mace komt uiteindelijk niet veel later in de auto ter wereld.

Die baby laat nog wel even op zich wachten, vertelde de gynaecoloog Nathalie (36) en haar man Robin. Niet dus! Baby Mace komt uiteindelijk niet veel later in de auto ter wereld.

28 maart 2019: 34 weken zwanger

Nathalie: “Nog zes weken en dan is de uitgerekende datum. Ik ben zwanger van ons tweede kind: een jongetje, dat weten we al. Ik heb last van mijn rug en vind deze zwangerschap een stuk zwaarder dan die van onze dochter Jazz, die nu twee is. Gelukkig is de verbouwing thuis net klaar. Wegens ruimtegebrek hebben we een extra kamer laten maken, maar voor mijn gevoel zijn we daar te laat aan begonnen. Ik was namelijk al 28 weken zwanger toen we eindelijk aan de slag gingen.”

29 april 2019: De dag van de bevalling

10:00 uur: “Het is precies tien uur als we ons bij de balie van de afdeling gynaecologie melden. Vannacht om 03:40 uur zijn mijn vliezen gebroken. Ik weet de tijd nog precies, want toen ik wakker werd van een natte plek in bed keek ik op de klok. Een kwartier later kwam de eerste wee. Inmiddels heb ik al zo’n zes uur onregelmatige weeën. De ene is heftiger dan de andere. Omdat we van het ziekenhuis de instructie hadden gekregen om pas te bellen als de weeën een uur lang om de vijf minuten komen, hebben we het eerst even aangekeken. Twee uur geleden hebben we dan toch maar gebeld en we mochten om 10:00 uur langskomen voor een hartfilmpje.”

11:10 uur: “Ik heb net een uur aan de ECG gelegen en er komt een gynaecoloog mijn kamer binnen. We kennen haar niet, maar ze vertelt ons dat onze vaste gynaecoloog helaas afwezig is vandaag. De ECG was in ieder geval goed. De baby maakt het prima en op het filmpje is inderdaad duidelijk te zien dat de weeën nog onregelmatig zijn. Volgens de gynaecoloog zie ik er niet uit alsof ik bijna ga bevallen. Ik ben goed aanspreekbaar en het is ook niet zo dat ik afzie van de pijn. Even begrijp ik niet welke kant ze op wil, maar dan valt het kwartje: ze wil ons weer naar huis sturen. Maar dat kan toch niet? Mijn vliezen zijn al gebroken, ik had me erop ingesteld dat ik vandaag zou gaan bevallen… Ook Robin begrijpt het niet.

‘Maar bij onze dochter Jazz ging het allemaal ook ontzettend snel’ probeert hij nog. ‘Kunnen we niet beter blijven?’ De gynaecoloog houdt vast aan haar standpunt. De baby komt voorlopig nog niet. Omdat mijn vliezen al zijn gebroken, wordt mijn ontsluiting ook niet gemeten. Dat doen ze niet in verband met infectiegevaar. En dus worden we weer naar huis gestuurd met een afspraak voor een inleiding de volgende dag. We zijn allebei nogal in de war en zwaar teleurgesteld.”

Terug naar het ziekenhuis

12:25 uur: “We zijn weer thuis, waar mijn ouders ook zijn om Jazz op te vangen. Opeens krijg ik een weeënstorm, waarbij ik een ongelooflijke pijn in mijn buik voel. Ik weet niet wat me overkomt. Ik heb het gevoel dat ik moet overgeven en strompel naar de wc. Robin is op dat moment met mijn moeder in de slaapkamer ons bed aan het verschonen en ik heb niet eens meer de kracht om hem te roepen.”

12:30 uur: “Robin vindt me voorovergebogen op de wc en schrikt zich kapot van de staat waarin ik ben. ‘Ik ga nu het ziekenhuis bellen!’ roept hij. “We moeten meteen terug.

12:41 uur: “Ik heb zo veel pijn, dat het even duurde voordat ik de kracht vind om op te staan en met hulp van Robin naar de auto te lopen, maar eindelijk zijn we klaar om weer te vertrekken. Van ons huis naar het ziekenhuis is een ritje van zo’n twintig minuten, ik weet niet waar ik het zoeken moet van de pijn. ‘Laat die gordel maar zitten!’ roep ik, terwijl ik me vastgrijp aan het dashboard. Ondertussen probeer ik als een gek de weeën weg te puffen.”

12:50 uur: “Robin doet zijn best om zo snel mogelijk naar het ziekenhuis te rijden, maar helaas naderen we een langzaam rijdende tractor voor ons op een eenrichtingsweg. We kunnen er met geen mogelijkheid omheen.”

13:01 uur: “Als we de tractor eindelijk kunnen passeren, trapt Robin flink het gaspedaal in. De bochten die hij neemt, doen extra pijn. ‘Rijd eens wat rustiger’, zeg ik puffend, maar Robin hoort me niet eens.”

Lees ook: 7 ongelooflijke bevalverhalen: ‘Ik beviel op de uitvoegstrook’

We gaan het niet redden

13:07 uur: “Plotseling voel ik een perswee. In paniek denk ik terug aan de bevalling van Jazz. Zij was er met drie persweeën al. Dit kan niet! Niet nu! ‘Ik heb een perswee!’ roep ik verschrikt. ‘We gaan het niet redden!’”

13:08 uur: “In shock kijkt Robin me aan. Vliegensvlug pakt hij zijn telefoon en belt 112, terwijl hij zich blijft concentreren op de weg. Er wordt direct opgenomen en als Robin zegt dat we een ambulance nodig hebben omdat ik aan het bevallen ben, wordt hij doorgeschakeld naar de meldkamer. Vervolgens horen we om de paar seconden een pieptoon. Waarom neemt er niemand op? Staan we nou in de wacht?!  We hebben hulp nodig. NU! Zenuwachtig schreeuwt Robin in zijn telefoon. ‘Kom op, kom op!’ Ondertussen probeert hij mij rustig te houden. ‘Rustig aan’, mompelt hij. ‘We zijn er bijna!”

13:10 uur: “Na twee minuten krijgt hij eindelijk iemand aan de lijn. Robin moet de auto direct stoppen. Gelukkig zijn we vlak bij een afslag naar een metrostation waar hij kan parkeren.”

13:12 uur: “Ondertussen krijg ik een tweede perswee. Ik doe mijn best om het tegen te houden, maar mijn lichaam neemt het over. Ik begin te persen en ik trek mijn broek naar beneden. Met mijn hand voel ik het hoofdje van de baby al. Ik ben totaal in shock en door de adrenaline voel ik geen pijn. ‘Hij komt!’ roep ik. ‘De baby komt eraan!’”

13:13 uur: “Robin geeft alles door aan de meldkamer. Zijn hart gaat als een razende tekeer, maar gelukkig blijft hij rustig. Snel gooit hij zijn deur open en rent hij naar mijn kant. Precies op dat moment heb ik een derde perswee, en wordt Mace in één keer geboren. Ik vang hem zelf op, waarna ik hem op mijn borst leg. Mace huilt niet en is helemaal blauw. Zijn navelstreng is twee keer om zijn nek gedraaid, we schrikken ons kapot. Ik zie dat het niet goed met hem gaat en vrees het ergste. Mijn hart klopt in mijn keel. Ik weet niet precies wat er door me heen gaat, maar op de een of andere manier maak ik heel kalm en voorzichtig de navelstreng los van zijn nek. Robin krijgt van de meldkamer de opdracht om het neusje en mondje van Mace schoon te vegen, hem stevig over zijn rug te wrijven en zijn jas over Mace en mij heen te leggen. Langzaamaan zien we Mace kleur krijgen en dan begint hij tot onze grote opluchting te huilen. Godzijdank, hij huilt!”

Hulp van de ambulance

13:15 uur: “We horen een sirene naderen en Robin rent snel naar de hoek van het metrostation om hem naar mij en Mace te begeleiden. Maar als hij de ambulance ziet, rijdt hij hem tot zijn verbazing met hoge snelweg voorbij! Blijkbaar hebben zij de andere kant van het metrostation doorgekregen, maar gelukkig heeft Robin de meldkamer nog steeds aan de telefoon en komen ze meteen weer terug.”

13:19 uur: “Met behulp van de ambulanceverpleegkundige mag Robin de navelstreng doorknippen. Daarna gaat Mace de warme ambulance in en word ik op een brancard gelegd. Als ik ook in de ambulance lig, krijg ik Mace weer in mijn armen. Zo fijn!”

13:30 uur: “Eenmaal in het ziekenhuis wordt Mace nogmaals helemaal nagekeken, dit heeft het ambulancepersoneel ook al gedaan, en wordt hij in een couveuse gelegd. Daarna wordt ook mijn placenta geboren. Mijn lichaam kan niet meer stoppen met rillen, waarschijnlijk een reactie van de shock. Ik laat het allemaal maar over me heen komen. Alles is gelukkig goed gegaan, zeg ik tegen mezelf. Mace is veilig en gezond.”

18:05 uur: “We zijn weer thuis. Wat een ongelooflijke dag! Moe en nog steeds verward vraag ik me af wat er allemaal gebeurd is. En dan kijk ik naar Mace in mijn armen en besef ik hoe dankbaar en gelukkig we met hem zijn.”

December 2019

Nathalie: “Inmiddels is Mace acht maanden en kerngezond. Het is een heerlijk jongetje dat binnen ons gezin voor veel gezelligheid zorgt. Als ik terugdenk aan de bevalling denk ik vaak: hoe heeft het allemaal zo kunnen gebeuren? Ik blijf het nog steeds heel raar vinden dat mijn ontsluiting niet is opgemeten toen we de eerste keer in het ziekenhuis waren. Achteraf denk ik dat ik toen al op vijf centimeter zat. Het was best een traumatische ervaring en we hebben nooit een excuus van de gynaecoloog gehad. Jammer, maar ik ben heel blij dat Mace uiteindelijk goed ter wereld is gekomen. En hé: welke baby kan nou zeggen dat hij de voorpagina van de krant heeft gehaald?! In augustus kregen we nog een aandenken aan Mace’ geboorte: een hectometerbordje. Een cadeautje van de provincie. Bijzonder toch?”

Tekst: Renée Brouwer. foto’s: Bart Honingh. Visagie: Linda Huiberts. Dit interview komt uit Vriendin 51, 2019.