Annette overleefde als enige een vliegtuigcrash: ‘Soms wenste ik dat ik ook was overleden’
14 augustus 2020
Wat doet het met je, als je de enige overlevende bent van een vliegtuigcrash? Annette (58) kan het vertellen. In 1992 zat zij in een vliegtuig dat neerstortte in Vietnam. Haar verloofde en alle inzittenden kwamen om, zij werd na acht dagen gered.
In 2010 werd Annette gebeld door een journalist. In Libië was een vliegtuig neergestort. Er was maar een overlevende: de negenjarige Ruben. De journalist vroeg Annette naar haar reactie. Ook zij had, net als Ruben, in 1992 als enige een vliegtuigcrash overleefd. Daarna belden nog eens vijf journalisten. Inmiddels had Annette een foto van Ruben gezien, in een ziekenhuisbed, moederziel alleen. Annette: “Die foto maakte me intens verdrietig. Mijn zoon Maxi (toen 11) was ongeveer even oud. Ik vond het zo verschrikkelijk voor Ruben en wilde hem beschermen. Dit was het moment waarop ik besloot mijn verhaal met de media te delen, iets wat ik daarvoor niet wilde. Ik voelde dat ik journalisten op het hart moest drukken Ruben met rust te laten. Aan een Amerikaans actualiteitenprogramma gaf ik een interview.”
Annette heeft later nog contact gehad met Ruben, maar over wat hij moest doorstaan, kan ze niets zeggen. Annette: “Dat is zijn verhaal. Het enige waarover ik kan vertellen is mijn verhaal. Inmiddels wil ik het wel delen, omdat ik hoop dat het mensen die zich in een moeilijke situatie bevinden steun kan geven.”
Overlevingsmechanisme
De behoefte om mensen te steunen is te herleiden naar het verdrietigste dat Annette ooit meemaakte: die vreselijke vliegtuigcrash in 1992, in de jungle van Vietnam. Daarbij kwam haar grote liefde Pasje om het leven, samen met alle andere passagiers. Ze zag meteen dat Pasje dood was, maar direct na de crash verdrong Annette dat. Het besef was té groot , té verdrietig. De crash zelf en het feit dat ze in de jungle moest zien te overleven, accepteerde ze. “In de jungle dwong ik mezelf niet te denken aan hoe het had kunnen of moeten zijn omdat ik dan in paniek zou raken. Ik accepteerde de situatie en zorgde dat mijn geest kalm bleef door me te richten op het nu, op wat echt waar was. Daarnaast maakte ik een plan om te overleven.”
Die strategieën om om te gaan met de situatie, de overlevingsmechanismen eigenlijk, hielpen Annette ook op moeilijke momenten in haar verdere leven. Jaren na het vliegtuigongeluk kreeg ze met haar – inmiddels – ex-man twee kinderen: Joosje (23) en Maxi (21). Haar zoon Maxi heeft autisme. Hij heeft moeite met praten en lijkt in een andere wereld te leven. Accepteren dat haar zoon anders is, in plaats van blijven denken aan hoe het had kunnen zijn als hij geen autisme had gehad, gaf Annette ruimte om te zien hoe ongelofelijk mooi Maxi en het leven met hem is. Annette: “Voor zijn ontwikkeling was het belangrijk dat ik iedere dag bij hem was en zorgde dat hij naar therapie, sport en school kon gaan. Daarom stopte ik met werken: een grote verandering, maar voor ons de juiste beslissing. Door Maxi heb ik een heel andere, liefhebbende wereld leren kennen waarin mensen zich belangeloos inzetten voor een ander. Ik vond het mooi om te ontdekken dat veel mensen Maxi wilden steunen. Tot voor kort woonden we in New York aan het Central Park, waar twee keer per week mensen stonden die met Maxi en andere mensen met een beperking wilden rennen.”
Crash
Annette heeft een boek (Turbulentie) over haar leven geschreven omdat ze hoopt dat haar ervaringen anderen kunnen helpen. Haar boek gaat voor een groot deel over de crash. In 1992, Annette en haar verloofde Pasje waren dertien jaar samen, had Pasje een romantische vakantie geregeld in Nha Trang, een badplaats aan de oostkust van Vietnam. Een klein vliegtuig zou hen erheen brengen. Doordat het vliegtuig een bergkam raakte, stortte het neer.
Annette: “Van de crash kan ik me niets meer herinneren. Wel dat ik bijkwam en op mijn benen het gewicht drukte van een stoel met daarin een overleden medepassagier. Naast me lag Pasje. Ik zag zijn lieve gezicht, met een glimlachje rond zijn mond. Ook hij was overleden. Ik was in shock. Zonder hem was ik verloren. Pasje was mijn kompas, mijn rots.” Hoe ze uit het vliegtuig is gekomen, weet Annette niet. Opeens kwam ze bij in de jungle. Ze zag brokstukken, lichamen, maar ook planten, bloemen, bomen, de lucht en de zon. Annette: “Ik bedacht dat ik een week in leven moest zien te blijven. Mijn collega zou zeker alarm slaan als ik na mijn vakantie niet zou terugkeren op het werk. ‘Niet aan Pasje denken, niet aan Pasje denken’, zei ik constant tegen mezelf. Als ik in leven wilde blijven, mocht ik niet in paniek raken en vooral niet huilen. Ik mocht geen vocht verliezen.”
Lees ook: Lisa verloor haar ouders door de MH17-ramp: ‘Troost is heel belangrijk’
Ademhalen
Vlakbij het wrakstuk stond een andere overlevende, een man. Toen hij Annette zag, opende hij het koffertje dat naast hem lag en pakte hij er een broek uit om haar blote benen mee te bedekken. Annette: “Dit aardige gebaar raakte mij diep. We zeiden niet veel tegen elkaar, maar we voelden ons met elkaar verbonden. Ik was dankbaar dat hij er ook was. Maar de man moet ernstig gewond zijn geweest, want na een paar uur hoorde ik hem diep zuchten. Toen hij zijn laatste adem uitblies, raakte ik in paniek. ‘Don’t die’, smeekte ik hem. Nog nooit had ik me zo verlaten gevoeld. Tijdens die paniek werd ik verscheurd door een helse pijn: door de crash was een van mijn longen dichtgeklapt. Ik besefte dat ik niet in paniek moest raken, omdat ik er anders aan onderdoor zou gaan. Daarom dwong ik mezelf regelmatig adem te halen. Dit lukte. Ik werd kalm.” Jaren later, tijdens een yogales, vertelde de yogadocent dat je met je ademhaling je geest tot rust kunt brengen. Annette moest meteen denken aan dat moment in de jungle, toen ze door middel van haar ademhaling de pijn op haar borst weg kreeg en kalm werd.
Aandacht voor schoonheid
Annette bleef in het moment, maar moest óók een plan maken. Annette: “Drinken had ik niet. Als het regende stak ik mijn tong uit om de druppels op te vangen, maar het vocht was niet voldoende. Ik moest iets verzinnen. Het isolatiemateriaal dat uit een gehavende vleugel stak, bracht me op een idee. Als ik van dat materiaal bolletjes zou maken, zou ik er regen mee kunnen opvangen. Ik sleepte mezelf naar de vleugel en maakte bolletjes van het isolatiemateriaal. Mijn plan werkte. Om de drie uur zoog ik een bolletje uit.”
In de jungle richtte Annette haar aandacht op schoonheid. Naar de bloedzuigers en andere insecten die op haar handen en voeten kropen, keek ze bewust niet. Ze verkoos de mooie dingen. Als ze naar het bladerdak boven zich keek, zag ze hoe het zonlicht erdoorheen scheen. Ze vond de natuur verpletterend mooi. Toen haar lichaam steeds zwakker werd, besteedde ze daar ook geen aandacht aan. Dat haar tenen zwart werden, constateerde ze als een feit, dat ze accepteerde. Ze had gelezen over Fernando Parrado, een overlevende van de vliegramp in de Andes in 1972. Hij had ook zwarte tenen gehad.
Annette: “Naarmate de dagen verstreken, voelde ik me steeds meer opgaan in de jungle. Op de zesde dag voelde ik geen pijn meer en het leek alsof ik langzaam wegdreef naar een andere wereld waarin alles beschenen werd door een gouden licht. Het leek alsof er een soort liefdesfrequentie in de lucht hing. Ik voelde onbeschrijfelijk veel liefde voor mijn vrienden en familieleden en ik voelde hun liefde voor mij. Toen ik op de achtste dag werd gevonden en door een groep Vietnamese reddingswerkers de jungle uit werd gedragen, was ik niet euforisch van blijdschap en opluchting. Ik wilde in die liefdevolle gemoedstoestand blijven en niet weg zonder Pasje. De reddingswerkers gaven me kleine slokjes te drinken, legden me op een baar en tilden me de jungle uit. Mijn hele lichaam deed pijn en op mijn hart drukte een enorm gewicht omdat ik Pasje miste. Toch drong het nog steeds niet tot me door dat hij was overleden.”
Bang voor het leven
In Singapore werd Annette behandeld in het ziekenhuis. Na twee weken kwam ze aan in Nederland. Maandenlang logeerde ze bij haar ouders die haar verzorgden. In Nederland kon ze pas huilen om Pasje. Annette: “De zielenpijn die ik toen voelde was immens. Iedereen was blij dat ik de ramp had overleefd, maar ik rouwde. Soms wenste ik dat ik ook was overleden. Dan was ik bij Pasje en had ik geen pijn meer. Alle angst is te herleiden naar angst naar de dood, las ik eens. Ik denk dat dit niet waar is. Na de crash was ik niet bang voor de dood, maar voor het leven, waarin ik verder moest zonder Pasje.” Annette denkt dat angst is te herleiden naar het onbekende. Veel mensen reageren afkeurend op mensen of situaties die ze niet kennen, die vreemd voor ze zijn. En dat vindt Annette zonde. In de eerste plaats voor mensen zelf. Ze is ervan overtuigd dat als mensen zich meer in elkaar zouden verdiepen de wereld liefdevoller zou zijn en minder mensen zich angstig of alleen zouden voelen.
Compassie
Haar zoon Maxi is onlangs 21 geworden en zijn schooltijd zit erop. Door de coronacrisis zijn Annette en Maxi naar Nederland verhuisd omdat ze hier een appartement met een tuin hebben. Maxi mist zijn New Yorkse leven ontzettend. Hij houdt van wandelen, maar als hij erop uittrekt, wordt hij vaak teruggebracht door de politie. Mensen vinden het eng als Maxi met zijn armen zwaait en hard praat. Annette: “Ik zou zo graag willen dat Maxi mag zijn wie hij is: een lief mens dat altijd blij is. Ik heb geen idee hoe onze toekomst eruit gaat zien, maar ik vertrouw erop dat het goed komt. Zelfs in de meest uitzichtloze situaties kom je mensen tegen die je willen helpen, zoals de man in de jungle die me zijn broek gaf. Er zullen altijd mensen met compassie zijn.”
Lees ook: Hannelore zat vijftien jaar vast in een sekte: ‘Ik was gehersenspoeld’