Nina

Nina werd bij haar ouders weggehaald en ter adoptie aangeboden

Jacqueline (51) en Ton (58) waren dolblij toen ze het telefoontje kregen dat ze dochter Nina (17) konden adopteren. Nina was in China te vondeling gelegd. Althans, dat is wat ze altijd is verteld. In werkelijkheid werd ze van haar ouders gestolen, die altijd zijn blijven zoeken.

Jacqueline: “Toen onze geadopteerde dochter Nina was gevonden door haar Chinese familie, was ik zo verdrietig voor hen. Want eigenlijk zijn ze hun dochter twee keer verloren. De eerste keer na een week, toen Nina bij hen werd weggehaald. Daarna hebben ze zo lang naar haar gezocht, en toen ze haar hadden gevonden, verloren ze haar aan Europa. Want Nina is door haar leven hier zo’n ander meisje geworden dan ze daar zou zijn geweest, zo verwesterd. Ik heb me altijd afgevraagd wie de vrouw zou zijn die haar moeder is. Ik heb altijd gevoeld dat ze er was. Met kleine dingetjes. Toen ik Nina leerde fietsen, wat best lang duurde,  reed ze een keer de bosjes in. Op dat soort momenten voelde ik Nina’s moeder, alsof ze wilde zeggen: heb geduld met haar, Jacq. Nina’s verjaardag vond ik altijd moeilijk om te vieren. Want dat was de dag dat zij was geboren, maar op die dag was ze ook neergelegd als vondeling. Tenminste, dat was ons altijd verteld. Om dat te vieren met slingers en ballonnen, vond ik moeilijk. Want er moest iemand zijn die op die dag zo veel aan Nina dacht, omdat zij haar op die dag had gebaard en moest afstaan. De geboorte van je kind vergeet je nooit.”

Geen tweede kind

In het China van 2003 raakte de moeder van Nina onverwachts zwanger van haar tweede kind. Normaal gesproken zou dat een heuglijk feit zijn. Maar dat lag toen een tikkeltje anders. Nina (17): “Ik werd geboren in het staartje van de een-kind-politiek. De regels waren net een beetje versoepeld. Ouders mochten alleen een tweede kind als er minstens vijf jaar tussen hun eerste en tweede kind zat. Maar mijn moeder werd vier jaar na de geboorte van mijn zusje weer zwanger.” De overheid oefende druk uit om abortus te plegen. Dat wilde Nina’s moeder per se niet, ze wilde haar kindje hoe dan ook ter wereld brengen. Het betekende dat ze moest onderduiken. Maar daar, in het ouderlijk huis van haar man, werd Nina zes dagen na haar geboorte toch ontdekt. “Mogelijk is dat gebeurd omdat er iets met Nina’s naveltje aan de hand was. Het was gaan bloeden omdat de navelstreng niet professioneel was afgeknipt, en Nina moest naar het ziekenhuis,” vertelt Jacqueline.

Overheidsambtenaren namen Nina mee en brachten haar naar een kindertehuis. Jacqueline: “Hoe dat precies is gegaan, weten we niet. Misschien is Nina wel uit haar moeders armen gerukt. Hoe dan ook, het moet vreselijk zijn geweest.” Nina werd naar een kindertehuis gebracht dat dicht bij het huis en het restaurant van haar ouders lag, op ongeveer drie kwartier rijden. Nina’s ouders wisten waar dat tehuis was. Elke dag gingen ze erheen, samen met Nina’s zusje. Ze mochten niet naar binnen, maar stonden urenlang voor het hek. Ze werden vaak weggejaagd door de beveiliging. Maar dan stonden ze er de volgende dag weer. Jacqueline: “Nina’s ouders waren intelligent en redelijk welgesteld. Ze probeerden alles om haar terug te krijgen. Er is zelfs iemand van het kindertehuis geweest die zei: ‘oké, als jullie je oudere kind aan ons geven, krijg je Nina terug’. Want ze mochten er maar één houden. Anderhalf jaar lang hebben ze aan dat hek gestaan. Tot hen werd verteld dat hun dochter was geadopteerd. ‘Pap, ze hebben mijn kind,’ zei Nina’s vader tegen haar opa toen Nina weg bleek te zijn. ‘Wees gefocust, leer Engels en geef nooit op. Dan zul je haar terugvinden,’ zei Nina’s opa. Hij was zo’n wijze man. Haar ouders hebben inderdaad nooit opgegeven. Ze zijn haar altijd blijven zoeken.”

Kom maar op

Jacqueline: “Mijn man Ton en ik hebben altijd al een adoptiewens gehad, ook voordat we onze zoons kregen. We hebben vroeger veel door Azië gebackpackt. Een kind is een kind, het maakte mij niet uit of het een biologisch kind was of een geadopteerd kind. De wens om een kind te adopteren is na de geboorte van onze zoons Jamie en Tommy nooit weggegaan. Drie jaar voordat Nina in ons leven kwam, gaven we onszelf op voor adoptie. Door je nummer weet je ongeveer wanneer je aan de beurt komt, en dan kun je een beetje rekenen: ergens is nu een vrouw zwanger van mijn kind. Ik vroeg me altijd af: hoe voelt zij zich? Ik was zelf zwanger geweest, ik wist hoe het voelde, en zij moest nu dealen met al die onzekerheid. Hoe bang moest zij zijn geweest?

Na enige tijd kregen we bericht dat er een kind voor ons was. Ze was anderhalf en wachtte op ons in een kindertehuis in China. Nou, kom maar op, dachten we. Zij was na twee kinderen ons cadeautje. Het is een gek gevoel, maar je houdt meteen van zo’n kind. Een kind dat je nog niet eens hebt gezien. We hadden geen idee hoe groot ze was of hoe ze eruitzag. Pas bij de stichting Wereldkinderen in Den Haag kregen we een foto van haar te zien. Volgens de informatie die wij kregen, was ze te vondeling gelegd op een rotonde in een piepschuimen bakje met een flesje en wat kleertjes. Daar bleek achteraf niets van waar te zijn geweest, maar dat wisten we toen nog niet. Wij vroegen later nog wel of er iets van haar spulletjes bewaard was gebleven. Nee, dat was allemaal verloren gegaan, zeiden ze tegen ons. Na een aantal maanden mochten we Nina ophalen in China. Na al die tijd van een kind te houden dat we alleen van een foto kenden, hadden we haar eindelijk in onze armen. Ze was heel klein; ondanks haar anderhalf jaar woog ze maar acht kilo. Ik zal nooit de angst in haar ogen vergeten. Ze was het oudste meisje in het kindertehuis. Hoe ouder het kind, hoe lastiger het is om geadopteerd te worden. Maar Nina wilde niets van ons weten. Ze moest spugen van ellende. We hebben haar in eerste instantie maar even met rust gelaten bij haar verzorgster, met wie ze een sterke band had, voordat we haar uiteindelijk meenamen naar Nederland. Nina is zo’n lief en bescheiden meisje, ik heb altijd het gevoel gehad dat haar ouders lieve mensen waren.”

Bericht van haar ouders

Nadat Nina’s ouders hadden gehoord dat hun dochter was geadopteerd, waren ze ten einde raad. Jacqueline: “Maar na een tijdje zijn ze contact gaan zoeken met de mensen die in het kindertehuis werkten. Dat was heel slim. Ze probeerden heel voorzichtig bevriend te raken met Nina’s verzorgster, de vrouw die Nina aan mij had moeten afgeven. Dat is gelukt. Uiteindelijk hebben Nina’s ouders op die manier gehoord dat Nina aan een Nederlands echtpaar was gegeven. Ze zijn via haar uiteindelijk zelfs aan ons adres gekomen, wat natuurlijk helemaal niet had gemogen.”

Toen Nina een jaar of negen was, kreeg ze een Facebook-bericht. Zogenaamd van de directeur van het kindertehuis, die wilde weten of het goed met haar ging. Jacqueline: “Achteraf bleek dat een bericht van Nina’s ouders te zijn. Ze durfden niet rechtstreeks contact te zoeken, ze waren bang dat wij het contact zouden afhouden. Dan hadden ze niets.” Enige tijd daarna kreeg Nina een brief. “Een meisje uit China was zogenaamd op zoek naar een penvriendin. Nina was negen, die kon nog helemaal niet in het Engels schrijven. Dus daar reageerden wij niet op, hoe zielig ik het ook vond voor dat meisje.” De brief was, zo bleek later, afkomstig van Nina’s zusje. “Nina’s ouders hebben precies gedaan wat die opa had gezegd. De oudste dochter spreekt Engels, wat best zeldzaam is in China.”

Lees ook: Sandra gaf haar baby op voor adoptie: ‘Nu ik hem weer gevonden heb, is mijn gezin compleet’

Pas als het goed voelt

Nina was twaalf toen er een pakketje werd bezorgd. Uit China. “Ik dacht nog: ik heb niets besteld,” zegt Jacqueline. Het pakketje bleek een doos te zijn met allerlei Chinese spulletjes. Er zat onder andere een foto-album in. Op één foto stond een Chinese vrouw met een baby in haar armen. De vrouw leek erg op Nina. Toen ging Jacqueline iets dagen. Dit moest Nina’s moeder zijn. In de doos zaten ook brieven, waaruit bleek dat Nina’s ouders graag contact wilden met hun dochter. Jacqueline en haar man overlegden met elkaar. Nina was net in de puberteit, ze wilden haar beschermen. Daarom mailden Jacqueline en Ton naar Nina’s ouders. Dat het goed met haar ging, en dat ze hen graag met elkaar in contact wilden brengen, maar dan wel pas wanneer het goed voelde voor Nina. “We stuurden hen ook een aantal foto’s van Nina. Ze begrepen het gelukkig, en ze waren het met ons eens. Het ging om Nina, zij moest er klaar voor zijn.

Nina is altijd het middelpunt geweest, voor hen én voor ons. Vanaf dat moment hebben we regelmatig met elkaar gemaild. We stuurden ze ook foto’s bij belangrijke momenten in Nina’s leven. De doos uit China borgen we op. Een paar jaar later, toen Nina veertien was, hebben we het haar verteld. Het werd tijd, zo voelde het. We waren op vakantie in Kroatië, er was genoeg tijd om te praten en het te verwerken.” Nina moest ontzettend huilen toen ze hoorde dat haar ouders op zoek naar haar waren, en dat ze een zusje had én nog een broertje, die was geboren nadat de een-kind-politiek was afgeschaft. Nina: “Het was gewoon allemaal heel veel om te bevatten. Ik was zelf nooit op het idee gekomen om mijn biologische ouders te zoeken. Ik was blij dat ze mij hadden gevonden, maar eigenlijk had ik nooit iets gemist.”

Een beetje bezonken

Jacqueline: “Toen het allemaal een beetje was bezonken, wilden we elkaar allemaal wel graag ontmoeten. Maar we spraken geen Chinees, hoe konden we zorgen dat we met hen in contact konden komen? Wij durfden het niet zo goed alleen, en we wisten ook niet hoe we het moesten aanpakken. Toen heb ik Spoorloos benaderd. Ze vonden het bijzonder dat Nina werd gezocht, meestal is het het kind dat naar de ouders zoekt. Na een tijdje kwam iemand van de redactie hier in huis met een aantal DNA-tests. Want iedereen, inclusief wijzelf, wilde natuurlijk wel zeker weten dat dit echt Nina’s ouders waren. Daarna werd alles voor ons geregeld: de reis en een tolk. Een aantal medewerkers van Spoorloos reisde alvast vooruit en sprak met de familie van Nina, de familie Gong. Zij konden alleen maar huilen toen ze hoorden dat we écht zouden komen, vertelden ze.

Daarna gingen we met ons hele gezin naar China. Ze brachten ons eerst naar het kindertehuis waar Nina had gezeten. Daar zagen we de hekken waar de familie zo vaak aan had gestaan.” Nina: “We zouden mijn familie de dag daarna ontmoeten in hun restaurant. Maar we wisten niet dat er honderdzestig familieleden in het restaurant zouden zitten. Dat was wel heel overweldigend.” Jacqueline: “Nina liep op haar ouders, zus en broer af en toen zag ik meteen de gelijkenissen. Ze waren allemaal even groot, ze leken zo op elkaar. Nina verdween bijna in haar familie. Dat vond ik mooi, maar het was ook voor mij, net als voor Nina, een overweldigende ervaring.”

Het leven gaat door

Inmiddels is de familie Gong ook in Nederland geweest en zijn ze door Nina’s Nederlandse familie in de watten gelegd. En nu? Nina: “Voor mij gaat het leven gewoon door. Ik spreek ze af en toe via de app. Ik heb er een familie bij gekregen en ik voel me heel geliefd, maar verder is er niet veel veranderd. Er is alleen iets extra’s bij gekomen in mijn leven.

Jacqueline: “Het grote verschil is dat zij altijd van Nina hebben geweten en iedere dag van haar hebben gehouden. Ze zijn nooit gestopt met aan haar denken, iedere dag. Bij haar was het er ineens.”

Nina: “Er was nog geen echte band, qua gevoelens. Maar het is een mooie toevoeging aan mijn leven.”

Jacqueline: “Al onze vragen over de adoptie zijn wel beantwoord. Ik weet op wie ze lijkt. Dat moment, dat ze daar buiten het restaurant voor het eerst haar familie zag, zal me altijd bijblijven. Waar we heel blij mee zijn, is dat haar familie haar na zeventien jaar eindelijk heeft leren kennen. Zij weten nu wie Nina is. Dat vind ik heel mooi.”

Lees ook: Minke vond na 21 jaar haar biologische zus in Denemarken

Tekst: Ella Mae Wester. Foto: Bart Honingh