Wat Gebeurt Er Met Jou Als Je Sjans Hebt Op Een Terras Met Een Voorbijganger Op De Fiets 43

Tweelingzussen Laurens en Yentl zijn nu broer en zus

Laurens en Yentl (24) zijn een eeneiige tweeling. Na een jarenlange struggle kwam Laurens op z’n 17e uit de kast als transgender. En dat heeft de band tussen – nu – broer en zus goed gedaan. “Het gaf ons allebei ruimte.”

Yentl: “Laurens en ik leken toen we klein waren uiterlijk gezien enorm op elkaar. We hebben allebei hetzelfde rode haar, waardoor de gelijkenis sowieso al snel werd getrokken. Maar qua gedrag waren we wel verschillend. Waar ik als klein meisje het liefst in een roze jurk met bloemetjes liep, droeg Laurens een broek met een haaien T-shirt. Ik was een echt meisjes-meisje. Laurens totaal niet.”

Laurens: “Ik werd regelmatig voor een jongetje aangezien. En ik moest heel vaak uitleggen waarom ik niet zoals Yentl was en niet ook een jurk droeg. Maar ik wilde dat gewoon niet, ik vond het niet mooi. Met carnaval was mijn zus verkleed als prinses en ik als spiderman. Het was voor ons zelf nooit zo’n issue. Het was meer dat anderen er vragen over hadden. Of mensen deden net alsof het er niet was. Ik weet nog dat we voor onze verjaardag allebei een Bratz-pop kregen. Ik gaf de mijne aan Yentl en kocht van mijn eigen geld een Actionman. Als tweeling word je voortdurend met elkaar vergeleken en als één persoon gezien. Dat heeft alles voor mij wel een heel stuk lastiger gemaakt.”

Yentl: “De omgeving had echt wel door dat er iets ‘anders’ was aan Laurens. Het was niet voor niets dat hij in de eindmusical in groep 8 de rol van lesbienne toebedeeld kreeg. Allebei zijn we op de basisschool erg gepest. Laurens om het feit dat hij op een jongetje leek, ik omdat ik heel extravert was. Naast de roze bloemetjesjurken, kon het mij niet glitterig genoeg zijn. En dan dat rode haar natuurlijk; we werden allebei vuurtoren genoemd. Toch schepte dit geen band: we gingen op school of thuis nauwelijks met elkaar om. Laurens en ik zaten niet bij elkaar in de klas, en we begrepen elkaars gedrag gewoon niet.”

Laurens: “Ik vond Yentl maar vervelend. En zij vond mij maar chagrijnig. Ik was inderdaad de vrolijkste niet. Ik was gefrustreerd en ongelukkig. Dat uitte zich in woedeaanvallen. Als kind ben ik behoorlijk eenzaam geweest, depressief ook wel, weet ik nu. Ik voldeed niet aan de verwachtingen, dat voelde ik aan alles.”

Alleen maar leuk

Yentl: “We waren een jaar of 12 toen Laurens mij via MSN – dat deed je toen nog – liet weten dat hij een vriendinnetje had. Het verbaasde mij niets. Het was al wel vaker gevraagd: ben je niet gewoon lesbisch? Ik vond het alleen maar leuk voor mijn zus.”

Laurens: “Vanaf dat moment werd mijn jongensachtige gedrag meer geaccepteerd. Ik knipte mijn haar kort en niemand stelde daar vragen over, maar van binnen wist ik dat er meer aan de hand was. Pas toen ik 15 was sprak ik dat hardop uit. Ik had op school een presentatie bijgewoond van een transman – hij was totaal niet macho of gespierd. Dat kon dus ook. Ik ben toen mijn research gestart, want was ik niet gewoon man? Er brak een wisselperiode aan. Ik zag mezelf niet meer als vrouw. Ik veranderde mijn naam in ‘Lau’ en was, wat je nu, non-binair noemt; ik ging niet als vrouw, maar ook niet als man door het leven. Steeds meer mensen zagen mij als jongen en hoe meer ik als man gezien werd, hoe makkelijker alles werd. Eindelijk was ik verlost van het commentaar dat ik mijn hele leven had gekregen.”

Yentl: “Ongeveer een jaar daarna kwamen we elkaar tijdens het uitgaan toevallig tegen in de stad. We gingen heel veel ons eigen weg in die tijd. Lau stelde zich toen voor het eerst aan een van mijn vrienden voor als ‘Laurens’. Are you serious, dacht ik, toen ik dat hoorde. Ik kon er niet bij dat hij zo’n saaie naam had uitgekozen. Als je toch uit alles kunt kiezen! Verder was ik totaal niet geschokt. Ik heb geen seconde gedacht dat ik mijn zus ‘kwijt’ was. Ik zag vooral de ruimte die Laurens nu kreeg om zichzelf te ontdekken en dat vond ik alleen maar fijn. Doordat Laurens uit de kast kwam als transgender, keken mensen ineens ook vragend naar mij. ‘En jij dan?’, wilden ze weten. ‘Het is niet erg hoor, je kunt het gewoon zeggen!’ Maar ik voelde me gewoon vrouw en ik had een vriendje.”

Laurens: “Ik heb altijd gedacht dat ik 100% hetero was, totdat ik verliefd werd op een man. Daarmee was ik mijn laatste ‘normale’ label kwijt, haha. Ach, al die labels; je houdt dat toch ook niet meer bij? Ik heb mijn omgeving een jaar de tijd gegeven te wennen. Gelukkig deed niemand er moeilijk over. Ook mijn familie was er helemaal oké mee. Op m’n zeventiende heb ik me aangemeld bij een genderkliniek, waar ik op een wachtlijst terechtkwam. Ik heb geen seconde getwijfeld en kwam heel soepel door alle gesprekken die je dan moet voeren. Mijn oma is zelfs een keer met mij mee geweest. De hormonen die ik daarna kreeg, veranderden alles voor me. Ik kreeg al heel snel een lage stem.”

Grote verandering

Yentl: “Dat was zo leuk om te horen! Laurens en ik woonden op dat moment niet meer onder een dak, dus iedere keer als ik hem weer zag, was zijn stem voor mij weer lager geworden. Het verbaasde me; het was zo’n grote verandering. Maar er veranderde ook iets wezenlijks aan Laurens. Zijn zelfvertrouwen nam toe.”

Laurens: “Eindelijk kon ik mezelf zijn. De verwachtingen die mensen van mij hadden veranderden, leek wel. Door mijn lagere stem paste het beeld dat mensen van mijn hadden beter bij me, bijvoorbeeld. Ik was nog steeds dezelfde persoon, maar meer open, veel gelukkiger.”

Yentl: “Het was heel fijn te zien dat Laurens zoveel gelukkiger was. Voor mij was dat het allerbelangrijkst, zijn geluk. Als kind werd ik echt gek van dat vergelijken steeds. ‘Rot op met je tweeling’, heb ik heel vaak gedacht. Ik zette me er enorm tegen af. Doordat Laurens zichzelf vond, kon ik ook meer mezelf zijn. Ik kon mijn vrouwelijke kanten meer laten zien. We kregen allebei meer ruimte.”

Sterkere band

Laurens: “Onze band is veel sterker dan vroeger. Yentl zien was altijd heel confronterend voor me. Ik had heel graag op jongere leeftijd geweten dat ik transman was, dan had ik puberteitremmers kunnen krijgen. Mijn tweeling-zijn is daar voor een groot deel verantwoordelijk voor geweest, maar ook het feit dat ik mannen altijd alleen als macho en stoer heb gezien. Zo ben ik namelijk niet. Ik heb nooit een goed identificatiepunt gehad. Daarom ben ik nu ook ambassadeurswerk gaan doen, om te laten zien dat je er niet perse heel mannelijk of gespierd uit hoeft te zien.”

Yentl: “Ik ben ook actief als ambassadeur bij Bi-plus, een organisatie voor biseksuelen. Ik had dan wel eerst twee keer een relatie met een jongen, diep van binnen heb ik altijd geweten dat ik op zowel mannen als vrouwen val. Biseksueel zijn is best lastig; het is namelijk geen 50/50 verhaal. Je bent niet gay en je bent niet hetero, waardoor je er in beide groepen net niet bij hoort. Sommige lesbiennes vinden dat je slechts nieuwsgierig bent. En hetero mannen zien biseksualiteit vaak als iets waar zij iets aan hebben. Ze vinden twee vrouwen spannend, terwijl ik op die vrouw val om haar, niet voor die man.”

Laurens: “Ik heb niet alle operaties ondergaan die nodig zijn voor een volledige transitie. De operatie aan het geslachtsdeel is heel gecompliceerd en brengt behoorlijk wat risico met zich mee. Dat is het mij nu nog niet waard. Het resultaat is mij qua looks en functie nog niet goed genoeg om de gok te nemen. Misschien is dat over een paar jaar wel anders. Tot die tijd hoop ik het qua lichamelijke dysforie – lichaamshaat – vol te houden; ik merk wel dat dit steeds moeilijker wordt. Ik maak de keuze pas als ik echt niet anders meer kan. Ik heb wel baarmoeder, eierstokken en borsten laten verwijderen. Vooral dat laatste heeft mij heel veel vrijheid gegeven. Ik ben altijd bang geweest dat anderen het zouden zien. Mijn lichaam heeft nog nooit zo eigen gevoeld als na die operatie. Dat was een bevestiging voor me: zo had het moeten zijn.”

Vertellen of niet

Yentl: “Ik vind het verdrietig dat Laurens dit heeft moeten doormaken. Ik ken het gevoel niet; ik heb nooit gedacht: ‘Was ik maar een man.’ Maar ik snápte het wel, ook dat Laurens koos voor de operaties. Ik vergelijk het met het idee van een balzak aan mijn elleboog – daar had ik ook zo snel mogelijk vanaf gewild.

Als mensen vragen of we broer en zus zijn, laten we tegenwoordig vaak ‘eeneiig’ bij het woord tweeling weg. Ik wil Laurens ook niet outen. Het is aan hem of hij het wil vertellen of niet. Overigens zijn de reacties nooit negatief. Het is meer dat mensen het soms niet helemaal begrijpen.”

Laurens: “Het zou natuurlijk geweldig zijn als ik niets meer hoef uit te leggen. Het is een groot onderdeel van mijn leven, maar ik ben wel meer dan transgender. Toch heb ik bewust voor het ambassadeurschap voor Transgender Netwerk Nederland gekozen. Ik vind het superleuk om te doen en het is gewoon nog nodig. Als mensen horen dat ik geboren ben als meisje, zijn ze vaak verbaasd. ‘Dat zou je niet zeggen’, is vaak de reactie. Soms noemen mensen mij ‘goed gelukt’. Dat is bedoeld als compliment, maar zo voelt dat niet. Alsof ik anders niet goed gelukt was…”

Yentl: “Laurens en ik zijn door fotograaf Judith Helmers vastgelegd voor de expositie Identically Different. Judith heeft ons daarvoor een paar jaar gevolgd. We zijn onder meer in badkleding door haar gefotografeerd. Als mensen die foto zien, denken ze nog wel eens dat ik transgender ben, ook omdat ik iets langer ben. Ik vind dat een mooi compliment voor Laurens. Ik voel me er in elk geval niet door beledigd, ik vind het wel grappig.”

Laurens: “Na een jeugd waarin we amper wat met elkaar hadden en echt ons eigen weg gingen, is onze band nu beter dan ooit. We wonen twee straten bij elkaar vandaan en zien elkaar dagelijks. We horen vaak dat we op elkaar lijken, zelf zien we dat niet zo. Ons rode haar blijft een overeenkomst natuurlijk. Ik durf met een gerust hart te zeggen dat ik gelukkig ben nu. We zijn allebei gelukkig.”