Vrouw Laptop (1)

Lezeressen over vreemde verslavingen: ‘Elke dag 4 uur op Funda’

Het eindeloos googlen van oude bekenden, op álles wasparfum spuiten, een aanbouw laten plaatsen speciaal voor de aldoor groeiende verzameling servies. Acht vrouwen vertellen over hun bijzondere verslaving.

‘Noem een willekeurig persoon uit mijn verleden en ik weet hoe het met hem of haar gaat’

Roos (43): “Ik doe het al sinds Hyves, nog vóór ik een Facebook-account had: mensen en plaatsen uit mijn verleden opzoeken. ‘Zit je weer te gluren?’, schampert mijn man als ik weer eens een avond aan mijn telefoon zit geplakt. Volgens hem doe ik niet onder voor de gemiddelde stalker. Hij heeft gelijk: noem een persoon uit mijn verleden, hoe zijdelings ook, en ik weet hoe het met hem of haar gaat – mits hij of zij een profiel heeft op social media, of ten minste wat Google-resultaten. Het begon toen ik op Hyves wat jongens van de middelbare school tegenkwam. Voer voor roddels onder vriendinnen, natuurlijk. ‘Jee, heb je gezien wat er van Rick is geworden?’ ‘Nou Jelle dan, vroeger zo’n stille Willem en nu een snelle zakenman.’
Het mondde uit in een hobby die je inmiddels gerust een verslaving kunt noemen, en die verdergaat dan social media alleen. Soms doe ik het avonden achtereen, soms weken niet, maar áls ik eenmaal aan het Facebooken en googlen sla, ben ik zo uren zoet – soms tot in het holst van de nacht. De sportleraar van de kinderen, een klasgenoot van mijn kleuterschool, ik pluis ze allemaal uit. Totale tijdverspilling, want meestal gaat het om mensen die waarschijnlijk geen idee meer hebben wie ik ben, en ik heb ook geen behoefte aan contact. Ik heb weleens per ongeluk op ‘like’ geklikt. Daar gaat dan je anonieme geneus. En toen we met het gezin op groepsreis gingen naar Thailand en ik van tevoren alle medereizigers had nagetrokken, versprak ik me eens schromelijk tijdens de avonddis. ‘Nou, jij hebt je huiswerk grondig gedaan’, knipoogde een reisgenoot van wie ik zelfs wist waar hij geboren was. Sindsdien houd ik mijn lippen stevig op elkaar. Maar de juf van mijn zoon voor komend schooljaar? Die heb ik natuurlijk allang gegoogeld.” 

‘Voor mijn glasservies heb ik een extra deel aan de keuken laten bouwen’

Maaike (45): “Feitelijk is het een koopverslaving en ergens schaam ik me kapot, maar ik heb vier complete, twaalfpersoons serviezen én een buffetkast vol met meer dan honderd serveerschalen in alle formaten. Voor het glasservies heb ik een extra deel aan de keuken laten bouwen. Alleen aan champagneglazen heb ik al zo’n veertig stuks. Je zou er in één keer een compleet dorp van kunnen laten dineren, maar het gros van mijn extravagante serviescollectie verstoft in de kast. In de praktijk gebruik ik borden van Ikea, want met kinderen in huis sneuvelt er nogal eens wat, en die borden mogen tenminste in de vaatwasser. En dan te bedenken dat ik er nooit iets om gaf.
Toen mijn schoonouders mijn vrouw en mij voor ons trouwen een bestekset wilden geven, wist ik niet hoe snel ik ze beleefd op andere ideeën kon brengen. Inmiddels bezit ik drie cassettes, allemaal aangeschaft via Marktplaats en nog nooit gebruikt. ‘Binnenkort gooi ik alles in de voortuin’, foetert mijn vrouw weleens, als ik weer eens thuiskom met een nieuwe schaal of dessertkommen. In de kastruimte die het zou opleveren, zouden we een halve zolderverdieping aan zooi kwijt kunnen. Toch is er geen haar op mijn hoofd die eraan denkt iets weg te doen. We hebben een grote keuken, daar kan nog best een kastdeel bij.”

‘Elke avond loop ik mijn benen na, er valt altijd wel een stoppeltje te vinden’

Nanja (38): “‘Scheer nooit je benen, daar wordt je haargroei alleen maar erger van’, peperde mijn moeder me in toen ik op dertienjarige leeftijd met een scheermes in de aanslag stond. Een schrikbeeld, met mijn witte huid en zwarte haren, dus gooide ik het mes aan de kant en wendde me tot het pincet. De wenkbrauwen van mijn moeder waren er al mijn hele leven dunne lijntjes door, die ik nooit meer dik zag groeien. En zo zat ik, avond na avond voor de tv, te plukken aan mijn benen. Een monnikenkarwei, maar het werkte. Doordat ik het al zo lang doe, groeit er inmiddels nauwelijks nog iets terug.
Toch loop ik nog elke avond mijn benen na, er valt altijd wel een stoppeltje te vinden. Ik doe het allang niet meer voor het cosmetische effect, het is meer een ritueel geworden. Het epileren maakt me zelfs rustig. Ik denk dat het zoiets is als nagels bijten. Ik heb het weleens opgezocht, en ik denk dat het valt onder trichotillomanie; de onbedwingbare behoefte je eigen haar uit te trekken. Zolang dat zich beperkt tot mijn benen, zie ik er geen kwaad in. Sterker nog: mijn benen zijn gratis altijd glad. Zodra ik de hand aan mijn hoofd sla, mag je ingrijpen.”

‘Ik besteed elke maand zeker vijf hele dagen aan het online naar te koop staande huizen kijken’

Anoushka (40): “Ik heb een heerlijk huis waar ik helemaal niet weg wil, maar open Funda en ik ben zo een halve dag verloren. Het gekke is: mijn verslaving begon pas nadat we ons huidige huis tien jaar geleden kochten. Ik doe er ideeën op voor ons eigen interieur en vind het hoe dan ook leuk om binnen te kijken bij anderen, maar het is ook een ontsnapping aan de realiteit. Het is meestal uitstelgedrag; hoe drukker ik het heb, hoe groter de kans dat ik vlucht in Funda, en mezelf er vervolgens urenlang verlies.
Ik droom van riante landhuizen die we nooit kunnen betalen, en kleine huisjes in het groen waar we nooit zullen wonen omdat de kinderen nu eenmaal hun bestaan hebben in de stad. Ik vergooi er minstens vijf hele dagen per maand mee, tijd die ik veel nuttiger kan gebruiken. Maar ja, een ander gaat een paar uur puzzelen, of wandelt met de hond. Ik zie mijn Funda-verslaving maar als míjn ontspanning – al maken al die droomscenario’s mijn hoofd er niet rustiger op.”

‘Ik ben inmiddels schuldenvrij, maar het beknibbelen is een verslaving geworden’

Romy (29): “Als het niet in de bonus is, hoef ik het niet. Dat is zo’n beetje mijn levensmotto. Nadat ik me tijdens mijn opleiding flink in de schulden had gewerkt, en eenmaal aan het werk elk dubbeltje moest omdraaien, was besparen bittere noodzaak. Inmiddels ben ik schuldenvrij met een keurig inkomen, maar het beknibbelen is een verslaving geworden. Een ‘Nee-nee’-sticker zul je op mijn brievenbus nooit vinden. Ik wil geen aanbiedingenfolder missen.
Dagelijks scroll ik door apps als Scoupy en sites als gratis.nl. Mijn boodschappen doe ik bij de voordeelsuper. Alleen de luxeproducten die ik daar niet kan vinden, koop ik elders. Altijd in de aanbieding. Mijn vriend vindt het belachelijk. Volgens hem bespaart dit hooguit een paar tientjes in de maand, geld dat we makkelijk kunnen missen. Maar ik weet wel beter: ik heb een spaarrekening opgebouwd met mijn bezuinigingen waar we straks superdeluxe van op huwelijksreis kunnen – maar dan wel tegen een scherpe prijs.”

‘Zelfs in een goed restaurant maak je me blijer met cola dan met een glas Côtes du Rhône’

Jowita (36): “Cola, ik ontbijt ermee en ga ermee naar bed. Ik houd het op een tegenreactie op mijn jeugd, waarin elke vorm van suiker streng verboden was. Mijn eerste cola dronk ik bij een vriendinnetje. Ik was acht, en had nog nooit zoiets lekkers geproefd. Het duurde tot de middelbare school tot ik het stiekem zelf kon kopen. Om mijn gebit én kilo’s te sparen, ben ik jaren geleden overgestapt op zero. Maar gezond is anders en goedkoop is het evenmin.
Wekelijks zeul ik twee blisterverpakkingen het huis in, die ik in mijn eentje achterover sla. Zelfs in een goed restaurant maak je me blijer met een Coca Cola bij mijn krab dan met een Côtes du Rhône. Ik moet er eens mee stoppen, want ook van zero slijten je tanden. En in welke staat mijn maag verkeert, daar durf ik niet eens naar te gissen. Het is ook weinig verfijnd, dat gezoetekauw. Toch is elke poging om te minderen tot nu toe jammerlijk mislukt. Als ik het simpelweg niet in huis haal, zwicht ik voor een blikje bij de benzinepomp. Overigens alleen als ze echte cola verkopen. Een ander merk laat ik met liefde liggen.”

‘Ik spuit wasparfum op alles, ook al kost het een klein fortuin’

Debby (51): “Ik heb gewoon een gevoelige neus. Als kind al rook ik aan alles. Ik las geen boeken uit de bibliotheek, want die roken anders, viezer, dan gekochte exemplaren. De periode dat mijn zonen pubers waren, ervoer ik als een ware hel: overal in huis zweetsokken, stinkende sneakers en muffe mancaves. Ik werd er onpasselijk van. Nadat ik de was mijn leven lang met overdreven hoeveelheden wasmiddel deed, ontdekte ik een paar jaar geleden wasparfum.
Die geur blijft dagen hangen, zowel in huis als aan je kleding. Sindsdien gebruik ik het voor alles, ook al kost het een klein fortuin. Ik sprenkel het over de bank, het beddengoed, zelfs het tuigje van de hond smeer ik ermee in. Mijn man klaagt dat zijn voetbalteam hem belachelijk maakt. Ze noemen hem een wijf, met die parfumgeur aan zijn kleding. Maar alles beter dan de natuurlijke odeur van zijn tenue, want óók volwassen mannen stinken.”

‘Mijn complete zakgeld verdween in flessen facewash, peelings en scrubhandschoenen’

Salima (41): “Mijn achternaam is Bult. Dus als ik je vertel dat ik in mijn puberteit gebukt ging onder vreselijke acné, kun je je voorstellen hoe ik mijn middelbareschooltijd heb ervaren. Mijn pukkels waren hét onderwerp van spot. Tegenwoordig bestaan er redelijke therapieën tegen acné. Maar nadat ik mijn huid jarenlang verstopte onder dikke pancakes poeder en foundation die het probleem nog erger maakten, was er voor mij alleen een schoonheidsspecialist voorhanden. Die prentte me in vooral goed te reinigen. Van binnen en van buiten. Dus leefde ik al op groenten voordat #healthy een hype werd. Mijn complete zakgeld verdween in flessen facewash, peelings en scrubhandschoenen. Uren per dag was ik ermee bezig. Tot ik mijn gezicht zo kapot had gescrubd, dat het ontstak.
Sinds ik volwassen ben en een goede huidtherapeut heb gevonden, ga ik subtieler te werk. Mijn huid is onherkenbaar verbeterd, maar nog altijd ben ik bovenmatig veel met mijn gezicht bezig. Niemand, ook ik niet, mag het aanraken. En ik besteed zeker twee uur per dag aan reinigen en smeren.  Van de producten die ik daar op jaarbasis voor aanschaf, zou je best op vakantie kunnen. Make-up gebruik ik niet, dus daar bespaar ik weer op, houd ik mezelf én mijn man voor. Niet dat hij er ooit over zal klagen, hij weet wat er aan mijn reinigingsdrang ten grondslag ligt. Ik sla erin door, dat weet ik, maar ik denk niet dat ik hier ooit mee stop. Liever een poetsmiep dan een kraterkop.”