Stefanie: ‘Als het om entreeprijzen voor kinderen gaat, komt de boef in mij naar boven’
30 juli 2021
“Ik wil altijd eerlijk zijn, dus ik lieg nooit… Dat is een leugen, tenminste als informatie achterhouden onder liegen valt.
Entreeprijzen
Wanneer je uit eigen belang iets verzwijgt waardoor de waarheid anders lijkt, komt dat overeen met liegen. Dat wil ik niet. Als een caissière zich verrekend zeg ik: ‘Volgens mij geef je te veel terug.’ Maar als het entreeprijzen voor kinderen betreft, komt de boef in mij naar boven. Bij de kinderboerderij neem ik geregeld een kind dat niet op mijn abonnement staat mee naar binnen. Dan lieg ik niet en we kunnen gemakkelijk doorlopen. Maar eigenlijk is het stelen. Dat is gemeen. De geiten moeten toch ook eten? Vanaf nu wil ik in alle situaties eerlijk zijn.‘Ik zou bijna liegen’
Er staat tijdelijk een reuzenrad in onze woonplaats. Adriana wil erin, maar ze heeft met een vriendinnetje afgesproken om naar het zwembad te gaan. Als ik wil reserveren, blijkt het zwembad gesloten te zijn. ‘We kunnen ook naar het reuzenrad gaan,’ stel ik voor. Ik bel de vader van het vriendinnetje om te zeggen dat de plannen zijn gewijzigd. Ik wil de attractie betalen, maar de vader staat erop dat zijn dochter het entreebewijs van haar zwemgeld betaalt. ‘Hoeveel kost het?’vraag ik. ‘Tot twaalf jaar 7 euro en vanaf twaalf jaar 9 euro,’ antwoordt een leuke, jonge kaartjesverkoopster. Het vriendinnetje van mijn tienjarige dochter is twaalf, maar een halve kop kleiner dan Adriana. Hoewel het niet om mijn geld gaat, vind ik het principieel te duur voor een kind. Voordat ik iets kan zeggen, wijst Adriana naar haar vriendin en roept vrolijk: ‘Zij is twaalf!’ In alle eerlijkheid zeg ik: ‘Ik zou bijna liegen, maar dat kan nu niet meer.’ De verkoopster lacht om mijn grap, die geen grap is.Eerlijk zijn
De meiden zitten tegenover mij in het reuzenrad. Adriana’s vriendinnetje heeft een gesloten kommetje van haar handen gemaakt en schudt het overgebleven geld heen en weer. Het rammelt in haar handen. Hoe kan het rammelen? Ze had een tientje. Als het goed is, heeft ze één euro over. ‘Hoeveel geld heb jij teruggekregen?’ vraag ik. Het meisje opent het kommetje. Ik zie drie euro in haar handen liggen. Ze heeft dus het lage tarief betaald. Ik haal me het vriendelijke gezicht van de verkoopster voor de geest. Heeft ze ons gematst of heeft ze een foutje gemaakt? Zal ik haar twee euro teruggeven? Ik breng niets terug. Dat lijkt zo stom. Het valt niet mee om in alle situaties altijd honderd procent eerlijk te zijn.Lees ook: ‘Er ontstaat nieuw leven onder mijn typende vingers”