Canva1 2021 07 30t133007.035

Rosa vond haar vader terug, een anonieme spermadonor

Rosa kreeg altijd te horen dat haar vader anoniem was en dat ze nooit zou weten wie het is. Desondanks ging ze twaalf jaar geleden op zoek. En ze vónd hem. “We deden een dna-test en de uitslag was overduidelijk: vader en dochter.”

Rosa: “Mijn twee moeders zijn altijd heel open geweest over de manier waarop ik ben verwekt, namelijk met behulp van een anonieme zaaddonor. Al sinds ik een kleuter ben, wist ik dat. Zelf kijk ik terug op een fantastische jeugd, al had ik er volgens mijn moeder wel moeite mee dat ik geen vader had. Ik denk dat ik niet echt een vaderfiguur miste, maar nieuwsgierig was naar wat ik niet had.
En dat ik het woord papa niet kon gebruiken, daar baalde ik ook van. Het schijnt dat ik eens tegen de vader van een vriendinnetje heb gezegd, toen ik nog echt klein was: ‘Ik zou willen dat jij ook míjn papa was.’ ‘Prima,’ zei haar vader toen, ‘dan noem jij mij vanaf nu ook maar papa.’ Dat heb ik toen eventjes volgehouden en daarna was hij ook weer gewoon de papa van dat vriendinnetje.
Al op mijn tiende legde ik me er min of meer bij neer dat ik nooit te weten zou komen wie mijn vader was. Al bleef ik natuurlijk wel fantaseren over hoe hij eruitzag, waar hij woonde en wat hij deed. Ik ben vrij lang, heb groene ogen en een aanwezige kin. Dat zijn allemaal uiterlijke kenmerken die ik niet van mijn moeders kant heb meegekregen. Er vormde zich gaandeweg in mijn hoofd een beeld van hoe mijn biologische vader eruit moest zien. Ik heb jarenlang gehad dat ik door de stad liep en dacht: zal dat hem zijn?
Hetzelfde had ik met de gedachte halfbroers en -zussen te hebben. Ik herinner me dat ik eens in een koffietentje zat naast een jonge vrouw en ik bleef maar naar haar kijken en denken: wat lijkt ze op mij! Ze had zelfs dezelfde stem als ik. ‘Spreek haar aan’, zei de vriendin met wie ik koffiedronk. Maar dat durfde ik niet.”

Het leven is eindig

“In 2009 overleed plotseling mijn niet-biologische moeder. Mijn beide moeders waren toen al een tijdlang niet meer samen, maar gingen nog wel in goede harmonie met elkaar om. Door haar dood realiseerde ik me eens te meer dat het leven eindig is. Niet weten wie mijn biologische vader was, knaagde aan me. Als ik hem wilde zoeken, moest ik daar niet te lang mee wachten.
Om dichtbij het vuur te zitten en op de hoogte te blijven van alle ontwikkelingen, meldde ik me ook aan als vrijwilliger bij Stichting Donorkind. Er werd een kennismakingsavond georganiseerd voor donoren en donorkinderen die zich als vrijwilliger hadden aangemeld. Van tevoren werd expliciet gezegd: er zit geen match tussen de aanwezige donoren en donorkinderen. Ik ging er dus onbevangen, zonder verwachtingen, naartoe.
Maar toen we eenmaal met z’n allen aan tafel zaten, zat ik recht tegenover een donor die helemaal leek op het beeld dat ik van mijn vader had. Ik observeerde hem de hele avond, zelfs zijn handen leken op die van mij. Hij vertelde dat hij gedoneerd had in de periode dat ik ben verwekt in een kliniek in Leiden. Dus het was mogelijk… Bij het weggaan vroeg ik aan de gastvrouw wie die man was die tegenover me had gezeten. Want: wie zegt dat hij niet mijn donor is? Ze zei: ‘Hij zei precies hetzelfde over jou. Bovendien heeft hij me net foto’s laten zien van zijn dochters en je lijkt op hen. Ik breng jullie met elkaar in contact.”

Overduidelijk vader en dochter

“Ik kreeg een e-mailadres en we zijn gaan mailen. Eerst heel voorzichtig, aftastend. Maar op een gegeven moment vielen we van de ene herkenning in de andere. Hele verhalen wisselden we uit. We moesten echt tegen elkaar zeggen: ‘Ho, stop. We maken elkaar helemaal gek. Vanaf nu sturen we nog maar één mail per dag en we gaan een dna-test laten doen.’ Dat laatste vonden we beiden een beetje onzin, want het was overduidelijk: wij waren vader en dochter. Dat kon niet anders. We leken zoveel op elkaar. En het klikte.
Toch deden we een DNA-test en die gaf uitsluitsel: we bleken geen match. Ik was verbluft. Geloofde het gewoon niet. Was er niet toch nog ergens een heel kleine kans dat hij mijn vader was? In het laboratorium hebben ze nog een extra test gedaan en gekeken of zijn moeder mijn oma is. Maar ook dat was niet zo. Deze man was niet mijn vader. Die mededeling kwam keihard binnen. Ik wilde me er eerst ook niet bij neerleggen, voor mijn gevoel was ik zo dichtbij… Overigens hebben we nog steeds een warm contact. Hij en zijn vrouw hebben mij en mijn kinderen deels hebben opgenomen in hun gezin. En nog altijd grappen we tegen elkaar: dna liegt nooit, maar in ons geval wel.”

Wie van de drie…

“Na die uitslag moest ik toch weer verder. Moed verzamelen om opnieuw te zoeken. Via de Stichting hoorde ik dat het MC Kinderwens in Leiderdorp een donorkind zocht dat een praatje wilde houden op een voorlichtingsavond voor wensouders. Dat leek me leuk. Bovendien ben ik daar zelf verwekt, dus wie weet lag er nog een dossier. Tijdens het napraten vroeg ik het een medewerker. Zij antwoordde dat er inderdaad een medisch dossier van mijn moeder moest zijn. Als ik een afspraak maakte, kon ik dat samen met mijn moeder inzien. ‘Staat daar dan in wie mijn donor is?‘ vroeg ik. Daar kon ze geen antwoord op geven, we moesten maar langskomen.
Dat hebben we gedaan. Alles lag al geprint voor ons klaar. Het was super interessant. Het dossier was erg compleet en bevatte data van ovulatie, bevruchting en donornummers. Mijn moeder is in totaal vijf maanden bezig geweest om zwanger te worden. Bij de ovulatie waaruit ik ben ontstaan, zijn drie donoren gebruikt. Van alle drie donoren was er een donorpaspoort met uiterlijke kenmerken, geboortejaar en beroep. De vraag was alleen: wie van de drie was mijn vader? Ik ging ze naast elkaar leggen, selecteren op de kleur ogen. De kleur haar. De lengte. Maar echt veel wijzer werd ik er niet van.”

Donordetectives

“Ik zat opnieuw op een dood spoor. Maar niet voor lang, want in die periode waren net de internationale dna-banken als My Heritage in opkomst. Om me heen hoorde ik succesverhalen van donorkinderen die op deze manier hun anonieme donor vonden. Helpend daarbij was de komst van donordetectives, een groep die vrijwillig helpt zoeken. Als er een indirecte match is met een familielid aan vaderskant, zijn zij in staat om een stamboom te bouwen en via die weg bij de donorvader uit te komen.
Ik vond het een poging waard en liet mijn dna registreren bij My Heritage. Al snel popte er een tweedegraads neef op. Een man van ergens in de zestig. Hij had al een hele stamboom die hij met ons heeft gedeeld. Daarmee is een donordetective aan de slag gegaan. Maar hij liep vast. Een andere donordetective heeft het daarna opnieuw opgepakt en zij had binnen een week de puzzel opgelost en mijn grootouders aan vaderskant gevonden. Hoe precies, daar heb ik me niet in verdiept. Maar via een rouwkaart op internet ontdekte zij dat mijn grootouders twee zonen hadden, en een van de twee moest mijn vader zijn. Ook al omdat ook zijn geboortejaar overeenkwam met die van een van de drie mogelijke donoren. Er circuleerde ook een foto van mijn mogelijke vader op internet en die voldeed aan het beeld dat ik van hem had. Ik besloot hem te schrijven.
Vijf dagen later kreeg ik een antwoord: hij had inderdaad gedoneerd, maar was verrast door mijn brief, want hij zou toch anoniem blijven? Toch begreep hij dat ik meer wilde weten, helemaal nu de wet sinds 2004 anoniem donorschap verbiedt. Hij wilde me graag helpen om de laatste puzzelstukjes te leggen. We deden een dna-test en de uitslag was overduidelijk: we zijn vader en dochter. Ik had het niet meer, zo blij was ik.”

Extra opa

“Het moment waarop we elkaar voor het eerst zagen, is gefilmd. Ik kijk het fragment nog weleens terug op mijn telefoon. Heel bijzonder. Het is toch een soort Spoorloos-moment. De ontknoping, de ontlading… Ik val na een intensieve zoektocht van tien jaar mijn vader in de armen en we houden elkaar stevig vast. Daarna zijn we gaan koffiedrinken en praten. We bleken nota bene een paar weken in hetzelfde ziekenhuis te hebben gewerkt, dus we zijn elkaar daar wellicht een keer tegengekomen. Bizar.
Voor mijn vader voelde onze relatie meteen heel natuurlijk. Hij heeft al een dochter, weet hoe het is om vader te zijn en wat die rol inhoudt. Hij zei al snel tegen mij: ‘Je bent mijn dochter en ik houd van je.’ Ik had daar iets meer tijd voor nodig. Dat komt waarschijnlijk omdat ik nooit een vader heb gehad. Dus ik moest echt even zoeken naar hoe ik me tot hem verhoud.
We zijn nu twee jaar verder en inmiddels heb ik wel een vorm gevonden. Ik vind het fijn dat hij mij helemaal heeft geaccepteerd. Ik ben vlak voordat hij in mijn leven kwam gescheiden, en nu een alleenstaande moeder. Maar alleen hoef ik nooit te zijn. Mijn vader helpt me bij alles. Ik hoef hem maar te bellen of hij staat klaar. Zo lief. Hij is ook een extra opa voor mijn kinderen Boaz en Aaron. Ze zijn dol op hem en hij op hen.”

Mensenmens

“Een jaar geleden hebben mijn vader en ik eenzelfde tattoo laten zetten. Het is een dna-streng met ons beider initialen erin verwerkt en de datum waarop we de positieve dna-uitslag kregen. Het is iets tastbaars, iets voor altijd. Als ik ernaar kijk, denk ik aan hem.
Ik herken overigens sowieso veel van mezelf in mijn vader. Hij is een mensenmens. Behulpzaam, maar ook een pleaser. Dat heb ik ook in me. Ik wil het mensen naar de zin maken en helpen. Zo is hij onlangs nog donor geweest voor een lesbisch stel in zijn dorp. Dat doet hij gewoon voor anderen, heel genereus. Ik kreeg er dus laatst nog een halfbroertje bij én ik heb inmiddels ook nog een halfzus gevonden die slechts tien dagen scheelt met mij. Met haar klikt het, al hebben we nog niet de kans gehad om een hechte zussenband op te bouwen.
Is het niet idioot dat ik een paar jaar geleden min of meer de hoop had opgegeven ooit mijn anonieme donor te vinden? Kijk mij nu eens! Het grijze gebied van mijn stamboom aan vaderskant heeft kleur gekregen. En ook nog eens een heel mooie.”