Kathelijn (32) heeft borderline: ‘Ik ben altijd bang dat mensen me afwijzen’
6 oktober 2021
Je hoort het weleens zeggen over iemand: typisch een borderliner. Maar wat is borderline eigenlijk? En welk gedrag hoort bij deze psychische stoornis? Kathelijn (32) heeft borderline en in haar boek Gevalletje Borderline legt ze een en ander haarfijn uit. “Ik ben altijd bang dat mensen me afwijzen.”
Kathelijn: “Leven met borderline voelt als een storm, een stortvloed aan orkanen. In mijn hoofd is het nooit stil, het gaat maar door. Het raast en gaat alle kanten op. Soms kan ik er beter mee omgaan en het naar de achtergrond duwen. Maar soms neemt het alles over en is alles in mijn hoofd aan het razen. Dat is best zwaar.
Borderline wordt weleens beschreven als leven als een koorddanser: je bent steeds bezig om in balans te blijven, omdat je je zo instabiel voelt. Als ik bijvoorbeeld ruzie met iemand heb gehad, ben ik zo overweldigd dat ik naar de andere kant van de wereld wil verhuizen of heel erg dronken wil worden. Alles om in ieder geval niet meer te hoeven voelen. Op zo’n moment moet ik mezelf echt toespreken: dat ik dit conflict kan oplossen door het uit te praten, dat ik nu erg overweldigd ben, maar dat deze emoties niet voor altijd blijven. Ik ben dus steeds bezig mezelf te kalmeren. In therapie heb ik geleerd hoe ik dat soort dingen tegen mezelf moet vertellen, zodat ik weer rustiger word. Dat gaat niet altijd goed. Dan vind ik dat op een dag te veel heb gegeten en moet mijn avondeten eruit. Ik kan dan niet bedenken dat ik normaal heb gegeten en dat ik me niet moet aanstellen. Dat kan ik niet altijd. Ik vind het bijvoorbeeld spannend om dit interview te doen, dus vannacht heb ik nauwelijks geslapen. Ik heb dan ook waanbeelden dat er inbrekers waren. Ik probeer mezelf dan rustig te praten door tegen mezelf te zeggen dat er geen inbrekers zijn, maar dat ik gewoon gespannen ben voor het interview.”
Onveilige hechting
“Artsen denken dat borderline een combinatie is van genetische aanleg en omgevingsfactoren. Bij mij is het waarschijnlijk ontstaan toen ik klein was. Mijn vader is een tijd van huis geweest omdat hij een ongeluk had veroorzaakt. Ik was op dat moment drie. Eerst waren er jarenlange rechtszaken waarbij hij er bijna niet was, daarna zat hij een jaar in de gevangenis. In overleg met een psycholoog is besloten om mij en mijn zusje niet te vertellen wat er was gebeurd. Wij hoorden dat mijn vader in een hotel ging werken. Voor mijn vader was dit een traumatische gebeurtenis, voor mijn moeder indirect ook, en er waren spanningen thuis waar ik niets van begreep. Het was allemaal onduidelijk voor mij als kind. Psychologen spreken in zo’n geval van een onveilige hechting: ik kon aan de ene kant geen afscheid nemen als mijn moeder wegging, aan de andere kant maakte het me niks uit als ik mijn vader zag, daar reageerde ik niet eens op. Die tweedeling heb ik altijd gehouden, en omdat ik ook een genetische aanleg heb, heeft zich dat bij mij later tot borderline ontwikkeld.”
Alles in het extreme
“Achteraf gezien begon de borderline op mijn achttiende. Ik was depressief, maar iedereen dacht dat ik misschien gewoon moeite had met uit huis gaan en studeren. Maar in het laatste jaar van mijn studie, toen ik een tijdje in het buitenland studeerde, beheerste die depressiviteit eigenlijk mijn hele leven. Ik moest van mezelf alles in het extreme doen: extreem sporten of helemaal niet, extreem diëten of vreetbuien, alleen maar slapen of dagen wakker blijven, hard studeren of helemaal niet. Het voelde alsof ik geen bodem had en nergens op kon terugvallen.
Een kantelpunt was toen ik tijdens een sporttraining flauwviel. De huisarts verwees me door naar de cardioloog, ik bleek een hartritmestoornis te hebben. Het was onschuldig, waarschijnlijk door de stress, maar ik moest rust nemen en mocht niet meer sporten. Maar ik moest ook leren voor mijn tentamens en mijn scriptie schrijven. Ik werd moe, gefrustreerd en was met alles bezig, behalve mijn studie. Het was zo’n enorme chaos in mijn hoofd dat ik niet meer wist niet meer hoe ik de dagen door moest komen. Ik kon niet meer bedenken dat ik bijvoorbeeld boodschappen moest doen omdat ik eten nodig had. Mijn moeder is naar mij toe gekomen en heeft me door de laatste weken van mijn studie proberen heen te loodsen. Eenmaal terug in Nederland begon ik aan mijn stage, waar ik veel nieuwe indrukken opdeed. Ik heb toen een keer drie dagen niet geslapen terwijl ik wel naar mijn stage ging. Op een gegeven moment belde ik mijn moeder en zei ik dat ik dacht dat ik gek aan het worden was. Ik wist niet eens meer hoe ik mijn fiets op slot moest zetten. Ik voelde iets wat ik breinpijn noemde. Ik had fysiek pijn, het voelde alsof de monsters in mijn hoofd alles over hadden genomen.”
Neerwaartse spiraal
“In 2015 dachten artsen dat ik OCPS had, een obsessief-compulsieve persoonlijkheidsstoornis. Ik begon aan therapie in het AMC en kreeg medicijnen, waaronder slaappillen. Maar ik werd alleen maar depressiever en zorgde slecht voor mezelf. Dat werd een neerwaartse spiraal. Ik kon de hele dag aan niets anders meer denken dan aan suïcide. Toen zeiden ze in het AMC dat ze me niet verder konden helpen. Ik vatte dat op als dat ik een hopeloos geval was. Ik dacht: als ze me zelfs in een academisch ziekenhuis niet beter kunnen maken, kan ik er net zo goed mee ophouden. Ik vond het leven op dat moment ondraaglijk. In 2017 probeerde ik suïcide te plegen. Mijn ouders en zusje schrokken enorm. Ze wisten wel dat het niet goed ging, maar dat ik die stap zou zetten, was toch onverwacht. Driekwart jaar later kreeg ik uiteindelijk de diagnose borderline. Ik dacht: nu ben ik dus echt gek. Borderline heeft nu eenmaal een negatieve connotatie. Tot ik me erin ging verdiepen en begreep waar het vandaan kwam.
Onlangs heb ik een boek geschreven over mijn stoornis: Gevalletje borderline. Toen het net uit was, voelde het even alsof ik niets meer kon verbergen. Alsof iedereen kon zien wie ik ben. Dat vond ik heel even ongemakkelijk en raar. Maar de reacties op mijn boek zijn heel positief. Ik ben nu blij dat ik het heb geschreven, ik hoop dat mensen er iets aan hebben en dat er meer begrip komt voor borderline. Ik hoop vooral dat er op een wat positievere manier naar gekeken wordt.”
Bepaalde trucjes
“Ik ben inmiddels 32 en het gaat veel beter met me. Ik heb een nieuwe vriend. Dat gaat goed, hij heeft het boek ook gelezen. We hebben het er vaak over en dat helpt. Ik kan focussen op wat wij samen hebben, dat dat heel mooi is en dat dat het belangrijkste is. Ik zit niet meer in therapie, vorig jaar december had ik mijn allerlaatste therapiesessie. Ik kan het beter managen. Ik weet dat ik dingen die ik moeilijk vind, moet delen, dan gaan die niet hun eigen leven leiden in mijn hoofd. Delen maakt het minder zwaar. Ik heb bepaalde trucjes, dat ik dingen van een afstand probeer te bekijken bijvoorbeeld. Of ik denk: je voelt je nu zo, maar je weet dat het straks weer anders is, dit gaat ook over.
Al is het soms nog steeds moeilijk. Vooral sociale omgang is voor mij lastig. Ik ben altijd bang dat mensen me afwijzen. Toen de afspraak voor dit interview werd uitgesteld, werd ik heel boos en wilde ik eigenlijk zeggen: laat dat interview maar zitten. Ook al weet ik dat ik daarmee mijn eigen glazen ingooi. Als ik dat aan anderen vertel, zeggen ze dat het toch gewoon kan dat er iets tussen komt. Dan normaliseert het weer een beetje. Ik kan niet snel schakelen, het duurt even voordat ik het heb verwerkt en ik weer normaal tegen iemand kan praten als er in mijn ogen iets van een vermeende verlating heeft plaatsgevonden. Ik moet dan tegen mezelf zeggen: nee, deze persoon heeft je niet verlaten, niet de hele wereld is tegen me, het leven heeft nog wel zin. Ik ervaar dat soort dingen dagelijks – elk uur wel ongeveer. Het kan al gebeuren als iemand die normaal altijd meteen op mijn appjes reageert een keer niet meteen reageert. Dan denk ik: die moet mij dus niet meer. Borderline is de wereld negatiever waarnemen en interactie met anderen negatiever interpreteren. Dat herken ik heel erg.
Het is frustrerend als ik me onstabiel, depressief of leeg voel, of enorme verlatingsangst heb. Maar ik heb, zal ik maar zeggen, genoeg bewijs verzameld dat het ook weer over gaat. Daar helpt het boek ook bij. Als ik het doorlees, denk ik: ik ben daar allemaal doorheen gegaan, maar het ging ook weer over. Daardoor neemt die storm in mijn hoofd het niet echt over en ben ik best blij met mijn leven. Ik ga niet onbezorgd door het leven, maar ik functioneer eigenlijk heel normaal. Ik werk drie dagen per week, een fulltimebaan is nog een beetje te veel. Ik sport, spreek met vrienden af, zie mijn familie en geniet van de dingen die ik doe. Natuurlijk loop ik de hele dag tegen dingen aan, maar dat is gewoon geworden en hoort erbij. Er zijn dagen dat het slecht gaat, dan ben ik weer depressief. Maar het leuke in het leven overheerst nu.”
Borderline
De letterlijke vertaling van borderline is ‘grens’ en staat in de psychiatrie voor het grensgebied tussen psychose en neurose. De voornaamste kenmerken van borderline zijn impulsiviteit en emotionele instabiliteit door sterke stemmingswisselingen en identiteitsproblematiek. Bij borderliners komt alles in uitersten en vaak zien zijn de wereld alleen in zwart-wit. Er is geen grijs. Ze zijn extreem somber of heel vrolijk, verliezen zich opeens in middelengebruik of storten zich volledig in een nieuwe baan of relatie. Meestal is dit van korte duur: het is alles of niets. Door het gebrek aan een bodem ontstaat na een opgewekte periode vaak een sterk idee van leegte en wanhoop, met als gevolg onder meer intense woede, automutilatie, suïcidaliteit en dissociatie.
In Nederland hebben tussen de 150.000 en 200.000 mensen de diagnose ‘borderline persoonlijkheidsstoornis’ (bps) – ongeveer 1 procent van de bevolking. Waarschijnlijk ligt het werkelijke aantal borderliners hoger, want doordat de ziekte vaak samengaat met andere mentale stoornissen, wordt die niet altijd of pas laat herkend. De persoonlijkheidsstoornis ontstaat meestal als iemand tussen de 17 en 25 jaar oud is en volgens de officiële cijfers hebben meer vrouwen dan mannen bps, maar daarover later meer.
Bron: Gevalletje Borderline
Tekst: Ella Mae Wester