Canva1 2021 11 15t135135.465

Na 14 miskramen kreeg Femke toch nog een kind: ‘Ik heb de hoop nooit opgegeven’

Na veel stress en 14 miskramen kreeg Femke (37) haar eerste kind, Mare (2). En onlangs beviel ze van een gezonde zoon, Vince. ‘We hebben nu, na al die jaren, een echt gezin met twee kinderen. ‘

“Ik leerde Martin zo’n acht jaar geleden kennen. Binnen een jaar was ik voor de eerste keer zwanger, niet gepland. Ik kwam erachter doordat ik plotseling zeer heftig bloedverlies kreeg. De huisarts stelde vast dat ik een miskraam had, wat een rare gewaarwording is als je niet eens weet dat je zwanger bent. Ik wilde wel graag kinderen, maar trouwen stond eerst op de planning. Die eerste miskraam heb ik, hoe gek dat misschien ook klinkt, niet als heel heftig ervaren. Het overviel me vooral.
De kinderwens werd er wel door aangewakkerd en de cyclus erop was ik opnieuw zwanger. Bewust dit keer. Martin en ik hadden allebei razendsnel een knop omgezet. Trouwen kon altijd nog! We zouden wel zien hoe het liep.”

Geen toeval meer

“Dat het een tweede keer zo snel lukte maakte me heel blij, maar ik was ook wel een beetje in shock. Alles ging zo snel ineens. Bang voor een nieuwe miskraam was ik niet. Toen het opnieuw mis ging, dacht ik wel: ‘Hoe kan dit nou?’ Pas bij de vierde miskraam knapte er iets bij me. Dit was geen toeval meer, er moest iets aan de hand zijn. Zwanger worden was geen probleem, dat lukte iedere keer direct. In zwanger blijven zat ‘m de moeilijkheid. Martin en ik stonden erop dat ik onderzocht werd.
Daar stemde de gynaecoloog direct mee in. Ik mocht drie maanden niet zwanger worden omdat dit de testuitslagen zou kunnen beïnvloeden. Waarschijnlijk heb ik vervolgens een vroege eisprong gehad, want ik raakte toch in verwachting. De vijfde keer. Voor het eerst zagen we met zes weken een hartje kloppen. Die magische grens hadden we nog niet eerder bereikt. ‘We hebben het record zwanger-zijn gehaald’, grapten we tegen elkaar. We noemden het kindje Harry en langzaam begonnen we erin te geloven.”

Week wachten

”Natuurlijk waren we bang dat het opnieuw mis zou gaan, maar ook bij de termijnecho met elf weken zagen we een hartje kloppen. Die nacht werd ik wakker en moest ik uit het niets ontzettend huilen. Ik voelde aan alles dat ons kindje was overleden. De dag erop werd er een echo gemaakt en werd mijn voorgevoel bevestigd. Ik mocht zeggen wat ik wilde doen; afwachten, curetteren of de miskraam met pillen opwekken. Ik was opstandig en heel verdrietig. ‘Ik ga helemaal niets doen’, zei ik kwaad. Martin en ik hebben een week thuis gewacht op wat er ging komen. Ik was nog volop zwanger en ontzettend misselijk.
Na een week belde ik het ziekenhuis op. ‘Ik wil nog één keer zien dat het hartje echt niet meer klopt’, zei ik. Ik had die bevestiging nodig. Ik besloot nog snel boodschappen te doen voordat ik met medicatie de miskraam zou gaan opwekken. Eenmaal in de supermarkt bleek mijn lichaam het zelf al op te lossen en brak het in alle hevigheid los. Ik had zulk heftig bloedverlies dat ik naar een vriendin in de buurt ben gevlucht. Uiteindelijk zijn we met spoed naar het ziekenhuis gegaan. Daar ben ik in een kamertje bevallen. De klap was enorm. Ik zat in de overlevingsmodus en wilde door. We wilden zó graag een kindje. Ik gunde mezelf niet veel tijd na te denken over wat ons overkwam.”

Acupunctuur

“Uit onderzoek bleek dat ons kindje, een meisje, het Syndroom van Turner had, dat alleen bij meisjes voorkomt. Was ik alle keren daarvoor misschien ook zwanger geweest van een meisje? Waren Martin en ik allebei drager van het gen?
De lol van het zwanger worden was er voor ons allang af. Het was niet leuk, alleen maar eng. In het half jaar dat volgde werd ik onderzocht, maar daar kwam niets uit. We hadden gewoon pech. En omdat zwanger worden geen probleem was, kwam ik niet in aanmerking voor fertiliteits-behandelingen.
De zesde keer werd ik heel bewust zwanger. We hadden een half jaar rust gehad en in die tijd had ik een acupuncturist bezocht en me gewend tot verschillende homeopathische middelen. De zesde zwangerschap bleek buitenbaarmoederlijk te zijn. Dat is heel onmenselijk, er groeit een kindje in je en het hartje klopt, alleen het kindje zit niet op de juiste plek in je lijf. Ik had veel pijn en er zat niets anders op dan deze zwangerschap af te breken.”

Binnenstebuiten gekeerd

“In de drie jaar daarna ben ik nog acht keer buitenbaarmoederlijk zwanger geweest. In deze periode ben ik overgestapt naar een kliniek in Wolvega. Daar werd ik écht binnenstebuiten gekeerd. Ik bleek endometriose te hebben, mijn eileiders zaten volledig dicht. De linker eileider viel niet meer te redden, in de rechter konden ze operatief een kleine opening maken die zeer waarschijnlijk snel weer dicht zou groeien. We hoefden er niet op te rekenen ooit een kind op de natuurlijke manier te verwekken. IVF was onze enige optie nog om het embryo op de juiste plek te krijgen. Ik was er kapot van.
Na jaren van het slikken van hormonen, ziekenhuis in, ziekenhuis uit, verplicht seks hebben en keer op keer die teleurstelling verwerken, was het op bij ons beiden. Martin en ik hadden alleen nog maar ruzie. Ik stond al jaren stijf van de hormonen. We stonden allebei anders in het proces. Ons sociale leven was kapot, we waren onszelf volledig kwijt. Met mijn werk, ik runde een eigen kinderopvang, was ik gestopt. Ik kon het niet langer verdragen kinderen van een ander op te vangen.”

Therapiesessie

“Martin en ik hebben onze relatie verbroken. Ik ben tijdelijk op een camping gaan wonen, ik had rust nodig. Soms lag ik dagen alleen maar op bed of zat ik uren voor me uit te staren. Ik had veel te verwerken. Ook ben ik weer beetje bij beetje leuke dingen gaan doen, zoals uit eten gaan met vriendinnen. Martin en ik zijn één keer samen naar therapie geweest. Daar hebben we zó tegen elkaar staan schreeuwen dat de therapeut ons adviseerde te gaan scheiden. ‘Dit komt niet meer goed’, zei hij.
Een dag na de therapiesessie stond Martin ineens bij mij voor de deur. ‘Ik wil je niet kwijt’, zei hij. Ik wilde hem ook niet kwijt. We waren zo snel samen in de problemen gekomen, dat we elkaar volledig kwijt waren geraakt. Het onderwerp IVF kwam ook weer ter sprake. Ik moest er niet aan denken. Ik wilde eerst mezelf weer worden. Ik had net een nieuwe baan als ambulant hulpverlener. Misschien was pleegzorg een beter plan voor ons? Daar hadden we het al wel eens over gehad, maar dat wilden we toen pas als we ons eigen gezin compleet hadden. Een medisch traject zagen we allebei niet zitten. Ouders worden wel.’

Eindelijk kans

“We gaven ons op voor een pleegzorgcursus. Net voor de laatste bijeenkomst bleek ik, totaal onverwacht, weer zwanger. Waarschijnlijk had ik weer een vroege eisprong gehad. We belden het ziekenhuis voor een echo in de wetenschap dat het waarschijnlijk een ritje OK zou worden. Ik bereidde me voor op een nieuwe portie ellende, maar het vruchtje bleek dit keer in mijn baarmoeder te zitten. Ik was net vier weken zwanger. Wat waren we blij, voor het eerst sinds Harry zat er weer een zwangerschap in mijn baarmoeder. Eindelijk maakten we weer een kans. Het was de dag voor Kerstmis en die kerstavond vierden we met Martins familie. ‘We willen jullie iets vertellen’, zeiden we. Ze wisten dat we in een pleegzorgtraject zaten en gingen ervan uit dat we een kindje toegewezen hadden gekregen.
Toen we vertelden dat we zwanger waren, reageerden ze verbaasd en angstig maar ook blij. We wisten dat we veel te verliezen hadden. De weken gingen voorbij en ik kan ze eigenlijk niet anders beschrijven dan ‘de hel’. Ik kon niet functioneren, ik heb de eerste drie maanden ook niet gewerkt. Ik was iedere seconde met mijn zwangerschap bezig, bang dat het wederom mis zou gaan. Een hypnotiseur heeft mij van mijn grootste angst af weten te helpen. Martin kon zich daar gelukkig iets meer voor afsluiten. Iedere echo gaf kortstondig lucht. Niet veel later wilde ik het hartje opnieuw zien. Ik wilde elke keer gerustgesteld worden, maar dat kan natuurlijk niet iedere dag. Wel mocht ik voor ieder wissewasje langskomen bij de verloskundige. Dat begrip alleen al is heel fijn. Zo rond de 16-20 weken ging het beter, toen was ik ook niet meer zo misselijk. Langzaam kreeg ik vertrouwen.”

Thuisbevalling

“Ik heb een prachtige bevalling gehad, een thuisbevalling nog wel. Om 19.00 uur stond ik de tuin nog te sproeien, om 01.00 uur werd Mare geboren. Het gevoel van haar op mijn borst kan ik nog steeds niet omschrijven. Het moest landen dat ze leefde. Pas toen ik haar aan de borst had, drong het tot me door: ‘Het is gewoon gelukt!’
We zijn snel na mijn bevalling bij de gynaecoloog op consult geweest. Hoe kon dit? Het was toch uitgesloten voor ons op de natuurlijke manier? Blijkbaar heeft mijn eicel door die hele kleine opening toch een weg weten te vinden, was de verklaring. De kans dat dit nog eens goed zou gaan, sloot de arts eigenlijk uit. Maar mochten we het nog een kans willen geven, moesten we het snel doen. Er was nu blijkbaar nog een opening en met iedere menstruatie zou die dichter groeien.
Dat bericht overviel ons. We waren nog aan het bijkomen van de afgelopen jaren en van de zwangerschap en bevalling van Mare. Ik wilde genieten. Het was het mij niet waard deze periode te laten overschaduwen door de stress van een nieuwe zwangerschap. We parkeerden het idee.”

Echt gezin

“Mare was negen maanden toen ik me ineens anders voelde. Ik herkende het direct, na 14 zwangerschappen durfde ik mezelf wel een expert te noemen. Ik bleek inderdaad opnieuw zwanger. En ook dit keer zat het vruchtje op de juiste plek. Deze zwangerschap kon ik alles wat beter loslaten. Tijdens de twintigweken-echo kregen we te horen dat er een medische echo nodig was. Het leek erop dat er vocht rondom de darmen van ons kindje zat. Pas tóen kwam bij mij alle spanning weer terug. Gelukkig bleek het vals alarm, maar mijn vertrouwen had wel weer een flinke knauw gehad.
Ook de bevalling van onze zoon Vince verliep vlot, nog vlotter zelfs. We hebben nu, na al die jaren, een echt gezin met twee kinderen. Dat blijft bij vlagen lastig te bevatten. We hebben zoveel moeten doorstaan. Tussen Martin en mij gaat het goed nu; het is fijn te weten dat we uit diepe dalen kunnen klimmen samen. Dat ik nu zonder hormonen een stuk gezelliger ben, helpt ook mee natuurlijk.
Op de geboortekaartjes hebben we 14 sterretjes laten zetten, voor iedere zwangerschap die we verloren zijn. En een vlindertje voor Harry, zoals we het meisje dat we met 11 weken zwangerschap verloren noemden tijdens de zwangerschap. Dat we haar na het onderzoek niet terug hebben gekregen en we niet weten wat er met haar gedaan is, vind ik achteraf schrijnend.”

Openheid

“Na al die miskramen hebben we één keer iets begraven, misschien was het wel gewoon een stolsel. We deden dat symbolisch, en mij hielp het. Ik ondersteun tegenwoordig vrouwen die een miskraam hebben gehad bij het verwerken van dat verlies, als coach flow-miskraamverwerking. Ik heb dat zelf in de afgelopen jaren echt gemist. Er moet meer openheid komen op het gebied van zwangerschapsverlies, vandaar dat ik graag mijn verhaal vertel. Ik hoop dat dit andere vrouwen en mannen helpt om ook hun verdriet en pijn te uiten.
Ondanks dat we nu twee gezonde kinderen hebben, denk ik nog vaak aan wat ons is overkomen. Dat verdriet is niet weg, het blijft bij je. Ook in de babykamer hebben we 14 sterretjes en een vlindertje op de muur staan. Van Martin heb ik een armbandje gekregen met een sterretje en het getal ’14’ erin. Er hangt verder nog een hartje voor Harry aan, een klavertje vier voor extra geluk tijdens mijn laatste twee zwangerschappen en twee paar voetjes, een voor Mare en een voor Vince.
Ik ben de hoop al die tijd nooit helemaal verloren, maar de moed is me wel vaak in de schoenen gezonken. Ik heb altijd in mijn achterhoofd gehouden dat het op een dag goed zou komen.”

Tekst: Hester Zitvast