Canva1 2022 08 31t143949.112

Kris trekt in haar rolstoel heel Europa door: ‘Ik geniet tien keer harder dan de andere toeristen’

Ze croste in drie maanden tijd al met haar rolstoel door de heuvels van Praag en liftte in Lapland mee op een sneeuwscooter. In haar eentje. Dat Kris Switser (24) zich niet laat tegenhouden door haar beperking, straalt ze uit in alles. En dan is haar reis nog maar net begonnen.

De sneeuwscootertocht in Fins Lapland stond hoog op haar bucketkris – de naam van haar Instagramaccount waarop ze allerlei dingen van haar bucketlist afvinkt. “Ik wilde dolgraag op zo’n scooter zitten, maar ik kan ’m zelf niet besturen. Op internet las ik dat kinderen er altijd in een sleetje achteraan mogen hangen. Ik mailde de organisatie en grapte dat ik niet zo groot was, dus of ik ook in dat sleetje mocht. En dat vonden ze geen probleem. Afgelopen januari was het zover en zoefde ik door het sneeuwlandschap. Het was een van de hoogtepunten van mijn reis.”
Aan doorzettingsvermogen geen gebrek, lacht Kris. “Dat is ook wel nodig als je met een rolstoel door Europa reist, want het is niet altijd makkelijk. Alleen al een slaapplek vinden, is een opgave. Ik benader hostels altijd vooraf met de vraag of ik er kan komen met mijn rolstoel. Maar soms blijkt er bij aankomst toch ineens ergens een trap te zijn waardoor ik niet binnenkom. En moet ik weer op zoek naar iets anders. Daarnaast is het reizen met de trein bijna een militaire operatie. Ik moet namelijk overal assistentie vragen en ook dát moet je vooraf regelen. In Scandinavië is dat bijna niet te doen. Laatst moest ik twee dagen lang met allerlei instanties bellen omdat ik de week erop om drie uur ’s middags de trein wilde nemen. Dat viel behoorlijk tegen, want ik had verwacht dat het in die landen juist supergoed geregeld was. Overigens is dat niet overal zo hoor, want in Tsjechië heb ik hier totaal geen problemen gehad.”

Aan huis gekluisterd

Dat haar reis niet vanzelfsprekend is door die rolstoel, realiseert Kris zich dus maar al te goed. Toch laat ze zich er niet door tegenhouden. “Het klinkt misschien gek, maar voor mij betekent mijn rolstoel vrijheid. Mensen snappen dat niet altijd – het is toch juist beperkend? Maar dankzij mijn rolstoel kan ik de deur uit.” Dat was vroeger wel anders, vertelt Kris vanuit Wenen waar ze op het moment van dit interview is. Vanwege haar ziekte zat ze jarenlang aan huis gekluisterd. Wat die ziekte precies inhield, wist niemand. “Al sinds mijn geboorte heb ik last van mijn polsen. Ze deden snel zeer en kneusden makkelijk – moest er weer een verbandje omheen.
Mijn ouders en ik zochten er niks achter, het was gewoon zo. Ik functioneerde ook prima, alleen bepaalde dingen deed ik niet. Of eigenlijk: kón ik niet. Mij zag je bijvoorbeeld geen handstand doen.” Toen ze veertien was, kreeg ze ook ineens klachten aan haar knieën en ellebogen. “Ik had steeds vaker pijn. Een korte wandeling zat er niet in, ik kon niet eens fatsoenlijk uit bed komen. Daarbij had ik ook nog eens een lage bloeddruk en hield ik geen eten binnen. De artsen hadden geen idee wat ik mankeerde, maar daardoor kwam ik ook niet in aanmerking voor een rolstoel.”
Op haar achttiende kreeg Kris alsnog een diagnose:  een aangeboren, erfelijke aandoening waarbij het bindweefsel niet goed is aangelegd. “Het betekent dat ik zwakke banden, pezen en spieren heb, en dat mijn gewrichten sneller uit de kom kunnen schieten. Ik was blij dat er eindelijk een diagnose was, maar ook verdrietig. Ik heb mijn lichaam namelijk jarenlang overbelast omdat ik niet de juiste behandeling kreeg. Vaak moest ik door de pijn heen bewegen. Dat bleek funest voor mijn lijf, want ik kan niet langer dan drie minuten achter elkaar lopen en hooguit zeven minuten staan.” Omdat er zo weinig over haar ziekte bekend was, duurde het ook nog eens drie jaar voor Kris de juiste arts vond. “Gelukkig kreeg ik toen wel mijn rolstoel. Eindelijk.”

Oproep voor reisgenootje

Het is knap lastig om positief te blijven als je aan huis gebonden bent, weet Kris als geen ander. Ze miste een groot deel van haar middelbare schooltijd en bouwde amper een sociaal leven op. De rolstoel was haar lichtpuntje, ineens kon ze een ommetje maken of een tochtje naar de supermarkt. Al snel durfde ze groter te dromen. “Ik kon overal naartoe, dus waarom niet naar het buitenland? Ik boekte een paar korte vakanties en plaatste een oproep op Facebook voor een reisgenootje – vriendinnen had ik niet echt.
Dat ging een paar keer goed, tot ik er een keer alleen voor kwam te staan op het station van Praag nadat een reisgenootje me had laten zitten. Ik baalde als een stekker, maar besloot toch verder te reizen in mijn eentje. Een gouden zet, fantástisch vond ik het. Ik voelde me vrij, kon mijn eigen gang gaan en ontmoette allerlei leuke mensen. Daar ontstond het idee om voor langere tijd door Europa te gaan reizen. Financieel kon het. Doordat ik vroeger maar weinig leuke dingen kon doen, heb ik flink gespaard. Ook verkocht ik mijn hele kledingkast in ruil voor een bijdrage voor excursies. Welke onvoorziene kosten ik ook zou krijgen, dit potje stond apart voor leuke dingen.”

Niet te stoppen

Haar dokter verklaarde haar in eerste instantie voor gek toen ze met de reisplannen op de proppen kwam. “Kort daarvoor was ik flink ziek geweest door een zenuwblokkade in mijn rug. Daarnaast heb ik door mijn ziekte veel last van mijn maag en had ik lange tijd sondevoeding. Dankzij een nieuwe therapie gaat dat sinds kort beter, maar het kan altijd terugkomen. Mijn dokter stond dus niet te springen om mijn vertrek. Gelukkig zag hij later toch in dat nu misschien juist het beste moment is om te gaan. We weten immers ook niet hoe de toekomst eruit ziet. Ook mijn ouders staan vierkant achter me en helpen waar ze kunnen.” Lachend: “Maar zelfs als dat anders was geweest, had ik me niet laten tegenhouden. Dus ik denk dat ze zich eraan hebben overgegeven.”
Zelf zag Kris maar weinig bezwaren. “Ja, mijn ziekte is überhaupt een bezwaar. Het is niet dat ik me op reis ineens beter voel – ik ben even ziek als thuis. Ik heb zelfs al een paar keer in het ziekenhuis gelegen omdat er iets niet goed zat in mijn gewrichten. Wel moet ik toegeven dat ik sommige dingen vooraf misschien wat rooskleuriger inzag. Zo hoopte ik dat mijn reis me een soort nieuwe energie zou geven, maar ik heb nog steeds pijn en ben snel moe. Ik zou dolgraag een keer ’s avonds de hort opgaan met een medereiziger, al is het maar om ergens een drankje te drinken. Helaas heb ik daar de puf niet voor – ik lig tegen achten al in bed. Aan de andere kant: als ik ’s ochtends mijn gordijnen opendoe en uitkijk over een glooiend landschap, verzacht dat de pijn behoorlijk.”

Strijdvaardig

Toch kreeg Kris in de drie maanden die ze rondreist al behoorlijk wat te verstouwen. Een kapotte rolstoel, bijvoorbeeld. “Dat ding valt van ellende dagelijks uit elkaar. Maar in Letland brak de motor ineens en moest ik twee weken wachten op een nieuwe, die nooit kwam. Bleken die onderdelen in het zuiden van Duitsland te liggen – en daar moest ik dus ook fysiek naartoe, met de boot en allerlei treinen. Ineens moest ik mijn hele reis omgooien. Mijn ouders kwamen zelfs speciaal over om me naar de haven te brengen, want niemand kon me vervoeren met mijn kapotte rolstoel. Vanuit daar ben ik in mijn uppie verder gegaan, een reis van in totaal veertig uur. Eenmaal ter plekke bleken mijn remmen kapot en moest ik weer naar een speciale garage in het Oostenrijkse Graz. En dat terwijl ik volgens de planning nog in de Baltische staten had moeten zitten.”
Pure pech, maar Kris zat niet bij de pakken neer. “Ik ga niet zomaar een potje zitten janken. Ik zoek juist altijd naar een oplossing, al moet ik er de hele dag voor bellen. Maar soms loop ik wel tegen bepaalde muren op. Zoals dat vervoer naar de haven, het lukte gewoon écht niet om het te regelen. Op zulke momenten voel ik me best opgesloten en zet ik mijn telefoon het liefst uit om even alle problemen te negeren. Maar daar schiet ik natuurlijk helemaal niks mee op, dus vijf minuten later ben ik alweer aan het bellen en bijt ik me er opnieuw in vast. Tot het opgelost is.” Het maakt haar ook strijdvaardig, merkt ze. “Ik word elke dag geconfronteerd met hoe geïsoleerd de meeste gehandicapten leven. Daarom laat ik me niet wegjagen als een land iets niet op orde heeft en deel ik ook díe momenten op Instagram en in mijn video’s. Ik wil anderen laten zien dat er meer mensen zijn zoals ik, zodat er hopelijk iets aan gedaan wordt.”

Paragliden

Gedoe of niet: de hoogtepunten winnen het volgens Kris nog altijd van de dieptepunten. “Dan heb ik het niet alleen over toffe excursies, ik geniet ook volop van kleine dingen. Het feit dat ik voor het eerst in zeven jaar weer goed kan eten, bijvoorbeeld. Ik probeer daarom in elk land een traditioneel gerecht uit: schnitzels in Duitsland, kaiserschmarrn in Oostenrijk. Daarnaast ben ik geobsedeerd door pretzels, die eet ik echt óveral. Maar van een simpel bordje pasta word ik ook zielsgelukkig.” Het neemt niet weg dat er nog genoeg op haar bucketlist staat. Met stip op één: paragliden in Zwitserland. “Helemaal niet snugger voor mij om te doen, want al mijn botten gaan geheid uit de kom en daar heb ik dagenlang last van. Het kan me alleen geen bal schelen, ik wil dit zó graag.”
Haar plan om een jaar lang te reizen, heeft ze overigens al bijgesteld. Kris: “Ik merk dat het vele regelen me soms opbreekt en daar moet ik dan twee dagen van bijkomen. Door mijn reis te verlengen, kan ik rustdagen inbouwen en heb ik meer tijd om een stad te verkennen – stukken beter voor mijn lijf. Het risico dat ik mijn reis moet afbreken vanwege mijn gezondheid blijft natuurlijk altijd aanwezig, daar ben ik me elke dag van bewust. Toch blijf ik praktisch denken. Gaat het fout? Dan zie ik op dat moment wel hoe ik het oplos. Tot die tijd geniet ik erg van alles. Dat weet ik namelijk zeker: ik geniet tien keer harder van alles dan de toeristen om me heen.”

Tekst: Mirthe Diemel
Foto: privébezit

Meer persoonlijke verhalen lezen? Neem nu een digitaal abonnement op Vriendin.