8 lezeressen over hun wraakactie: ‘Ik deelde het gesprek ‘per ongeluk’ in de groep’
31 augustus 2022
Nee, het verdient allemaal geen schoonheidsprijs, maar o, wat kan wraak toch zoet smaken. Daar weten deze vrouwen alles van.
‘In het vliegtuig kon ik niet stoppen met grijnzen’
Sandra (49): “Ik wilde graag de wereld zien, dat had ik mijn man Steven al heel vaak duidelijk gemaakt. En als hij dat te veel vond, dan op z’n minst Europa. Maar nee, Steven vond geld uitgeven aan reizen maar onzin, en als ik al eens iets naar hem doorstuurde, kreeg ik standaard te horen dat dat veel te duur was en wat we allemaal met dat geld konden doen. De dakgoot vervangen bijvoorbeeld, of de trap renoveren. Misschien waar, maar het was niet míjn keuze om in een oude boerderij te gaan wonen die hij eigenhandig wilde verbouwen. Ik had hem zijn droom gegund, nu moest hij mij ook de mijne gunnen, vond ik. Maar nee, nooit was er volgens Steven geld genoeg, dus moest ik het doen met een weekje naar de Noordzee in de zomer. Tot vorig jaar ineens ons leven op z’n kop kwam te staan. Waar we geen geld hadden voor een vakantie, bleek Steven wél altijd de middelen te hebben gehad om uit te geven aan het bekostigen van etentjes met zijn minnares en als klap op de vuurpijl: het bezoeken van een prostitué. Ik pakte onmiddellijk mijn koffers. De eerste keer om bij mijn zus te gaan bivakkeren. Maar de tweede keer, een halfjaar later, om in mijn eentje naar Zuid-Italië te vertrekken voor een week cultuur en heerlijk eten in Puglia. Stevens bedrog heeft me veel pijn gedaan, maar in het vliegtuig kon ik niet stoppen met grijnzen. Hij in zijn eentje in een boerderij met een lekkend dak, ik onderweg naar de zon – het voelde als geweldige wraak. Elke dag heb ik hem een foto vanuit de zon geappt, hij heeft niet één keer geantwoord.”
‘De tweede keer een winkel openen voelde zo geweldig’
Jacqueline (40): “Dana en ik hadden een droom: een eigen kledingwinkel. We leerden elkaar kennen toen we samen bij een groot warenhuis werkten en maakten de wildste plannen voor onze eigen winkel, waarin we alles anders zouden aanpakken dan onze werkgever. Bij ons zou de collectie met zorg worden samengesteld en zou er echte aandacht voor de klant zijn. Na drie jaar durfden we de stap te nemen: we zegden op, verhoogden allebei de hypotheek op ons huis om te kunnen investeren en sprongen in het diepe.
Vanaf dag één liep de samenwerking stroef. Ik maakte zestig uur per week, Dana wandelde in en uit wanneer het haar uitkwam, hooguit een uur of vijfentwintig, dertig per week. Ze was er niet eens altijd tijdens de openingstijden, dan stond ik alleen. Als ik haar daarop aansprak, reageerde ze hoogst verbaasd: waarom hadden wij geen parttime medewerker? Nou, omdat we daar geen geld voor hadden misschien, zei ik dan, maar dat vond ze echt onzin. Wat me ook irriteerde: ik deed de inkoop, maar zij strooide rond met beloftes aan allerlei partijen, die ik vervolgens moest terugdraaien omdat het veel te duur was of gewoon niet bij ons paste. Het werk dat zíj zou doen – marketing, social media, dat soort dingen – liet ze dan wel weer versloffen. Maar áls ze het eens deed of als ze in de winkel klanten hielp, maakte ze zichzelf de grote ster van alles. Míjn winkel, dat zei ze altijd. Ze behandelde me alsof ik de zaterdaghulp was.
Dat kon natuurlijk niet lang goed gaan en binnen een jaar hadden we ruzie. Het meest bizarre is dat Dana uiteindelijk met veel bombarie de stekker uit onze winkel trok, omdat er met mij en mijn negatieve instelling niet samen te werken viel. Dat zei ze letterlijk. Vervolgens was de financiële strop waarmee we achterbleven, uiteraard allemaal mijn schuld. Ik had zin om de ruzie hoog op te spelen en haar publiekelijk af te branden, net als zij bij mij deed. Maar ik hield me in. In plaats daarvan buffelde ik om mijn deel van de schuld af te betalen, zocht een nieuwe huurder voor het pand waaraan we vijf jaar lang vastzaten en legde elke cent opzij om opnieuw te kunnen beginnen. Iets wat zij niet kon, want ik bleef maar haatberichten krijgen dat ze dankzij mij met zo’n enorme schuld zat.
Na een jaar had ik genoeg gespaard om heel klein opnieuw te kunnen beginnen. Ik huurde een mini-pandje, bouwde een beperkte collectie en stak elke verdiende euro opnieuw in de zaak. Terwijl Dana van god weet welk geld vakanties boekte en zichzelf voortdurend in het nieuw stak, bleef ik drie jaar lang thuis. Tot het moment kwam dat ik een groter pand kon huren, mijn collectie uitbreidde en eindelijk de winkel had waarvan ik altijd had gedroomd. De dag dat ik voor de tweede keer een winkel opende, en nu goed, voelde als het ultieme moment van wraak. Dana heeft nooit meer iets laten horen.”
‘Hier, nu kun je zitten, appte ik’
Lobke (26): “Tessa en ik waren bevriend sinds de middelbare school. Een mooie vriendschap, dacht ik, die na onze eindexamens was blijven bestaan. Tot ik hoorde wat ze meer dan eens over mij had gezegd tegen andere vriendinnen. Ik was een blok aan haar been, ze kon echt betere vriendinnen krijgen nu, ik leefde maar in het verleden. Ze hield alleen contact uit medelijden. En ook, als ze dan wel eens met me afsprak, dat dat bij gebrek aan beter was. ‘Soms wil je gewoon even zitten en maakt het niet uit hoe de stoel eruit ziet.’ Bizar, toch? Die opmerking was voor mij de druppel. Op de Facebookpagina van de buurt zag ik dat iemand twee loodzware fauteuils over had, gratis af te halen. Ik stuurde een bericht dat ik ze wel wilde, die man bood aan om ze te brengen, want hij had toch een busje. Hij keek wel vreemd toen ik hem vroeg de stoelen in de voortuin van ‘mijn’ huis te zetten, maar deed het toch. Ik maakte een foto van de loodzware, oerlelijke stoelen in Tessa’s voortuin en appte naar haar terwijl ze op haar werk was: ‘Hier, nu kun je zitten.’ Woedend was ze, maar ik heb me rot gelachen.”
‘Ik mailde dat ik graag hogerop wilde’
Colinde (56): “Vanaf dag één lagen Greet en ik elkaar niet. We waren collega’s op de administratie van een technische groothandel en op alles wat ik deed, had zij commentaar. Dat ze niet mij deelde, maar uiteraard wel met onze manager. Die het allemaal voor zoete koek slikte en mij voortdurend aansprak op van alles en nog wat. Gek werd ik ervan, ik wilde zelfs een andere baan zoeken. Tot ik een keer, op zoek naar nieuw printerpapier, op de directieafdeling terecht kwam. Ik hoorde daar niet te zijn en ik hoorde al helemaal niet het gesprek tussen twee directeuren op te vangen dat met open deur werd gevoerd. De naam van mijn manager viel. Ik kon het allemaal niet precies verstaan, maar ik begreep dat ze niet functioneerde – joh – en met een vaststellingsovereenkomst het bedrijf zou verlaten. Met bonkend hart keerde ik terug naar mijn eigen bureau. Ik sliep er één nacht over, toen trok ik de stoute schoenen aan en mailde naar de directeur dat het vast heel brutaal was dat ik hem rechtstreeks benaderde, maar dat ik zo genoot van mijn werk en zo graag meer voor het bedrijf wilde betekenen. En mocht er een functie voorbijkomen die bij mijn ambities zou passen, of we dan eens konden praten. Uiteraard noemde ik niet wat ik wist. Het had helemaal fout kunnen gaan, de directeur had me hondsbrutaal kunnen vinden, maar gelukkig is hij van het type dat proactiviteit weet te waarderen. Kom maar praten, stuurde hij de volgende dag terug. Twee maanden later was ik de nieuwe manager van de administratie. Greet werd groen van ellende toen ze het hoorde. Een paar maanden later had ze een nieuwe baan. Ik heb haar lachend uitgezwaaid.”
‘Op het briefje stond: ik hoop dat ze net zo goed kan naaien als ik’
Gea (59): “In een tijdschrift las ik over presentatrice Tineke Verburg, die alle knopen van de kleding van haar overspelige man trok en er een briefje bij deed: ze kan toch zo goed naaien? Dat vond ik geestig, maar nooit had ik kunnen vermoeden dat ik in dezelfde situatie terecht zou komen. Toch gebeurde het, toen ik na een huwelijk van dertien jaar ontdekte dat mijn man vreemdging met iemand uit onze wijk. Na een paar dagen dacht ik weer aan Tineke en in een opwelling kopieerde ik haar geweldige actie. Ik gooide alle kleding zonder knopen in de voortuin en schreef op een A3-tje: ‘Ik hoop dat ze net zo goed kan naaien als ik.’ Hoe een foto van dit alles op de Facebook-pagina van de buurt terecht is gekomen, tja, dat weet ik natuurlijk ook niet.”
‘Waar hij het vandaan haalde, weet ik nog steeds niet’
Eleny (34): “‘Kom op, Eleen. Je weet toch zelf ook wel dat je geen mother material bent? Althans, niet van mijn kinderen.’ Met die woorden sloeg mijn ex – we waren vier jaar samen – mijn hoop op een kind aan gruzelementen. Waar hij het vandaan haalde, dat weet ik nog steeds niet. Hoezo was ik geen mother material? Ik had een enorme kinderwens, een koophuis en een stabiele baan. Mijn ex en ik hadden het zelfs al over een gezin gehad, dat wilde hij zelf ook graag. En toen ineens, toen ik er serieuzer over begon, kwam hij hiermee. Wie of wat dan wel mother material was, wat hij bedoelde – ik kreeg geen enkel antwoord. Alleen maar dat hij van gedachten was veranderd: wij zouden geen gezin stichten. Ik trok mijn conclusies en vertrok. Nog niet eens door het gezin dat er niet zou komen, maar wel door zijn botte opmerkingen. Nog geen maand later liep ik Freek tegen het lijf, vier maanden later was ik – ongepland – zwanger. Veel zoeter wordt wraak niet.”
‘Ik deelde het gesprek – oeps, per ongeluk – in de hockeyapp’
Melanie (39): “Moe, geen zin, geen tijd, niet nodig – mijn ex had nogal een laag libido. Dacht ik. Dat vond ik jammer, omdat ik zelf dol ben op seks. Maar ja, ik accepteerde het en hoopte dat het op een dag zou veranderen, misschien als de kinderen groter waren en ons leven wat rustiger. Tot ineens gek genoeg bleek dat hij wel degelijk over een hoog libido beschikte, alleen niet voor mij. Ik betrapte hem met een ander, een – hoe cliché – jongere collega met wie hij al ruim een halfjaar meerdere keren per week hotelkamers bleek te boeken. Terwijl hij met míj nooit wilde seksen. Hij en ik communiceerden destijds nogal vaak via WhatsApp, ook over deze kwestie. Dus maakte ik een screenshot van een conversatie over dit onderwerp waarbij hij dingen schreef als dat hij moeite had hem omhoog te krijgen en dat hij nu eenmaal niet zo’n seksbeest was als ik. Dat screenshot deelde ik – oeps, per ongeluk – in de appgroep van de hockeyouders. Dé plek als je wil dat een smeuïg verhaal snel wordt verspreid. De 37 oproepen van mijn ex die daar binnen een uur op volgden, heb ik genegeerd.”
‘Heel gemeen schreef ik erbij #realfriends’
Hasna (34): “Jij redt het nooit zonder mij. Dat waren de woorden die mijn vriendin Samah in mijn gezicht smeet toen ik zei dat ik onze vriendschap wilde verbreken. Ik had daar lang en goed over nagedacht. Het was ook geen vriendschap, ik was meer een soort assistent voor haar. Als zij uit wilde, moest ik mee. Als zij verdriet had, moest ik haar troosten. Als zij een moeilijke werkmail moest tikken, moest ik dat voor haar doen. Als zij op vakantie wilde, verwachtte ze mij daarbij. Als zij haar hart moest luchten, moest ik maar een uur tijd maken om te bellen, ook al was ik op mijn werk. Dat ging me tegenstaan, maar elke keer als ik er iets over zei, wuifde ze dat weg. Ze luisterde sowieso nooit naar me, was alleen maar met zichzelf bezig. Ik moest dus wel duidelijk zijn, kon het niet laten doodbloeden. Ze begreep er uiteraard niets van, werd woedend en riep dat ik niets was zonder haar. De eerste tijd was ik ook wel eenzaam, Samah had mijn halve leven bepaald. Maar toen schreef ik me in bij een sportclub, plaatste een oproep op Facebook voor gezellige vrouwen bij mij in de wijk en vond drie échte vriendinnen. Mijn ultieme wraakmoment was toen we met z’n vieren een weekend weggingen en ik een foto van ons plaatste, aan de sangria in Valencia. Daar schreef ik heel gemeen bij #realfriends. Ik weet dat Samah het heeft gezien en dat voelt zo goed.”
Tekst: Mariëtte Middelbeek
Foto: Getty Images
Meer persoonlijke verhalen lezen? Neem nu een digitaal abonnement op Vriendin.