Marianne: ‘Ik stal die ring van mijn moeder’
2 november 2023
Marianne (44) vindt dat haar zussen haar laten zitten met de zorg voor hun moeder. Dus die mooie ring die nog van haar oma is geweest, daar heeft zíj het meeste recht op…
Marianne: “Vorige maand kreeg ik de schrik van mijn leven. Mijn moeder kondigde plechtig aan dat ze iets met mijn zussen en mij wilde bespreken. Of we zondagmiddag alle drie langs wilden komen. Ik probeerde direct uit te vissen waar het om ging. Normaal gesproken neemt mijn moeder mij namelijk wel in vertrouwen, wij hebben de hechtste band. Maar dit keer zei ze geheimzinnig: ‘Dat hoor je zondag wel.’ O nee, dacht ik, met mijn slechte geweten. Ik ben erbij! Mijn moeder heeft ontdekt dat die ene mooie ring van haar verdwenen is en wil ons daarmee confronteren.
Wat ben ik nerveus geweest. Nachtenlang lag ik scenario’s uit te denken over hoe ik me eruit kon redden. Kon ik de ring stiekem terug leggen? Maar hoe kwam ik dan in de kluis? Of zou ik hoge schulden verzinnen en liegen dat ik mijn moeders ring naar de lommerd had gebracht?”
Onafscheidelijke tweeling
“Eenmaal bij mijn moeder, die taart had gehaald en in een vrolijke stemming was, bleek er niets aan de hand. Ze had geld opgenomen om mij en mijn zussen te verrassen. We kregen alle drie duizend euro. Omdat er zoveel inflatie is, zei ze. Heel erg lief, want ik weet hoe zuinig ze is op het kleine beetje spaargeld dat ze heeft, ze gunt zichzelf nog geen haring als ze naar de markt gaat. Toen ik de hebberige blik in de ogen van mijn zussen zag, was mijn slechte geweten op slag verdwenen. Tara en Roos hebben het geld absoluut niet nodig. De enige die elk dubbeltje moet omdraaien, ben ik.
En wat doen zíj nu eigenlijk voor mijn moeder, dat zij deze bonus verdienden? Terwijl ik nog een hapje taart nam, wist ik: de ring in mijn tas – die ik ergens wilde verstoppen zodat we hem konden terugvinden en lachen om mijn moeders warrigheid – ging gewoon weer met mij mee naar huis terug. Want ík verdien hem, zo is het nu eenmaal. En al is het verre van fraai dat ik hem me stiekem heb toegeëigend, ik houd hem lekker toch.
Ik werd geboren bij schatten van ouders, ze hadden alles voor ons over. ‘Ons’, dat slaat op mij en mijn tweelingzussen, drie jaar ouder dan ik. Toen ik een peuter was, waren zij mijn grote heldinnen. De eerste namen die ik kon zeggen, waren die van hen. Indertijd waren Tara en Roos ook stapelgek met mij, ze zagen mij als een levende pop om mee te spelen. Maar later, toen we ouder werden, viel ik er steeds meer buiten. Drie jaar leeftijdsverschil is natuurlijk niet niks, bovendien waren zij een onafscheidelijke tweeling en ik hoorde daar niet bij. Zij waren kopietjes van elkaar en altijd samen aan het spelen, ze hadden samen de grootste lol en zelfs een eigen taaltje. Dit maakte mij wat eenzaam, ik voelde me vaak een soort aanhangsel. Ook omdat de aandacht van andere mensen standaard naar hen toe ging. Op straat, in winkels, als tweeling hadden ze continu bekijks.”
Afschuwelijke wending
“Toen ik twintig was, bouwde ik mijn eigen leven op. Ik ging uit huis, naar een andere stad. Het voelde fijn om niet meer ‘het zusje van’ te zijn. Ook mijn zussen kregen een eigen leven, Tara werd jong moeder, Roos maakte juist carrière. In die tijd voelde het veel gelijkwaardiger wanneer we met z’n allen thuiskwamen. Ik kwam er graag, mijn vader was een grote lieverd en met mijn moeder had ik ook een hechte band.
Begin dertig was ik, mijn vader was het jaar ervoor gestorven, toen mijn leven een afschuwelijke wending kreeg. Mijn man, tien jaar ouder en de liefde van mijn leven, overleed onverwachts aan een hersenbloeding. Opeens stond ik er alleen voor met mijn kinderen, toen drie en vijf. Halsoverkop ben ik terugverhuisd naar een huurwoning in de plaats waar ik vandaan kwam. Zodat mijn moeder me kon helpen. Ze was in een groot gat gevallen na het overlijden van mijn vader en ze was blij dat ze er nu voor mij kon zijn.
Ook mijn zussen steunden me enorm in die tijd. Ze kwamen vaak bij me, probeerden alles te doen om het leven lichter te maken voor me. Dat was erg fijn, ik voelde me er toen echt bij horen. Toen ik opkrabbelde, veranderde dat helaas weer. Zij hebben samen een unieke band en daar komt niemand tussen. Ik kan het ze niet kwalijk nemen, dat is gewoon hoe het is.”
Voelt niet eerlijk
“Wat ik ze wél kwalijk neem, is hoe ze me de laatste jaren laten zitten met de zorg voor onze moeder. Nu ze ouder wordt, gaat het niet zo goed met haar. Ze heeft allerlei fysieke klachten en kan steeds minder goed voor zichzelf zorgen. Daarbij wordt ze warrig. Hoewel er thuishulp voor haar geregeld is, is dat absoluut niet genoeg. Omdat ik zo dichtbij woon, was ik het die vanaf het begin de extra dingen deed. Eerst was dat niet erg, ik kwam er toch vaak. Geen probleem om dan dat afwasje wat er net te lang stond te doen of wat boodschappen te halen die mijn moeder vergeten was.
Maar langzaam is de druk op mij groter geworden. Ik heb nu mijn handen vol aan de zorg voor mijn moeder. Mijn zussen lijken het doodnormaal te vinden dat het bijna allemaal op mijn neerkomt. ‘Wat moet het fijn voor je zijn dat jij nu iets terug kunt doen voor de tijd dat zij er zoveel voor jou was,’ zeggen ze vaak. Tja, wat moet ik dan antwoorden? Als ik zeg dat het me echt boven het hoofd groeit, voel ik me ondankbaar. Maar het was toch echt niet mijn eigen keuze was om mijn grote liefde te verliezen en in die hulpeloze positie te komen indertijd. Moet ik daar nu echt nog steeds een prijs voor betalen? Dat voelt niet eerlijk. Maar ik vind het lastig om dit bespreekbaar te maken. Ik ben verbaal minder vaardig dan zij. Bovendien ben ik bang dat mijn zussen meteen weer een front gaan vormen en ik er zoals gebruikelijk buiten val.”
In een opwelling
“Het komt door deze frustratie dat ik vorig jaar in een opwelling die ring van mijn moeder heb meegenomen. Die mooie, bijzondere ring, die nog van mijn oma is geweest, op wie ik stapelgek was. Vroeger droeg mijn moeder hem altijd, tegenwoordig zijn haar vingers te dun. Daarom lag de ring in de kluis die mijn vader ooit kocht, bij alle belangrijke papieren. Op een dag dat ik mijn moeder hielp om paperassen uit de kluis uit te zoeken, trof ik hem daar opeens aan. Zij was toen net naar het toilet. Ik hield de ring in de palm van mijn hand en werd op slag betoverd. Wat was hij toch mooi.
Die wil ik later hebben, schoot het door mijn hoofd. Om me meteen te realiseren hoe het zou gaan bij het verdelen van de erfenis. Dan zouden mijn zussen er vast gretig naar graaien. Bij een stemming wie hem zou krijgen, zou ik ongetwijfeld verliezen omdat zij dan natuurlijk gaan samenspannen. Of erger nog, misschien zouden mijn zussen er de sentimentele waarde niet van inzien en erop staan dat de ring verkocht zou worden. Ik heb geen geld om hen dan uit te kopen. En o, wat zou het me aan het hart gaan als de ring niet meer in de familie was.
Terwijl ik hierover piekerde, hoorde ik mijn moeder de wc doortrekken. Ze zou zo terugkomen. Ik wist dat ik snel moest handelen. Met bonkend hart liet ik de ring in mijn zak glijden en boog me weer over de papieren. Die namiddag reed ik misselijk van schuldgevoel naar huis. Zenuwachtig ook: wat zou mijn moeder zeggen als ze het ontdekt…
Maar dit is nu al een hele tijd geleden en ze heeft het er nooit meer over gehad. Ik vermoed dat ze helemaal niet meer weet dat die ring in de kluis lag; ze is zo chaotisch en verward. Het kan heel goed dat ze er niet meer over begint en dat zelfs mijn zussen nooit meer aan die ring zullen denken. Dus meestal denk ik: ik heb er goed aan gedaan.
Behalve die ene zondag dus: dat was flink stressen. Maar gelukkig liep het met een sisser af. Ik ben nu opnieuw vastbesloten de ring te houden. Ik verdien hem gewoon, zo is het en niet anders. En die gedachte overvleugelt mijn schuldgevoel. Ik zal alleen de rest van mijn leven moeten opletten dat ik de ring nooit draag als ik mijn zussen zie. Want dan zal ik alsnog door de mand vallen. En o, wat zullen ze dan samen boos zijn. Dan zal ik er echt voorgoed buiten vallen…”
Tip van de redactie
Heb je wel eens moeite met wakker worden? Of wil je ontspannen in slaap vallen? De nieuwe DistinQ Wake-Up Light is speciaal ontworpen om een gezond(er) slaapritme te creëren. Met de wekkerfunctie wordt het licht vóór je wektijd geleidelijk sterker; zo word je op een natuurlijke manier wakker.
Tekst: Lydia van der Weide
Om privacyredenen zijn alle namen veranderd. De echte namen zijn bekend bij de redactie.
Foto: Getty Images
Meer persoonlijke verhalen lezen? Neem nu een abonnement op Vriendin.