Canva1 2023 03 02t111124.090

Penny runt een Dierenvoedselbank vanuit haar huis

Haar bijkeuken, haar hal, soms ook een slaapkamer: Penny’s huis staat vol met zakken voer. Voor dieren waarvan baasje het even niet kan betalen. “En dat worden er helaas steeds meer…”

Dat het crisis is, merkt Penny maar al te goed. Ze heeft vanochtend al twee cliënten gehad die voer kwamen halen voor hun huisdier. Voer dat  Penny gratis weggeeft omdat deze mensen dat anders niet hadden kunnen betalen. Penny runt een Dierenvoedselbank – vanuit haar bijkeuken. En daarmee heeft ze het druk, “te druk om er ook nog een relatie bij te hebben”, zegt ze zelf. Wel heeft de dierenliefhebber twee honden.
Hoe ze op het idee kwam om dit vrijwilligerswerk te gaan doen? “Ik had tijd over naast mijn werk. Ik ben erg begaan met dieren en met mensen, dus ik zocht in eerste instantie naar vrijwilligerswerk bij het asiel. Daar hadden ze destijds niemand nodig. Maar een jaar of acht geleden zag ik een bericht op Facebook van een vrouw, Astrid, die een lokale Dierenvoedselbank was begonnen in Dordrecht. Dat sprak me meteen aan. Ik stuurde Astrid een berichtje dat ik haar wel wilde helpen. Zo is het begonnen. De Dierenvoedselbank was toen nog een Facebook-groep. Inmiddels hebben we een stichting waarvan Astrid de beheerder is, Wie vult mijn bak heet de stichting. We zijn nu in het hele land vertegenwoordigd met onze steunpunten. Het is een heel lieve organisatie, we zorgen goed voor elkaar.”

Geen luxe

Zelf zette Penny uiteindelijk de lokale Dierenvoedselbank in Leeuwarden op. En dat heeft ze geweten. ”Alle diervoeding staat in principe in mijn bijkeuken. Maar het wordt soms zo druk, dat het ook in mijn hal staat. Vaak staat een van mijn slaapkamers ook vol met voer. Met het toenemende aantal cliënten is het nu eigenlijk niet meer te doen vanuit huis. Binnenkort verhuist daarom een deel van de voeding naar een loods. Ik doe dit als vrijwilliger, maar het moet wel strak georganiseerd zijn. En het moet leefbaar blijven. Als ik mijn hal inkom, vind ik het vervelend als daar zakken voer staan.” Nee, haar koelkast en vriezer liggen niet vol met verse pens. “Dat is voor honden een luxe, dat hoeven ze niet per se te eten. De meeste van mijn cliënten geven hun dieren supermarktvoer. Als honden dan opeens pens krijgen, krijgen ze last van hun buik. Mijn cliënten zijn al blij dat we ook hypoallergeen voer hebben, voor als hun huisdier een allergie heeft.”
Niet iedereen komt in aanmerking voor de Dierenvoedselbank. Penny: “Mensen moeten eerst een e-mail sturen naar onze stichting en aangeven wat hun inkomsten zijn. En er zijn meer voorwaarden waaraan ze moeten voldoen. Wie net een huisdier heeft, komt niet in aanmerking. Het klinkt misschien hard, maar dan had je er beter over moeten nadenken. Mensen beseffen niet altijd wat een dier op jaarbasis kost, aan voeding, maar ook aan bezoeken aan een dierenarts. Sommige mensen nemen te makkelijk een dier. Je wordt bij ons ook afgewezen als je in de bewindvoering zit en niet met je bewindvoerder hebt overlegd dat je een huisdier wilt kopen. Ik heb weleens gehad dat iemand een puppy in huis nam en een week later vroeg of wij daar voeding voor hadden. Wij vinden dat je een pup in zo’n geval beter maar weer van de hand kunt doen. De meeste van mijn cliënten hebben hun dier al jaren en komen dan in de problemen. Dan doe je zo’n dier niet weg.” 

Alleen maar rijst

Door de Dierenvoedselbank kunnen mensen hun dier in die omstandigheden dus houden. “Ze hebben dan ook wat meer te besteden voor zichzelf. Een van mijn cliënten heeft twee oude hondjes en moet leven van dertig euro per week. Zij is een oudere vrouw en kan niet meer werken. Het is bijna niet te doen om van dertig euro per week te eten én je honden te voeren. Ze at bijna alleen nog maar rijst samen met haar honden. Dus die mevrouw is heel blij met de hulp die ze krijgt.”
Penny spreekt regelmatig mensen die hun dier niet genoeg dierenvoeding kunnen geven. “Dat vinden ze heel pijnlijk. Wat ik nog vaker tegenkom, is dat mensen geen geld hebben om met hun zieke huisdier naar de dierenarts te gaan. Een van mijn cliënten vertelde dat haar bewindvoerder zei dat daar echt geen geld voor was. Toen heb ik zelf met die bewindvoerder gebeld. “Er is toch altijd een potje voor een kapotte wasmachine?” vroeg ik. Daarop kreeg ik te horen dat dat potje dus niet voor de hond bedoeld was. Die hond is twee dagen daarna overleden. Waarschijnlijk had ze een aantal tumoren. De dierenarts wil in zo’n geval ook geen afbetalingsregeling treffen, zeker als de bewindvoerder niet akkoord is. Dat vond ik best ver gaan.”

Verwaarloosd

De crisis heeft de situatie alleen maar erger gemaakt, vertelt Penny. “Niet alleen is dierenvoeding zo’n vijftien procent duurder geworden, door de energiecrisis zijn mensen veel meer geld kwijt aan gas en elektriciteit. Ik merk wekelijks dat we er nieuwe mensen bij krijgen. Ik heb nu zo’n zestig cliënten en krijg er elke week wel een of twee mensen bij. Momenteel zit er een stop op. We moeten tenslotte ook elke week aan genoeg dierenvoeding zien te komen.”
Want hoe komt Penny daar eigenlijk aan? “Ik ga geregeld langs bij dierenwinkels om te vragen of ze nog iets over hebben. Ze bellen mij ook. Inmiddels heb ik zo veel connecties, dat ze me wel weten te vinden: ik ben hier in Leeuwarden redelijk bekend. Als asiels iets overhebben dat ze niet gebruiken, hoor ik dat ook en dan haal ik dat op. Dat is super. Zonder iedereen die dierenvoeding doneert, zijn we niets.”
Penny was altijd al dol op dieren. “Als klein meisje liet ik de hond van de buren uit. Zelf hadden we thuis geen hond – wel vogeltjes trouwens. De eerste hond die ik later zelf kreeg, kwam op mijn pad. In een donkere garage in het dorp waar ik woonde, vond ik een hond die op een laag oude kranten lag en erg verwaarloosd was. Ik heb haar meegenomen naar mijn huis en goed voor haar gezorgd. Die hond was mijn maatje, ze ging overal mee naartoe. Er hangt een schilderij van haar in mijn woonkamer. Ze heette Dana en toen ze twaalfenhalf was, is ze aan ouderdom gestorven.”
Vanaf dat moment heeft Penny altijd honden gehad. “Ik kan me niet voorstellen dat ik ooit nog zonder honden zou kunnen leven. Al kan ik eigenlijk nauwelijks op vakantie, want ik heb altijd de zorg voor mijn honden. Mijn reu heeft een beetje verlatingsangst, die vindt het niet leuk als ik lang weg ben. Laatst zou ik er een paar dagen uitgaan, naar de Waddeneilanden. Er zou goed voor de honden gezorgd worden, ik had een hondenopppas die ze zou uitlaten. Maar op de camera in mijn woonkamer zag ik dat hij niet lekker in zijn vel zat: hij zat gewoon acht uur lang naar de deur te kijken. Dat vond ik zo zielig dat ik na een dag weer naar huis ben gegaan.”

Bijna geen dag vrij

Dat Penny dit werk kan doen voor haar cliënten, voelt fijn. “Zeker als mensen zo dankbaar zijn. Ik doe dit net als veel andere vrijwilligers naast mijn gewone baan. Het is best veel werk, maar ik vind het fijn om dit te doen voor de dieren en hun baasjes. Laatst kregen we bij de stichting een kaartje van een vrouw die we hadden geholpen. Haar kat had opeens diabetesvoeding nodig, maar dat kon ze niet betalen. Toen heeft de stichting voor een half jaar speciale voeding voor haar kat gekocht. Ze was enorm blij dat de stichting haar had geholpen, schreef ze. Zonder onze hulp had ze haar kat moeten laten inslapen.”
Haar vrijwilligerswerk heeft Penny bewuster gemaakt van hoeveel geld je eigenlijk uitgeeft. “Laatst ging ik uit eten en was ik dertig euro kwijt. Dan denk ik aan die vrouw die van dertig euro per week moet rondkomen en dan zal ik het niet zo snel meer doen. Het voelt gewoon raar om in een paar uur uit te geven waar een ander een week van moet leven.”
Inmiddels doet Penny dit werk dus al een jaar of acht. “Ik begon met één dag per week. Dat werden twee dagen, daarna werden het er drie. Nu heb ik bijna geen dag meer vrij, dus is het eigenlijk een beetje te druk. Het zou fijn zijn als ik meer mensen kon vinden die regelmatig wat uurtjes over hebben om mij te helpen. Maar ik vind het superleuk om te doen, ik doe dit werk met veel passie en ben er heel trots op. Dus voorlopig blijf ik doorgaan. Wat er ook gebeurt.”

Tekst: Ella Mae Wester
Foto: Amaury Miller
Visagie: Wilma Scholte

Meer Vriendin? Volg ons op Facebook en Instagram. Je kunt je ook aanmelden voor onze wekelijkse Vriendin nieuwsbrief.