Canva1 2023 03 06t090934.748

Hannah: ‘Na 18 jaar ontdekte ik dat mijn broertje nog lééft’

De beide broertjes van Hannah (62) overleden toen zij klein was. Maar achttien jaar na de vermeende dood van ‘Paultje’ heeft Hannahs moeder groot nieuws. Paultje is niet overleden, maar geadopteerd en heet nu Edward (54).

Hannah: “Mijn jeugd was niet makkelijk. Toen ik vijf was, kreeg ik een broertje dat werd geboren met een waterhoofd en een open ruggetje. Een halfjaar later kreeg ik de mazelen. Mijn broertje kreeg het ook en is daaraan overleden. Ik kan me nog goed herinneren dat mijn oom me optilde en vroeg of ik mijn broertje een kus wilde geven in zijn kistje. Het was mijn eerste kennismaking met de dood. Een paar jaar later, ik was inmiddels elf, was mijn moeder opnieuw zwanger. Op het moment dat mijn moeder ging bevallen, werd ik naar mijn tante gebracht. Ik zal nooit het moment vergeten waarop mijn vader binnenkwam. Hij vertelde dat het een jongetje was, maar dat hij dood was. Ik voelde me verschrikkelijk en snapte er niets van dat ik alweer een broertje was verloren. Na die zwangerschap heb ik nog een zusje gekregen. Wij groeiden samen op. Ik was thuis de oudste en iedereen leek te denken dat ik mezelf wel zou redden. Mijn ouders waren niet echt met mij bezig. Ze hadden te veel verdriet om mijn broertjes, wat ik wel snapte. Of ze waren bezig om vreemd te gaan, zoals ik later zou ontdekken.”

Nooit vergeten

“Ik ben mijn tweede broertje nooit vergeten. In gedachten noemde ik hem Paultje. Het vreemde was dat hij voor mijn gevoel niet weg was, ook al had ik te horen gekregen dat hij was overleden. Dat dat toch iets anders in elkaar zat, hoorde ik pas toen ik 29 was. Inmiddels was ik getrouwd, mijn man en ik hadden twee dochters. Op een gegeven moment belde mijn moeder. ‘Ik moet even met je praten’, zei ze. Ik had geen idee wat ik te horen zou krijgen. Ze zat te huilen toen ik haar huis binnenkwam. Ze had net een tv-programma gezien over kinderen die geadopteerd waren en hun ouders niet konden vinden, vertelde ze. Daarna zei ze: ‘Ik moet je iets vertellen over Paultje’ – mijn moeder wist dat ik mijn broertje zo noemde – ‘Paultje is niet dood.’ Voor mij was dat de bevestiging van iets dat ik diep in mijn hart altijd al had gevoeld. Ik voelde me vooral opgelucht. Van mijn eerste broertje wist ik dat hij was overleden, ik had hem immers een kusje gegeven toen hij in zijn kist lag. Dat had ik kunnen afronden. Maar Paultje had ik nooit meer gezien. En nu bleek hij nog te leven! En had ik achttien jaar van zijn leven gemist… Mijn moeder was al ziek in die tijd, ze had diabetes. Dat, in combinatie met dat tv-programma, had haar doen besluiten om dit nu aan mij te vertellen. Ze had haar geheim lang bewaard, maar voelde nu de noodzaak om eerlijk tegen mij te zijn.”

Groot geheim

“Mijn moeder zei dat ze zwanger was geraakt na een feestje. Ze was vreemdgegaan met een man met een donkere huidskleur. Ze heeft zeven maanden haar mond gehouden, tot ze niet meer kon verbergen dat ze in verwachting was. Ze is naar de huisarts gegaan. Hij adviseerde om het kindje te laten adopteren, omdat het een baby met een donkere huidskleur zou worden. Zo is het ook gebeurd. Met tussenkomst van de Kinderbescherming is hij na de geboorte bij mijn moeder weggehaald. Nadat mijn moeder mij dit vertelde, heb ik haar eerlijk gezegd dat ik dit even moest verwerken, en dat ik het fijn had gevonden als ze me dit eerder had opgebiecht. Dat durfde ze niet. Het woord trauma vind ik een rotwoord, maar ik heb dit wel altijd meegenomen in mijn leven. Tijdens mijn zwangerschappen hoopte ik bijvoorbeeld dat het geen jongetjes zouden worden. Ik was bang dat ze anders dood zouden gaan. Ik ben het type dat zich in dingen vastbijt en de waarheid wil weten. En ik wilde graag mijn broer zien, die feitelijk mijn halfbroer was, maar nog steeds voelde als mijn broer. Dus heb ik in overleg met mijn moeder contact gezocht met de Kinderbescherming.”

Gezocht en gevonden

“Toen gebeurde het ongelofelijke. Ik kreeg van hen een brief dat mijn broer was gevonden! Sterker nog: dat hij vlak daarvoor ook de Kinderbescherming had benaderd. Hij wilde weten waar hij vandaan kwam en wie zijn biologische moeder was. We waren dus op hetzelfde moment op zoek gegaan. Mijn broer bleek inmiddels Edward te heten. Ik kreeg echt zo’n yes-gevoel toen ik die brief las. Nadat hij bij onze moeder is weggehaald, heeft hij twee jaar in een kindertehuis gezeten, tót zijn latere adoptieouders in het tehuis kwamen. Edward is bij elk bezoek van zijn toekomstige adoptieouders krampachtig aan zijn vaders been gaan hangen, en liet die niet meer los. Edward heeft net als ik ook geen gemakkelijke jeugd gehad, maar het contact is later goed geworden, heeft hij mij later verteld. Toen ik die brief kreeg, dacht ik: hoe mooi zou het zijn als mijn moeder en hij elkaar in de armen konden sluiten? Zeker nu mijn moeder ziek was. Ik voelde dit als een soort taak. Ik heb ze allebei gevraagd of ze elkaar wilden zien. Dat wilden ze, mijn moeder was dolblij, en dus heb ik een afspraak geregeld. Het moment waarop ze elkaar voor het eerst zagen, vergeet ik nooit meer. Mijn moeder zat in een rolstoel omdat door haar ziekte haar benen waren geamputeerd, en mijn broer was een grote vent, maar ze vlógen elkaar in de armen. Bijna een kwartier lang lieten ze elkaar niet meer los. Al die tijd moesten ze huilen. Ik heb er met open mond naar staan kijken, het was net een film. Daarna gaf Edward mij een knuffel. Hij bleek net zo’n type te zijn als ik, hij kon lekker kletsen en hij had humor, dus het klikte. Hij is natuurlijk bruin, maar verder leken we op elkaar, zeker qua karakter. Ik had meteen het gevoel dat we bij elkaar hoorden. Wat tegelijk ook raar was, omdat we elkaar nog nooit hadden gezien. Vanaf dat moment heeft Edward veel contact gehad met mijn moeder. Hij nam haar niets kwalijk. Edward haalde zijn rijbewijs, pikte haar op in haar rolstoel en nam haar overal mee naartoe. Mijn moeder heeft daarna nog tweeënhalf jaar geleefd. Het waren nog tweeënhalf mooie jaren – voor mijn moeder, maar ook voor hem. In september 1989 is mijn moeder overleden, mijn vader heeft voor haar gezorgd tot haar dood. We zaten in de aula toen Edward tegen mij zei hoe verdrietig hij was. ‘Ik heb haar net, en nu moet ik haar alweer inleveren’, zei hij. Na de begrafenis is Edward altijd in mijn leven gebleven. We spreken elkaar regelmatig. Mijn broer zit voor altijd in mijn hart.”

Tekst: Ella Mae Wester
Foto: privébezit

Meer persoonlijke verhalen lezen? Neem nu een abonnement op Vriendin.