Canva1 2023 03 20t123138.966

Als rouwverwerking ging Janneke op de scooter naar Rome

Na de dood van haar man Johan kocht Janneke (56) een rode Vespa en reed ze naar Rome. Een reis van drieduizend kilometer, die haar doet stilstaan bij haar verlies én zorgt dat ze weer verdergaat. Ze schreef er een boek over.

Janneke: “Die belofte kwam echt uit het niets, geen idee waar ik het vandaan haalde. Misschien door al het verkeer om ons heen? Maar ik dacht wel meteen: het past wel bij me. Ik ben altijd ondernemend geweest, ik hou van avontuur. En ik ben positief ingesteld, gericht op de toekomst. Johan lachte een beetje toen ik het zei. Wat een vertrouwen, heb ik later weleens gedacht.
Ruim een half jaar eerder was bij hem een ernstige vorm van kanker ontdekt. Zijn levensverwachting was misschien maar twee weken, maar door chemokuren is dat tien maanden geworden. We hebben geprobeerd in het nu te leven, zijn nog een paar keer op reis gegaan. ‘Het hoeft niet de laatste keer te zijn’, zeiden we dan elke keer.
We waren niet voortdurend bezig met de dood. We waren wel realistisch hoor, we hebben samen de begrafenis voorbereid en de kist uitgezocht. Maar daarna zetten we het weer opzij. We wilden het nú goed hebben met elkaar.
Ik heb nooit tegen Johan gezegd dat ik niet zonder hem kon. Dan had hij het leven misschien minder makkelijk kunnen loslaten. Ik had ook het gevoel dat ik het wel zou redden, met de hulp van de mensen om me heen en mijn geloof. Ik sta stevig in mijn schoenen en ben nooit alleen.”

Meer tijd samen

We waren aangekomen in een fase waarin we uitzicht hadden op meer tijd samen, omdat de jongens op de rand van het nest stonden en op eigen vleugels wilden uitvliegen: hun eigen leven en dromen tegemoet.

“Die belofte aan Johan gaf me een doel. Een vlag op de horizon, die me dwong om door te gaan na zijn dood. Ik moest wel: onze zonen van 20 en 24 gingen net de deur uit. Ik dacht: als ik niet vooruit ga, gaan zij ook niet vooruit.
Ondertussen had ik trouwens geen idee hoe ik het moest aanpakken. Ik had nog nooit een scooter gekocht en wist niet hoe ik in Rome moest komen met zo’n ding. We zien wel, dacht ik. Voor mij is die scooter een metafoor die staat voor het leven en de liefde, voor gas geven met een doel voor ogen. Niet voor niets wilde ik een rode scooter: de kleur van de liefde. En in mijn boek schrijf ik steeds Roma: als je dat omkeert, staat er amor. Het werd echt een reis naar de liefde.”

Levensmaatje

Na onze eerste ontmoeting op 15 oktober 1983 in discotheek Het Hofke in Bolsward maakte ik bij thuiskomst midden in de nacht mijn moeder wakker en fluisterde: ‘Ik heb vanavond de jongen ontmoet met wie ik ga trouwen…’ Ik was zeventien jaar en overtuigd dat Johan mijn levensmaatje werd.

“Ik denk wel dat mijn moeder erg om mij gelachen heeft, zo ’s nachts. Ik had misschien maar een uur met Johan doorgebracht, maar ik had direct het gevoel: dit is hem. Ik vond hem mooi, leuk, lief. Ik voelde me thuis bij hem, al waren we heel verschillend. Het voelde als yin en yang.
Johan was een lieve man. Rustig, trouw, een harde werker. Hij was heel handig, had een paar gouden handen. Echt een maatje. Ik heb nooit getwijfeld aan onze relatie, in de 32 jaar die we samen zijn geweest.
We deden allebei onze eigen dingen, hadden elk ons eigen kringetje, maar ondernamen ook veel samen. Zo hebben we twintig jaar samen saxofoon gespeeld in een orkest en we hebben heel wat geklust. We waren sportief, wandelden en skieden veel. Met onze zonen zijn we eens vier weken gaan kanoën in Zweden, dat was echt een avontuur. Alles mee in een paar kleine boxen, zakmes mee, slapen op kleine eilandjes. Zoiets bedacht ik meestal, de uitvoering deden we samen.”

Afslag gemist

Ik weet zeker dat als ik hier nu luidop zou zeggen dat ik op weg ben naar Rome, ze mij met open mond aan zullen staren en vast denken: deze vrouw heeft bij Assen zeker de afslag gemist naar de inrichting ‘Licht en Kracht’.

“Onderweg heb ik echt weleens gedacht: de mensen moesten eens wéten! Maar zelf heb ik nooit gedacht: waar begin ik aan? Achteraf wel eens, trouwens. Maar toch zou ik het zo wéér doen. Ik ben niet naïef: ik heb echt wel mijn ogen open en mijn intuïtie is vrij sterk ontwikkeld.
Natuurlijk zijn er spannende momenten geweest. Zoals toen ik geen internet meer had en een slaapplaats kon krijgen op het erf bij twee mannen. Dat durfde ik niet aan. Toen heb ik ze om een telefoon gevraagd, zodat ik een alternatief kon vinden.
Ik heb mezelf onderweg regelmatig moed ingesproken. Soms nam ik een ‘appelmomentje’: even een appel eten en nadenken over hoe verder. Ik heb geleerd om door te gaan, ook als het moeilijk is. Als het niet linksom gaat, dan maar rechtsom. Mag ik niet op het fietspad met mijn scooter, zoals ik in Duitsland ontdekte, dan moet ik maar op de weg gaan rijden. De dood of de gladiolen.”

Verlangen

Ineens word ik door deze gezinnen om mij heen overvallen door een groot verlangen naar wat was en wat nooit meer zal komen. De dikke tranen laat ik over mijn wangen stromen. Ik zet mijn grote zonnebril op, waar ik mij achter verschuil.

“Regelmatig waren er momenten waarop ik het moeilijk had. Dat ik Johan miste of me alleen voelde. Dan stond ik stil en keek ik even in de achteruitkijkspiegel. Behalve verdriet zit daar ook dankbaarheid, ontdekte ik. En vervolgens maakte ik de keuze om weer vooruit te gaan. Waar wil je naartoe, wat wil je met je leven? Soms zit dat heel simpel in de vraag: wat ga je eten? Even genieten van een ijsje. Dat klinkt heel primair, maar het is een manier om door te gaan.
Doordat ik heel zintuiglijk ben, kon ik tijdens mijn reis in het nu zijn. Ik genoot van het nieuwe landschap dat ik zag, geuren die ik rook, dingen die ik hoorde. Van lekker eten, een glas wijn. Je moet zelf de slingers ophangen in je leven.
Wanneer ik in een bed and breakfast sliep, vroeg ik vaak of ik kon helpen in de keuken. Verbinding leggen met anderen, nieuwe herinneringen maken werkt voor mij helend. Het helpt me in mijn rouw.
Ik heb weleens de vraag gekregen of dat gereis van mij niet eigenlijk een vlucht is. Wie zal het zeggen… Het was best confronterend, zeker als ik op plekken kwam waar ik met Johan was geweest. Bovendien: als je na een verlies op de bank blijft zitten, is dat dan géén vlucht voor de werkelijkheid?”

‘Jij kunt dit’

Omdat ik hier de enige ben om mijzelf toe te spreken begin ik luidop positieve dingen tegen mijzelf te zeggen. “Janneke, jij kunt dit en jij gaat je vanaf nu als automobilist in het verkeer gedragen.”

“Ik ben weleens een trap afgereden, omdat ik een verkeerde weg was ingeslagen. En ik ben een keer per ongeluk de snelweg opgereden, waar mensen me met 140 inhaalden. Dat had verkeerd af kunnen lopen, maar teruggaan was natuurlijk geen optie. Ik moest wel door. Net als in het leven: neem je niet de goede afslag, dan moet je bijsturen.
Natuurlijk heb ik soms ook zelfmedelijden. Maar dan denk ik: kom op Janneke, pak jezelf bij de kraag. Dat kan ik wel. En ik probeer trots te zijn op mezelf. Mezelf te bevestigen op een weg die nieuw is. Niet dat ik naast mijn schoenen loop hoor – ik blijf gewoon een Fries.”

Nog getrouwd

Een Italiaanse man wandelt langs en geeft mij een knipoog. Ik moet er nog niet aan denken om mijn armen om een ander heen te slaan. In mijn hoofd ben ik nog getrouwd met Johan en dat zal wel altijd zo blijven.

“Je zou ervoor naar Italië verhuizen, voor al die charmante mannen. Al die oudere Italiaanse dames gaan wekelijks naar de kapper, kleuren hun haar, laten hun nagels doen. Allemaal omdat ze aandacht krijgen van de man. Je voelt je als vrouw echt gezien.
Sinds het overlijden van Johan heb ik een paar keer een korte relatie gehad, maar ik ben op dit moment niet echt op zoek. Ik vind het eigenlijk wel oké zo. Al sluit ik niets uit, misschien loop ik er nog eens spontaan tegenaan.
Natuurlijk mis je wat, na een relatie van 32 jaar. Maar wat ik gehad heb, krijg ik nooit meer. Johan en ik waren zo met elkaar verweven. Omdat we al zo jong bij elkaar waren, zijn we echt samen uitgekristalliseerd. We hebben samen een vorm gevonden, waar een nieuwe man niet zomaar in past. En voor mijn gevoel is Johan nog altijd bij me.”

Weduwe

Ik ben een weduwe die ervoor kiest om geen zwarte weduwe te zijn, maar die op een knalrode scooter op weg is naar Roma. Mijn grootste uitdaging voor nu is om het goed te hebben met mijzelf en de tijd en ruimte te nemen om het leven weer op te pakken.

“De reis voelt achteraf echt als een cadeau, zoals je af en toe aangereikt krijgt in je leven. Je hoeft niet alles uit te pakken, maar als het bij je past en je de tijd hebt – hoe mooi is het leven dan? Het heeft me rust gebracht, doordat ik mijn belofte aan Johan heb vervuld.
Van tevoren had ik niet bedacht om er een boek over te schrijven. Totdat ik besefte: ik heb een verhaal te vertellen waar mensen over na kunnen denken, dat openingen biedt voor een gesprek. Er is zoveel onmacht als het gaat over rouw. Het is mooi om van betekenis te zijn voor de mensen om je heen. Zoals je in het Fries zegt: Wy rinne noait allinne – ofwel: we lopen nooit alleen.
Onderweg heb ik geleerd dat liefde ook betekent: goed voor jezelf zorgen. De dood van Johan is niet mijn dood. Dek gewoon de tafel. Kook lekker voor jezelf. Zorg voor gezelligheid in huis, steek een kaarsje aan. Nodig mensen uit. Kijk met liefde in de spiegel en besef dat je het waard bent.”

Jannekes boek ‘Rouwreis naar Roma – Vervulde belofte maakt vrij’ is nu voor € 21,50 te koop.

Tekst: Irma Ooijevaar
Foto: privébeeld

Meer Vriendin? Volg ons op Facebook en Instagram. Je kunt je ook aanmelden voor onze wekelijkse Vriendin nieuwsbrief.