hond

Judith: ‘Mijn stiefvader zette de hond uit de auto en reed weg…’

Midden in het bos ging de deur van de auto open en werd hun hond Rakker door haar stiefvader gedumpt. Judiths hart brak. Inmiddels is ze volwassen en vangt ze verwaarloosde, getraumatiseerde honden op. Judith: “De zorg voor de honden heelde mijn hart.”

Judith: “Ik was acht jaar, en die zomer gingen we met het hele gezin naar de camping. Een paar tenten naast die ons hadden mensen een nestje puppy’s. Superschattige, kleine zwarte hondjes. Ik was meteen verkocht. Dus rende ik terug naar onze tent of ik please please please een pup mochten uitzoeken. Dat mocht. Zo kwam hond Rakker in ons leven. Ik was helemaal weg van het beest. Zijn eigenwijze, zwarte kraaloogjes zie ik nog voor me. Maar al snel werd pijnlijk duidelijk dat niemand van ons ervaring had met honden opvoeden. Als Rakker binnen plaste, werd hij door mijn stiefvader met zijn snuit zo hard in zijn eigen urine geduwd, dat hij luid piepend protesteerde. Dat zou hem wel zindelijk maken. Mijn meisjeshart brak. Dit moet toch anders kunnen? Maar ja, ik was pas acht, ik was heel gevoelig en alles kwam keihard binnen, maar ik had nog niet de cognitieve vermogens om hier iets van te zeggen. Wel wist ik dat dit niet oké was. Bij ons thuis werden emoties niet getoond. Als je huilde was je zwak. En als je je stem verhief kon je van mijn stiefvader het nodige aan verbaal en later ook fysiek geweld verwachten. Je dacht als kind echt wel een tweede keer na voor je je mond opentrok of je kwetsbaarheid toonde. Dus toen Rakker een keertje ondeugend was geweest en mijn stiefvader hem als straf aan een riempje in de kelder had gehangen, deed ik niets anders dan stilletjes huilen.” 

Ontroostbaar

“We waren met het gezin uitgenodigd voor een familieweekend. Maar de familie waar we naar toe zouden gaan, hield niet van honden. Met andere woorden: Rakker was niet welkom. Mijn stiefvader had de oplossing, Rakker zou dan een paar dagen in het asiel verblijven. We stapten in de auto. Rakker zat bij mij op schoot. De omgeving werd steeds bossiger. Vertwijfeld vroeg ik aan mijn stiefvader: ‘Waar is het asiel dan?’ Mijn stiefvader zei niets. Een paar minuten later meldde hij dat Rakker even moest plassen en hij haalde Rakker uit de auto. Zonder riem. Dat vond ik gek. Rakker had toch altijd een riem om als we uitgingen? Voor ik het wist zat mijn stiefvader alweer in de auto. Zónder Rakker. Bliksemsnel reden we weg. ‘Waar is Rak..’, mijn stiefvader gaf me de kans niet om mijn zin af te maken. Bars zei hij: ‘Dit is het asiel’. Toen ik over mijn schouder door de achterruit van de auto keek, zag ik een beeld dat mijn netvlies nooit meer heeft verlaten. Rakker. Rennend en blaffend achter de auto aan. Compleet in de war omdat zijn baasjes in de auto zaten en hij niet. Ik begon te huilen. Dit was onze hond! Je kunt toch niet zomaar een hond achterlaten in het bos? Want dat snapte mijn achtjarige hoofd echt wel, dit was geen asiel. We dumpten onze hond. Ik was ontroostbaar en tegelijkertijd schoot door mijn hoofd: misschien is Rakker wel beter af zonder ons. Ik keek naar mijn moeder. Waarom zei zij niks? Waarom dééd ze niks? Als nu mijn man een dier uit de auto zou zetten, zou ik over zijn stoel heen op de rem trappen en hém uit de auto zetten. En natuurlijk het dier weer inladen. Nu zou mijn man nooit zoiets in zijn hoofd halen, maar je begrijpt wat ik bedoel. Ik heb dit mijn moeder heel lang kwalijk genomen. Inmiddels ben ik wat ouder en wat wijzer – en ik denk ook wel wat milder – en geloof ik dat mensen in het moment zelf altijd doen wat ze kunnen doen. Mijn moeder had toen de mentale kracht niet om tegen mijn stiefvader in te gaan.”

Op slag verliefd

“Inmiddels zijn we jaren verder, ben ik getrouwd en woon ik met mijn gezin in fijn en ruim huis. Ik heb altijd een zwak voor dieren gehouden. En dan met name voor dieren ‘die niemand wil’. Ik vond het dan ook fijn om een dier uit het asiel te halen. Een vriendin van me had een windhond geadopteerd uit het buitenland. Want vergeleken met de asielen in het buitenland, is een Nederlands asiel een vijfsterrenhotel. Mijn vriendin zei: ‘Juud, dat vind ik echt wat voor jou, een hond uit het buitenland adopteren’. Dat vond ik zelf ook. Alleen heb ik ook cavia’s, konijnen en katten, dus dat gaat niet samen met een jachthond. ‘Oh’, zei mijn vriendin, ‘maar er zijn zo veel andere stichtingen met een ander soort hondjes die wel bij je passen!’ Ik ben online gaan zoeken bij verschillende stichtingen. Ik kwam al gauw een klein zwart hondje tegen en was op slag verliefd. Op dat moment heb ik nooit aan de gelijkenis met Rakker gedacht. Dit was gewoon een Grieks hondje dat in een doosje voor de wielen van een auto was gezet. Zo gaat dat daar. Maar een ding was zeker, dit kleine, zwarte hondje ging met mij mee naar huis! We hadden toen ook al een golden retriever in huis. Een rustige, sociale dame die goed samenging met zo’n beetje alles wat ademde. Het klikte meteen tussen de twee honden. Ik had dus een hondje gered. En de rest dan? zei een klein stemmetje in me. Daarop heb ik me aangemeld bij een stichting om getraumatiseerde honden op te vangen, ze een veilig thuis te bieden en ze te resocialiseren. De één na de ander kwam. Ik lapte ze allemaal op, gaf ze een berg liefde en stabiliteit en als zij zover waren, zochten we een passend gezin. Dan was het natuurlijk weer janken, want zo’n dier gaat in je hart zitten. Maar als ik dan aan het einde van de dag een foto toegestuurd kreeg van de opvanghond in zijn nieuwe, luxe mand, met een heerlijk lome en tevreden blik in zijn ogen, dan overviel me een immens gevoel van dankbaarheid en liefde. En lang om erover na te denken had ik niet, want dan stond de volgende alweer op de stoep. Gelukkig had ik voldoende tijd voor de dieren. Vanwege MS ben ik op mijn dertigste gestopt met werken. Ik was thuis voor de kinderen en zorgde voor de dieren.”

Zeventien cavia’s

“Op dit moment heb ik zeventien cavia’s en vier babycavia’s, vijf katten en vier kittens, drie konijnen, zo’n 33 vissen en twee honden. Ja, naast honden red ik inderdaad ook andere dieren. Vorig jaar landde er een gewonde kraai in de tuin. Die heb ik verzorgd tot hij weer kon vliegen. En misschien zullen mensen zeggen: eh, een kraai? Maar op de een of andere manier had ik echt contact met het dier. Alsof hij voelde dat ik hem wilde helpen. Zelfs toen hij alweer uitgevlogen was, kwam hij af en toe nog eens langs vliegen voor wat lekkers. Zo bijzonder! Mensen denken weleens dat we een énorm groot huis hebben, gezien de vele dieren die we hebben. We hebben een fijn en mooi huis, maar het is niet kolossaal groot. Wel staat ons huishouden in het teken van de dieren. Of, zoals mijn man het zou zeggen, ze hebben ons huishouden overgenomen, haha! Zo hebben de cavia’s en de konijnen de hele schuur. De konijnen huppelen ook los in de tuin. Binnen heb ik dan nog de jonge cavia’s zitten. De honden en de katten lopen vrolijk door elkaar heen. Door het huis en ook buiten in de tuin. Het is inderdaad veel werk. Gelukkig heb ik Gea, een hele lieve vriendin die me regelmatig helpt. Ons credo is: ‘Alles voor de dieren!’ Voorheen werd er ook weleens aangebeld door iemand met de vraag of we een hond – of een ander dier – konden opnemen. De ene keer kunnen mensen er niet meer voor zorgen, omdat bijvoorbeeld een kind allergisch is. Of een baasje komt te overlijden waardoor een dier een opvangadres nodig heeft. Ik zeg altijd: ruimte in je hart, is ruimte in je huis. Mijn man hoort dit soms zuchtend aan, maar ziet hoe gelukkig het me maakt, dus geeft hij me de ruimte dit te doen. De schat.” 

Geheeld

“Voor een uitwisselingsproject hadden we een keer een Italiaanse student in huis. Mijn zoon vertelde aan de student over mij en mijn beestenspul: ‘She feels like a better person doing this’. Oftewel, door dit te doen, voelt zij zich een beter mens. Later dacht ik nog eens na over zijn woorden. En ik realiseerde me dat hij gelijk had. De traumatisch diepe pijn die het dumpen van Rakker heeft veroorzaakt, is altijd bij me gebleven. Toen ik jaren later dat kleine, zwarte hondje in het asiel zag zitten, kwam er wat van dat trauma los. Ik moest iets doen. En nu kon ik het wél, in tegenstelling van toen ik nog maar acht was. Ik kon dieren die veilige, liefdevolle bedding bieden die ons gezin Rakker toen niet kon geven. Als kind heb ik zelf ook nooit die veilige, liefdevolle haven gekend. Door nu mijn huis en mijn hart open te stellen voor dieren die dat het hardst nodig hadden, heelde er ook iets in mezelf.
Wat ik heb meegemaakt met Rakker is natuurlijk verschrikkelijk. Aan de andere kant heeft deze gebeurtenis me in mijn latere leven zo veel liefde gebracht. Anders had ik nooit zoveel dieren opgevangen. Wat een trauma met je doet, is aan jou. Ik zie het als mogelijkheid om als mens te groeien, hoe pijnlijk ook. Noem het een cadeautje in prikkeldraad. Een paar jaar geleden sprak ik nog eens met mijn moeder over Rakker. Ze was heel stellig: ‘Hier mag je nóóit met iemand over praten.’ Moet je eens opletten, dacht ik toen. Ik vertel mijn verhaal absoluut niet om mensen zwart te maken. Ik vertel het omdat dit grote geheim mijn systeem mag verlaten. Geheimen zetten zich vast in je lichaam. Ik wil dat niet meer. Nu is er ruimte. En is het geheeld en vergeven. Ik wil graag delen dat hoe ingrijpend en vormend een gebeurtenis ook is geweest, dat het je altijd iets moois kan brengen als jij dat toestaat. Door mijn contact met dieren heb ik een vorm van liefde ervaren die met niks anders te vergelijken is. Dieren zijn altijd blij om je te zien. Ze veroordelen je niet en zijn trouw. Het is liefde zonder voorwaarden, ik vind dat onroerend. Daarnaast heb ik van de dieren geleerd dat ik mezelf mag zijn. Met alles wat er ‘anders’ is aan mij. Ik ben bijvoorbeeld erg op mezelf. Het liefst ben ik thuis met mijn dieren, in alle rust. Een hond laat zich zien zoals hij zich voelt. Precies zoals het is. Als hij iemand niet moet, dan blaft hij. Als ik diezelfde persoon niet moet, veins ik een allervriendelijkste glimlach en knoop zelfs een praatje aan. Dat hoeft helemaal niet. Ik mag mezelf zijn. Ik mag voor mezelf opkomen. En ik mag naar mijn gevoel luisteren. Gewoon, omdat je je nooit anders hoeft voor te doen dan je bent.”

Tekst: Marianne ter Mors
Foto: Getty Images

Meer Vriendin? Volg ons op Facebook en Instagram. Je kunt je ook aanmelden voor onze wekelijkse Vriendin nieuwsbrief.