Canva1 2023 08 22t114304.892

Yvonne woont in de Zuid-Afrikaanse bush

Wilde dieren in de achtertuin: voor Yvonne (35) is het dagelijkse kost. Samen met haar man Leo en zoontje Owen woont ze in een Zuid-Afrikaans natuurreservaat. “Ik leef tussen de olifanten en leeuwen, maar het is soms ook eenzaam.”

“Ik ben opgegroeid in Zaandam, maar heb me eigenlijk nooit helemaal thuis gevoeld in Nederland. Ik was gek op avontuur en na mijn studie Toerisme wilde ik graag aan de slag als reisleider. Op elke sollicitatiebrief die ik schreef, kreeg ik echter terug dat ze iemand zochten met ervaring. Dus besloot ik dan maar op eigen houtje de wereld te gaan ontdekken: ik werkte in een bioscoop en spaarde ondertussen voor lange reizen: naar Amerika, Australië, Nieuw-Zeeland en Afrika. Tijdens die laatste reis wilde ik me ook graag inzetten voor anderen. Ik heb eerst een maand vrijwilligerswerk gedaan in een weeshuis, daarna een maand in een natuurreservaat.
Daar ontmoette ik Leo. Hij werkt als ‘elephant monitor’, wat inhoudt dat hij de gezondheid en het gedrag van de olifantengroepen in het park controleert. Het moment dat ik hem voor het eerst zag en hij naar me lachte, dacht ik meteen: wauw! We werden verliefd, maar ik bleef in eerste instantie voorzichtig. Ik dacht dat ik voor hem ‘gewoon een vakantieliefde’ was. Als ik eenmaal vertrokken was, zou hij vast meteen weer voor de volgende toerist vallen…”

Geen afscheid

“Toen mijn vrijwilligerswerk erop zat, zou ik nog drieënhalve maand door Afrika gaan reizen. Daarna zou ik teruggaan naar Nederland. Maar toen ik Leo gedag kwam zeggen, bleek dat hij helemaal geen afscheid wilde nemen. Ik besloot na mijn reis terug te keren naar hem, zodat we nog een paar weken samen konden doorbrengen om te onderzoeken hoe sterk de liefde was. Misschien maakten de romantische omstandigheden van het leven in het reservaat alles mooier dan het was, hield ik mezelf voor. Maar na die drie weken waren we er alleen maar nóg meer van overtuigd dat we samen verder wilden.
Uiteraard heb ik niet zomaar van de ene op de andere dag besloten om te emigreren. Leo is eerst naar Nederland gekomen, omdat ik het belangrijk vond dat hij mijn familie ontmoette. Daarna ben ik negentig dagen bij hem geweest – de maximale tijd dat je met een visum in Afrika mocht blijven – om er zeker van te zijn dat ik in de wildernis kón wonen. Ons huis ligt letterlijk in de middle of nowhere. Pas na drie uur rijden kom je het eerste stoplicht tegen. Er zijn dus geen grote plaatsen, winkels of ziekenhuizen in de buurt. Het dichtstbijzijnde dorpje waar je wat eenvoudige boodschappen kunt doen, ligt op 36 kilometer van het reservaat. Straten of huisnummer zijn er niet, er is geen riolering en de meeste mensen hebben geen stromend water. Desondanks koos ik na die negentig dagen definitief voor een leven met Leo in ‘de bush’.”

Eenzaam

“Ik zal er niet om liegen: de eerste jaren waren zwaar. Natuurlijk woonde ik tussen de olifanten en leeuwen en mocht ik dingen doen waar de meeste mensen alleen maar van kunnen dromen, maar het was ook eenzaam. Het was dat ik echt stapelgek was op Leo, anders was ik echt niet gebleven. Met mijn visum mag ik niet werken en ondanks dat ik vaak met Leo meeging, was ik veel alleen thuis. Ik kende bijna niemand buiten het reservaat. In die tijd had ik veel steun aan mijn moeder, met wie ik dagelijks belde. Toen ik in 2018 zwanger werd, was zij mijn advieslijn.
Consultatiebureaus en kraamzorg waren er niet, dus ik moest alles zelf uitzoeken. Bevallen in Nederland mocht ik niet, omdat ik geen Nederlandse zorgverzekering meer heb. Omdat het ziekenhuis drie uur rijden is, hadden we in de laatste weken van mijn zwangerschap een ‘bevallingsauto’ in de tuin staan, met daarin alle benodigdheden om – in geval van nood – langs de snelweg te bevallen.”

Megasucces

“Uiteindelijk hebben we het gelukkig ruim op tijd gered. Mijn ouders zijn meteen overgekomen om hun kleinzoon te ontmoeten. Met kerst 2019, toen Owen ruim een jaar was, zouden ze opnieuw naar Zuid-Afrika komen. Maar twee weken voordat het zo ver was, werd mijn moeder in kritieke toestand in het ziekenhuis opgenomen. We deden er 46 uur over om naar Nederland te komen, maar dat was niet snel genoeg. Toen ik aankwam, was haar hart al gestopt. Speciaal voor mij hebben ze haar nog kunstmatig in leven gehouden, zodat ik afscheid kon nemen.
Op dat moment vond ik het vreselijk dat ik had gekozen om zo ver weg te gaan wonen. En alsof het niet erger kon, ging kort nadat ik weer thuis was de wereld op slot vanwege corona. Pas na tweeënhalf jaar kon ik terug naar Nederland om mijn vader en broer te zien: een ongelooflijk zware en eenzame tijd. In die periode ben ik mijn Facebookpagina Yvonne in the Bush gestart – een tip van mijn moeder, die altijd zei dat ik iets moest doen met mijn talent voor schrijven en fotografie. Door verhalen te vertellen over ons leven, hoopte ik weer een connectie te krijgen met de buitenwereld. Het bleek een megasucces: niet alleen vanuit Nederland kreeg ik veel leuke berichtjes, ook van mensen die in de buurt bleken te wonen. Daardoor hebben we nu veel lieve en leuke mensen om ons heen. Ik heb een aantal vriendinnen en ‘mama’s’ met wie ik af en toe afspreek en Owen heeft genoeg vriendjes om mee te spelen.”

Eigen veiligheidsregels

”Het park waar wij in wonen, in de provincie KwaZuluNatal, heeft zo’n beetje alle dieren die je in Zuid-Afrika kunt vinden, zoals olifanten, leeuwen, giraffen, zebra’s, luipaarden en buffels. Ons huis staat op het reservaat en heeft een elektrische omheining. Die stopt geen leeuw of olifant, maar remt ze wel af. Mocht er een dier doorheen komen, dan hebben we nog voldoende tijd om in veiligheid te komen. Owen speelt nooit alleen buiten – dat risico is te groot – maar hij groeit wel op met en in de natuur. In de tuin loopt altijd wel wat interessants rond: van bijzondere insecten en kleurrijke vogels tot apen, antilopen en wrattenzwijnen.
Ook heb ik weleens leeuwen gezien rond het huis, maar dat is gelukkig zeldzaam. Leo en ik hebben onze eigen veiligheidsregels bedacht, bijvoorbeeld over het openen van de poort en hoe we naar de auto lopen. Er is nog nooit iets engs gebeurt, maar áls ik oog in oog sta met een leeuw, weet ik wel wat ik moet doen: niet wegrennen, maar doodstil blijven staan. Ook weet ik hoe ik een gevaarlijke slang, spin of schorpioen moet vangen.”

Geen scholen

“In januari wordt Owen leerplichtig, maar omdat er in de buurt geen scholen zijn, zal hij thuisonderwijs krijgen. Dat is hier goed geregeld: je bestelt een pakket voor een bepaald leerjaar en stuurt huiswerk op ter controle. Stiekem vind ik het wel fijn dat Owen niet van het park af hoeft zonder ons. Zuid-Afrika is helaas niet het veiligste land. Ik ken genoeg verhalen over moord, ontvoering, gijzeling en mensen die ’s nachts zijn overvallen in hun eigen huis. Als ik in mijn eentje boodschappen ga doen, word ik – als witte persoon – bijna altijd uitgescholden of lastiggevallen. Daarom ga ik liever samen met Leo.
Steeds meer mensen om ons heen kiezen er om veiligheidsredenen voor om hier weg te gaan. Voor ons persoonlijk kunnen we niet veiliger wonen: een huis dat omgeven is door wilde dieren, is niet de meest geëigende plek om in te breken. Toch zie ik ons in de toekomst wel ergens anders wonen. Zuid-Afrika gaat hard achteruit, het verschil met toen ik hier elf jaar geleden kwam wonen, is gigantisch. Stroomuitval is een groot probleem: gemiddeld zitten we ruim tien uur per dag zonder elektriciteit. Ons park pompt gelukkig zijn eigen water op, maar veel mensen daarbuiten hebben geen schoon drinkwater en geen toilet. Ik help een vrijwilligersorganisatie die eten brengt naar mensen die niets hebben. De gemeenschap heeft het zwaar…”

Olifanten wegjagen

”Ik hou van alle dieren, maar olifanten zijn mijn grote favoriet. Ze zijn zó slim en sociaal. Ik kan uren naar ze kijken en heb ook al een aantal keer naast een verdoofde olifant gestaan. Dat is zo’n bijzonder gevoel! Sommige van ‘onze’ groepen olifanten ken ik bij naam en ik weet ook zeker dat ze onze auto’s herkennen. Ze zijn altijd een stuk kalmer bij ons dan bij anderen. We mogen zelfs hun baby’s zien: iets waar olifanten normaal heel beschermend in zijn. Als een olifant die ik ken doodgaat, valt er bij mij altijd wel een traantje. Toch zou ik niet zo snel zeggen dat ik een band heb met ze, het blijven tenslotte wilde dieren. Ik heb minstens vijftien keer bij Leo in de auto gezeten terwijl we werden bestormd door woedende olifanten en hij over de kronkelweggetjes achteruit moest rijden. Ook ben ik in de tuin weleens tegen een olifant opgebotst en hebben we er een keer midden in de nacht een weg moeten jagen omdat hij onze waterpijpen uit de grond trok.
Natuurlijk kunnen olifanten gevaarlijk zijn voor ons, maar het staat niet in verhouding tot het leed dat de mens deze dieren aandoet. De handel in wildlife is groot en er wordt steeds iets nieuws op de markt gebracht. De slagtanden van olifanten en hoorns van neushoorns blijven populair, maar tegenwoordig wordt er ook op giraffen gejaagd vanwege de staartharen. Als die straks op zijn, wordt het zebrahaar. Ik zie het gevecht elke dag: de rangers doen er alles aan om de dieren te beschermen, maar het criminele circuit heeft veel meer geld en mankracht. Van dierenartsen hoor ik dat ze soms naar twaalf karkassen in één week moeten en bijna maandelijks worden er rangers vermoord die in hoger Afrika gorilla’s beschermen tegen uitsterven: jonge mannen en vrouwen die gezinnen achterlaten. Binnenkort wil niemand meer dit werk doen, wat begrijpelijk is, maar dan hebben dit soort dieren helemaal geen kans meer. Dat breekt mijn hart. Op mijn Facebookpagina schrijf ik over ons persoonlijke leven, maar plaats ik ook veel verhalen en foto’s over wildlife. Ik wil mensen graag meegeven hoe waardevol de natuur is en hoe belangrijk het is hier zorgvuldig mee om te gaan.”

Omschakeling

“Sinds ik hier ben, heb ik veel andere stadsmensen ontmoet die in de wildernis zijn gaan wonen. Maar niemand van hen is gebleven. Dat snap ik wel, het is een gigantische omschakeling. Persoonlijk hou ik juist enorm van de rust hier. Ik ben altijd al iemand geweest die graag alleen is en – afgezien van mijn familie – mis ik niets aan Nederland. Als we nu in de grote stad komen, vind ik het daar véél te druk. De natuur, de dieren en het fotograferen zijn mijn grote passie. Daarnaast wonen we vlakbij prachtige stranden, hebben we fantastische vrienden en kan ik ook nog elke dag volop van mijn zoontje genieten. En in september gaan we ook nog trouwen!
Ik heb ruim tien jaar gewacht op het huwelijksaanzoek en toen Leo me eindelijk vroeg – vorig jaar tijdens onze vakantie in het Kruger Park – kon ik alleen maar huilen. De laatste keer dat we daar bij dat spectaculaire uitzichtpunt stonden, was ik 28 weken zwanger en waren we samen met mijn ouders. Ik mis mijn moeder nog steeds elke dag, we waren zo close… Toen ik twijfelde of ik naar Zuid-Afrika zou vertrekken, was zij voor mij de enige reden om het niet te doen. Ik vergeet nooit wat ze toen tegen mij zei: ‘Als je denkt dat hij de ware is, moet je je hart volgen en ervoor gaan, anders houd je altijd spijt. Ik ga je ontzettend missen, maar op een dag ben ik er niet meer en dan wil ik zeker weten dat jij gelukkig bent.’ Aan die woorden heb ik steun op de momenten dat ik me eenzaam voel. Nu mijn moeder er niet meer is, voel ik juist nóg sterker dat ik hier thuishoor. Ik ben op mijn gelukkigst, met mijn twee mannen in de bush.”

Tekst: Marion van Es
Foto: privébezit

Meer Vriendin? Volg ons op Facebook en Instagram. Je kunt je ook aanmelden voor onze wekelijkse Vriendin nieuwsbrief.