Canva1 2023 08 30t145859.304

Kim en Paul hebben drie pleegkinderen én een zoontje

Dit voorjaar deed Kim (32) samen met haar vriend Paul (34) mee aan het tv-programma Kopen zonder kijken. Ze zochten een groot huis voor hun gezin met drie pleegdochters én een baby. Het bijzondere verhaal van het jonge stel raakte menig televisiekijker: het aantal aanmeldingen voor pleegzorg nam ineens toe.

Kim: “Na onze uitzending van Kopen zonder kijken hebben meer dan driehonderd mensen zich aangemeld om pleegouder te worden. Wij juichen het alleen maar toe; op dit moment wachten negenhonderd kinderen in Nederland op een fijne plek. Veel mensen willen best pleegouder worden, maar vragen zich af of ze de zorg kunnen combineren met werk en of een gezin. Door ons verhaal te vertellen, zien mensen hopelijk in dat voor pleegkinderen zorgen goed samen kan gaan met een carrière en eigen kinderen.
Paul en ik werken allebei in het ziekenhuis: ik ben verpleegkundig specialist in het Prinses Máxima Centrum en Paul is verpleegkundige op de spoedeisende hulp en intensive care van het Universitair Medisch Centrum Utrecht. Samen hebben we drie pleegkinderen van zeven, zes en drie jaar en een zoontje van bijna één.”
Zorgen voor anderen“Dat ik in een kinderoncologisch centrum werk en pleegkinderen heb, komt niet uit de lucht vallen. Het zit in mijn aard om voor mensen te zorgen die dat nodig hebben. Dit komt door hoe ik ben opgevoed; mijn moeder is er ook altijd voor iedereen. Als jong meisje wilde ik al kinderdokter worden. Nadat ik als tiener van dichtbij meemaakte dat een leeftijdsgenoot kinderkanker kreeg en overleed, wist ik zeker dat ik me in deze richting wilde specialiseren.Ook groeide ik op met adoptiekinderen in mijn omgeving en had ik een oma die geen biologische oma van mij was. Ik wist als kind dat zij niet de moeder van mijn vader of moeder was, maar ze was mijn oma; ze was er altijd voor me en ze hield van me. Hierdoor leerde ik al op jonge leeftijd dat een bloedband niet noodzakelijk is om familie van elkaar te worden.
Paul leerde ik kennen tijdens mijn studententijd in Groningen; ik ontmoette hem tijdens het uitgaan en we werkten allebei in het ziekenhuis. De standaard volgorde bij jonge mensen om ons heen was samenwonen, trouwen en kinderen krijgen. Die kinderwens had ik ook, maar ik wilde dat graag in combinatie met adoptie- of pleegkinderen. Ik riep altijd: ‘Als ik later groot ben, fiets ik op een bakfiets met zes kinderen erin, die er allemaal anders uitzien.’ Mijn familie en vrienden zeggen dat ze altijd hebben geweten dat ik ook voor andermans kinderen zou gaan zorgen.” 

Drie zusjes

Toen Paul en ik negen jaar geleden een relatie gekregen, hebben we veel gesprekken gevoerd over onze wens voor een gezin. Paul dacht in eerste instantie ‘klassiek’ over kinderen krijgen, maar hij was erg geïnteresseerd in adoptie en pleegzorg; het onvoorwaardelijk van iemand houden zit namelijk ook heel erg in hem. We voelden beiden dat we van een kind konden houden dat biologisch gezien niet van ons was en dat dit losstond van onze eigen kinderwens. Samen goed hierover praten is belangrijk: als je aan een traject begint, moet je heel zeker van elkaar weten dat je het écht allebei wil.
Na het bezoeken van verschillende informatieavonden en open dagen en veel lezen, kwamen wij uit bij pleegzorg. Dit leek goed bij ons te passen, dus hebben we ons aangemeld. Op de website van pleegzorg zag ik al meteen een oproep voor twee zusjes uit onze eigen stad. Paul en ik voelden iets voor deze kinderen, dus ben ik gaan bellen. De moeder van dit gezin vroeg zelf om hulp omdat ze ondersteuning nodig had. Omdat er een match was, hebben wij in een stroomversnelling de screening en gezinsonderzoeken doorlopen. In eerste instantie zouden we de zorg voor twee zusjes krijgen, maar toen zij een paar maanden bij ons waren, kwam hier nog een babyzusje bij.”

Verbaasde blikken

“Binnen een paar maanden gingen we van nul naar drie kinderen. Het voelde meteen natuurlijk; ze horen gewoon bij ons. Ook Paul heeft dit als pleegvader vanaf het eerste moment zo gevoeld. Voor de meisjes zorgen ging hem meteen al makkelijk af; hij is er echt voor gemaakt. Dat we van een stel zonder kinderen ineens een gezin van vijf waren geworden, was voor onze omgeving even wennen. Toen er twee autostoeltjes bij de buren waren bezorgd, dacht de buurman dat deze onmogelijk voor ons konden zijn. Dat mensen op straat verbaasd naar ons kijken, zijn we inmiddels wel een beetje gewend.
Paul en ik vinden het heel erg sterk dat de moeder van onze kinderen zelf om hulp heeft gevraagd. We doen er alles aan om samen met haar zo goed mogelijk voor de kinderen te zorgen. Contact onderhouden met de biologische vaders en moeders hoort erbij als je pleegouder bent. Dat is soms intensief, maar essentieel om de zorg te laten slagen. Daarbij is de moeder van onze pleegkinderen net zo goed familie die wij erbij hebben gekregen. Zij wil het allerbeste voor haar kinderen, en daar mogen wij bij helpen. Dat is toch mooi?”

Geboren uit het hart

“Veel mensen vragen ons hoe we dat doen: werken en voor vier kinderen zorgen. Vier ja, want een jaar geleden werd ons zoontje Joes geboren. Het antwoord is simpel: Paul en ik plannen onze diensten in het ziekenhuis zo dat er altijd één van ons thuis is.
Met de meiden gaat het heel erg goed: ze gaan met veel plezier naar school, zijn blij en ze zien en horen dat wij goed met hun moeder overweg kunnen. Dit is belangrijk; ze weten dat mamma het goedkeurt dat wij ook voor ze zorgen. Nu ze groter worden, komen er steeds vaker vragen of opmerkingen van kinderen op school of uit de buurt. Laatst vroeg iemand aan een van onze pleegdochters hoe het kon dat haar pappie en mammie – zo noemen zij ons – niet bruin zijn, omdat de kinderen een donkere huid hebben. Haar antwoord: ‘Ik heb twee mamma’s. En ik ben niet uit mammie haar buik geboren, maar wel uit haar hart.’ Ik glom van trots toen ik haar dit hoorde zeggen, want dat is wat het is.
Naast de zorg voor onze pleegkinderen hebben we veel gesprekken met verschillende zorginstanties. We weten dat dit erbij hoort en dat het belangrijk is, dus doen we ook dit gedeelte met hart en ziel. We doen een flinke investering, zowel qua tijd als financieel, maar krijgen daar liefde en gezelligheid in huis voor terug. We gaan graag met z’n allen op pad om leuke dingen te doen en houden ervan om in het weekend uitgebreid met de kindjes te ontbijten met croissantjes, fruit en verse jus. En wat veel mensen zich niet realiseren, is dat we er niet alleen zijn voor de kinderen, maar ook voor hun moeder en daarmee het hele gezin.”

Broertje op komst

“Sommige mensen die ons verhaal niet kennen, denken dat we pleegkinderen hebben omdat we zelf geen kinderen kunnen krijgen. Toen ik vorig jaar zwanger was van ons zoontje Joes, die inmiddels een is, kregen we van onbekenden te horen: ‘Wat een cadeautje, wat fijn dat het toch nog is gelukt…!’ Er zijn veel mensen die aan adoptie of pleegzorg denken als hun eigen kinderwens niet in vervulling gaat, dus ik snap de opmerking, maar ik leg altijd graag uit dat je deze twee paden ook naast elkaar kunt bewandelen.
Vanaf het moment dat ik zwanger was van Joes hebben we de meiden betrokken bij de komst van hun broertje. Ze mochten mee naar de verloskundige, kleertjes en spulletjes voor de baby kopen en onze oudste dochter heeft zelfs zijn tweede naam uitgekozen: Bowie. Ik vond deze periode als moeder best spannend, want ik wilde niet dat zij zich aan de kant gezet zouden voelen door de komst van een nieuw kindje. Ik heb daarom steeds benadrukt: we hebben nog meer liefde om te geven, er komt iemand bij, maar dat verandert niets aan wat we voor jullie voelen.”

Een zorgeloze jeugd

“Toen Joes was geboren, mochten zijn grote zussen als eerste komen kijken. Ze waren heel erg trots. Een van onze dochters heeft op mijn telefoon tientallen selfies gemaakt van haar met haar nieuwe broertje, die foto’s zijn me erg dierbaar. De liefde die Paul en ik voor Joes voelen, is precies hetzelfde als de liefde die we voor onze pleegkinderen voelen. We vinden het een geschenk dat onze baby in een gezin is geboren met drie grote zussen: hij leert veel van ze, ze maken plezier samen. We zien zo veel liefde tussen onze kinderen; broer-zusliefde ontstaat ook zonder dat kinderen bloedverwanten van elkaar zijn, dat is mooi om te zien.
Een veel voorkomend misverstand dat mij pijn doet is dat pleegkinderen altijd kinderen zijn met een enorme rugzak en allerlei gedragsproblemen. Dat is in veel gevallen niet zo. Pleegkinderen zijn leuke en lieve kinderen die net als alle andere kinderen een zorgeloze jeugd verdienen. Als je hart openstaat voor pleegzorg, verdiep je dan in de mogelijkheden. Er zijn zo veel opties; zo kun je je aanmelden voor pleegzorg in het weekend, om het weekend en is het zelfs mogelijk om eens per maand een gezinshuis te ondersteunen. Er is zo veel dat je kunt doen voor een ander gezin, ook naast je eigen gezin en of carrière.”

Familie voor altijd

“Binnen pleegzorg weet je vaak niet van tevoren hoelang je zorg mag blijven dragen voor kinderen. Maar omdat de samenwerking met de moeder van de kinderen nu al drieënhalf jaar zo goed gaat, zijn Paul en ik ervan overtuigd dat ze altijd in ons leven zullen blijven. Waar ze later ook gaan wonen, we zullen er altijd voor ze zijn. We zijn familie van elkaar geworden en dat blijven we: familie is voor altijd.”     

Tekst: Hannah König
Foto: Amaury Miller
Visagie: Lisette Verhoofstad

Meer Vriendin? Volg ons op Facebook en Instagram. Je kunt je ook aanmelden voor onze wekelijkse Vriendin nieuwsbrief.