De Brabantse Nienke woont nu op Papoea, in een hutje op palen
13 september 2023
Tijdens de coronapandemie in 2020 vertrok Nienke (31) naar Indonesië om er te overwinteren. Nu, bijna drie jaar later woont ze er nog steeds, in een hutje op palen. “Het dichtstbijzijnde eiland met een markt en wat restaurantjes is drie kwartier varen.”
Nienke: “Als je anderen vraagt mij te omschrijven, zullen ze zeggen: ‘Nienke verlaat zeer regelmatig haar comfortzone.’ En dat klopt. Ik hou van afwisseling in mijn leven. Te lang hetzelfde doen of te lang op één plek wonen, is niks voor mij. Dan ga ik me vervelen. Ik heb die prikkels van het reizen en nieuwe omgevingen ontdekken nodig. Dat is altijd zo geweest. Op mijn achttiende ging ik in mijn eentje naar Amerika. Mijn bachelor deed ik voor een groot deel in Milaan. En geloof het of niet, ik woon nu, sinds een paar maanden, in een kleine authentieke Papoease hut van 25 m2, op palen. Pal aan zee, op het strand van Kri Island. Geografisch hoort het nog bij Indonesië, maar op de kaart ligt het net boven Australië. Het is meer dan 32 uur reizen vanaf Amsterdam en ongeveer drie uur vanaf Bali. Ik ben dus echt vertrokken naar het einde van de wereld. Zo voelt het ook. Het dichtstbijzijnde eiland met een markt en wat restaurantjes is drie kwartier varen met een open bootje.
Het is hier prachtig, heel paradijselijk. De zee is azuurblauw en kraakhelder. Vanaf mijn terras zie ik regelmatig babyhaaien voorbijzwemmen, gelukkig een ongevaarlijk soort. Onder ons huisje woont een Nemofamilie. Dat is niet zo vreemd, want deze plek staat bekend om zijn enorme biodiversiteit. Ze noemen het hier niet voor niets ‘de amazone van de zee’. Pal voor de kust, dichtbij ons strand liggen al diverse kleurige koraalriffen waar je kunt snorkelen. Echt een feest. Je ziet onder water zo veel verschillende kleuren. Niet normaal. Je kijkt je ogen uit. Al die verschillende soorten vissen. Groot, klein, rond, vierkant, langwerpig, met gekke neuzen, bijzondere vormen. En terwijl je snorkelt, kan het maar zo zijn dat er ineens een reuzenschildpad met je meekijkt. Magisch.”
Eén koffer
“Dat ik, geboren in Brabant en gewend aan een zekere mate van luxe, nu gelukkig ben op dit afgelegen eiland, had ik nooit kunnen bedenken. In november 2020 vertrok ik met slechts één koffer naar Bali. Ik ging langs bij mijn ouders, vriendinnen en bij opa en oma met de mededeling: ‘Ik ga overwinteren in de zon. Tot over vier maanden, dan ben ik weer thuis.’ De Nederlandse overheid had net wat zwaardere lockdown-maatregelen aangekondigd om de coronapandemie te bestrijden. Maar op dat moment kon je nog relatief makkelijk reizen naar Bali. Ik ben van huis uit freelance brand- en marketingstrateeg. In principe kan ik vanaf elke plek met een goede wifi-verbinding werken. Dus ook vanuit het buitenland. Dat had ik al eerder gedaan en beviel me goed. Vlak voordat corona uitbrak, zat ik bijvoorbeeld nog vier weken in Maleisië. Ik was dus al een soort van digital nomad. Ik dacht nu: als ik dan toch thuis moet werken, lukt dat beter met een zonnetje erbij. Ik vroeg een speciaal werkvisum aan en boekte een ticket.
Bali is natuurlijk al een fantastisch eiland. Helemaal tijdens de coronaperiode. Er waren daar toen nauwelijks toeristen. Een oase van rust. Ik was er net een maand toen ik Rio ontmoette in de sportschool. Hij was er sportinstructeur. Ik vond hem meteen leuk, maar wilde nog niet direct toegeven aan mijn gevoelens. Ik had namelijk een bepaald beeld in mijn hoofd van hoe mijn toekomstige vriend eruit moest zien. En aan dat beeld voldeed Rio totaal niet. Om te beginnen was hij zes jaar jonger dan ik, studeerde hij nog, was hij qua lengte even lang als ik en kwam hij ook nog eens uit Indonesië. Allemaal dingen waarvan ik dacht: past dat wel bij mij? Ik kijk graag naar programma’s als Grenzeloos verliefd en zie dan ook vaak van die stelletjes die zo op het eerste oog helemaal niet bij elkaar lijken te passen. Zo keek ik ook naar Rio en mij. Daarom waren we eerst een tijdje gewoon vrienden. We zagen elkaar alleen met anderen erbij. Maar op een gegeven moment zijn we iets met z’n tweeën gaan doen, omdat de rest afhaakte of niet kon. Toen kwam ik erachter dat hij over veel dingen in het leven hetzelfde denkt als ik. Hij houdt van reizen, avontuur, is geïnteresseerd in andere culturen en ondernemend. Daarbij was er al die fysieke aantrekkingskracht tussen ons. Na een paar uitjes samen konden we er niet omheen. We waren verliefd, hoteldebotel.
Eigenlijk moest ik toen terug naar huis, omdat mijn vier maanden Bali erop zaten. Maar ik durfde het risico niet te lopen, dat ik in Nederland vast zou komen te zitten vanwege de steeds strengere coronamaatregelen. Daarom verlengde ik mijn visum en bleef ik nog even op Bali.”
Knokkelkoorts
“Rio en ik genoten die eerste periode. We deden allemaal leuke dingen. Tot ik me op een ochtend niet lekker voelde. Ik had koorts, overal spierpijn en voelde me ziek. Echt ziek. Ik bleek gestoken te zijn door een mug met het dengue-virus en had knokkelkoorts. Veel kun je daartegen niet doen. Uitzieken en paracetamol slikken om de koorts te onderdrukken. Pas na een week werd de koorts minder, maar toen kreeg ik een interne bloeding. Alsnog werd ik opgenomen in het ziekenhuis. Achteraf zat ik dicht tegen een bloedtransfusie aan. Maar het ging net goed. Na drie dagen mocht ik terug naar huis en daar herstellen. Al die tijd week Rio niet van mijn zijde. Ook daarna bleek hij mijn rots in de branding. Al met al hield ik nog zeker een jaar lang last van naweeën als vermoeidheid, weinig energie, snel misselijk en slap. Pas sinds een half jaar voel ik me echt weer de oude.
Die knokkelkoorts hakte er dus flink in bij mij. Niet alleen fysiek, ook mentaal. Ik ben freelancer en al die tijd kon ik niet of nauwelijks werken. Dat zorgde bij mij voor financiële stress. Toch bleef ik op Bali. Ik had nog wat spaargeld en ik dacht: als ik ergens moet herstellen, dan liever hier met de palmbomen om me heen dan op mijn kleine appartement in Rotterdam waar de muren op me afkomen. Daarbij heb ik niet veel nodig. Het levensonderhoud is hier natuurlijk een stuk goedkoper dan in Nederland. Zodra ik me weer wat beter voelde, ben ik online administratief werk gaan doen voor Nederlandse bedrijven. Ook werd ik via TikTok gecast voor een rolletje in een Disney-serie in Indonesië. Voor de opnames vloog ik naar Jakarta. De afleveringen waarin ik speel, staan binnenkort op internet. Daarnaast maakte ik TikTok-filmpjes met content over Indonesië. Opnieuw werd mijn reisvisum voor twee jaar verlengd.”
Bucketlist
Net toen ik dit allemaal rond had, dat was begin april, kreeg Rio het aanbod manager te worden van een aantal guesthouses van Homestay op het eiland waar we nu zitten. Deze plek stond al een tijdje op onze bucketlist. Het is echt een once-in-a-lifetime-opportunity. Zo uniek als je hier een tijd mag wonen en werken. Al moest ik natuurlijk ook wel even onderzoeken, hoe ik vanuit hier het beste mijn geld kon verdienen. We hebben hier alleen internet op de telefoon en geen vaste stroom, alles wordt opgewekt met een generator. We hebben gemiddeld zo’n zes uur per dag elektriciteit. Het komt dus voor dat ik net lekker bezig ben met bijvoorbeeld het editten van een filmpje en dat dan ineens de stroom uitvalt.
Tja, op zo’n moment moet ik dus gewoon iets anders gaan doen. En ik weet niet altijd wat. Af en toe verveel ik me. Dan zit ik nog te veel op mijn telefoon, te scrollen door social media. Zonde natuurlijk als je op zo’n plek als deze zit. Iemand zei: ‘Ga haken’. Goed idee. Maar om haakspullen te kopen, moet ik eerst zeker twee uur varen met de boot. Het zijn van die kleine dingen, vanzelfsprekendheden voor elke westerling, waar je hier tegenaan loopt. Als ik bijvoorbeeld echt iets wil uploaden of een groot bestand wil versturen, dan moet ik ook naar het hoofdeiland, drie kwartier varen met de boot. Niet ideaal, maar ook niet onoverkomelijk. Het komt erop neer dat je goed moet plannen wanneer je wat doet. En soms moet je je erbij neerleggen dat je even niet verder kunt. We leven hier sowieso in hetzelfde ritme als de natuur. We zijn afhankelijk van het tij. Als het volle maan is, is er een enorm verschil tussen eb en vloed. Heb je plannen om ergens naartoe te gaan, maar is het eb, dan kom je het eiland niet af. Zo simpel is het.
Ansichtkaart
’s Ochtends ben ik vaak al heel vroeg wakker. Meestal wandel ik even over het hagelwitte strand. Een geweldig begin van de dag. Overal zie je krabbetjes wegduiken en kinderen spelen in het water. Het is hier net een ansichtkaart met al die groene palmbomen vol kokosnoten, wilde orchideeën en kleurrijke tropische vogels. Alleen de eettentjes, winkels en restaurants ontbreken. Het ontbijt en de maaltijden worden klaargemaakt in het hoofdgebouw. Als ik honger heb, loop ik ernaartoe. Dat is luxe, maar het is ook eten wat de pot schaft. Sowieso eten we twee keer per dag rijst met iets van groente en vis. Als er gasten moeten worden opgehaald of weggaan, varen Rio en ik vaak mee naar het hoofdeiland. Dan bezoeken we de markt en eten we daar samen wat. Voor ons is dat het uitje van de week.
Het is nu nog vrij rustig hier, we zitten nog in het laagseizoen. Straks wordt het drukker en is er meer reuring. Veel mensen bezoeken ons eilandje om er te duiken. Vaak avonturiers met interessante levens en verhalen. Ik geniet van al die onverwachte ontmoetingen. Vind het interessant te horen hoe anderen in het leven staan. Dat soort gesprekken zijn echt verrijkend. Het is leuk om Rio helemaal te zien opbloeien. Hij voelt zich hier als een vis in het water. Het is thuiskomen voor hem. Hij is geboren op Ambon, is een Molukker. Maar hij woonde vroeger ook een tijdje op een vergelijkbaar eiland als dit. Zijn familie zit nu op slechts veertig minuten vliegen.
Ik ben nu bijna drie jaar weg uit Nederland. Tuurlijk mis ik mijn vrienden en familie. Helemaal als er iets gebeurt. Zo is mijn moeder laatst aangereden op de fiets. Ze liep daarbij een zware hersenschudding op en brak haar pols op meerdere plekken. Dan schrik je en baal je dat je niet ‘even’ naar haar toe kan om haar te knuffelen. Op dat soort momenten voel je ineens die enorme afstand. Gelukkig kan ik bellen, zelfs beeldbellen, met het thuisfront. Al moet ik dat ook weer goed afstemmen, vanwege het tijdsverschil.
Mensen vragen me weleens: hoe zie jij de toekomst? Daar houd ik me niet zo mee bezig. Terwijl ik altijd een planner was, bekijk ik het nu van dag tot dag. Hoelang we hier blijven, is nog onduidelijk. Misschien een jaar, misschien iets langer. En daarna… Geen idee. Rio en ik hebben compleet verschillende paspoorten. Samen zijn wordt een uitdaging als we op één plek willen wonen. Daarom blijven we voorlopig reizen, in beweging. Een paar maanden per jaar op de Molukken, een paar maanden in Nederland of Europa en een paar maanden ergens in Azië. Die afwisseling past bij ons.”
Wil je Nienke volgen? Check haar Insta @nienkeappels of TikTok @nonaholland
Tekst: Jolanda Hofland
Foto: privébezit
Meer Vriendin? Volg ons op Facebook en Instagram. Je kunt je ook aanmelden voor onze wekelijkse Vriendin nieuwsbrief.