Margaretha beviel op de snelweg
18 december 2023
Allerlei bevalscenario’s hadden zich in haar hoofd afgespeeld, maar dat ze op de snelweg van dochter Floor zou bevallen? Dáár had Margaretha (32) geen rekening mee gehouden. “Daar zat ik dan, met één been buiten de deur mijn weeën weg te puffen.”
Margaretha: “Floor is mijn tweede kind en geboren op 11 juni vorig jaar, ongeveer een jaar na haar broer Luuk (2). Al sinds haar geboorte doet ze het goed. Floor is heel vrolijk, ze floreert. Ook weet ze goed wat ze wel en ook zeker níét wil. Het is een meisje met karakter. Dat heeft ze van mij, als ik mijn moeder mag geloven. Maar bovenal is ze heel lief en sterk.”
Nog even geduld
“Mijn zwangerschap was niet gemakkelijk doordat ik last had van bekkeninstabiliteit. Dat ging gepaard met pijn, wat al is ontstaan toen ik zwanger was van Luuk. Tijdens mijn tweede zwangerschap verergerde dat: rond week 36 kon ik bijna niet meer lopen. Zelfs voor Luuk zorgen werd te zwaar. Het liefst wilde ik zo snel mogelijk bevallen. In week 37 redde ik het voor mijn gevoel echt niet meer en belde ik mijn arts. Ik kreeg te horen dat ik eind week 38 naar het ziekenhuis in Leiden mocht komen, dan zou de bevalling worden ingeleid. Dat was ook het oorspronkelijke plan: met een inleiding in het LUMC bevallen. Maar ik moest dus nog even geduld hebben.
Een paar dagen later werd ik ’s morgens vroeg wakker met kramp in mijn buik. Een vreemd gevoel, maar ik besloot het even aan te kijken. Samen met mijn man Stefan heb ik die dag nog wat dingen in orde gemaakt, zoals een vluchtkoffer. Ook had ik de verloskundige op de hoogte gebracht. Waarschijnlijk was het niks, zei ik tegen haar, maar dan wist ze er in elk geval van. ’s Middags kwam de kramp terug. Het was een menstruatieachtige buikpijn, die steeds kwam en ging. Na een drukke dag lag ik later, rond elf uur ’s avonds, in bed. En ja hoor, het begon weer. Slapen lukte niet. De buikpijn werd steeds intenser en duurde ook langer. Ik zei tegen Stefan dat hij maar moest gaan slapen. Ik dacht toen nog dat het wel weg zou trekken, al had ik misschien onbewust wel door wat eraan zat te komen. Toch dacht ik: ik zie het wel.”
Vaart maken!
“Maar ik werd steeds onrustiger. Rond één uur ’s nachts belde ik de verloskundige omdat ik het toch niet vertrouwde. Zij zou meteen mijn kant op komen en ik maakte ondertussen Stefan wakker. De verloskundige was er binnen vijftien minuten, maar de weeën waren toen al best heftig. Volgens haar had ik zes centimeter ontsluiting: we moesten richting ziekenhuis. Vanwege mijn medicatie, antidepressiva, had ik een ziekenhuisindicatie en moest de baby worden geobserveerd. Ook vanwege mijn voorgeschiedenis – een moeilijke eerste bevalling met veel bloedverlies – leek dat haar verstandig.
Luuk werd opgehaald door mijn schoonouders en Stefan haalde snel de auto. De verloskundige zei dat we vaart moesten maken. Dat nam Stefan heel letterlijk. Achteraf vertelde hij me dat we 120 op binnendoorwegen reden en met 240 over de snelweg. De auto ging niet harder, zei hij. Vanaf ons huis naar het ziekenhuis in Leiden is het tien tot vijftien minuten rijden en de verloskundige zou achter ons aan komen. Zelf waren we nog niet in paniek, we zijn alle twee heel nuchter. Bovendien ben ik verpleegkundige en kon ik de situatie enigszins inschatten.
Tenminste, dat dácht ik. Al snel had ik in de auto het gevoel dat ik het ziekenhuis niet ging halen: ik had al persweeën. Na zo’n tien minuten zei ik tegen Stefan: ‘Bel een ambulance, want we gaan het ziekenhuis niet redden.’ Ik was er zelf op dat moment nog oké onder, maar realiseerde me wel dat mijn medicatie gevaarlijk kan zijn voor de ademhaling van de baby. Luuk had bij de geboorte ook hulp nodig gehad bij de ademhaling. Wat als ik in de auto zou bevallen? Zou ons kindje het ziekenhuis dan wel levend halen?”
Ineens was ze daar
“Stefan belde vanuit de auto 112. Er werd ons gevraagd bij welk hectometerpaaltje we waren. Maar we gingen zó snel, dat we allebei niet eens konden zien waar we waren. Ook vroegen ze of we al een hoofdje zagen. ‘Nee,’ zei Stefan, ‘mijn vrouw heeft nog een broek aan!’ We moesten de auto aan de kant zetten, zodat de ambulance ons kon vinden. Vlak nadat we waren gestopt, kwam de verloskundige aanrijden. Vervolgens hoorden we sirenes en arriveerde de ambulance. Snel kwam er een broeder mijn kant op lopen. Zelf zat ik op de bijrijdersstoel de ene na de andere wee weg te puffen. Ik ging steeds meer verzitten, lag half. Stefan stapte snel uit en liep om de auto heen om me uit mijn broek te helpen, want dat kreeg ik zelf niet voor elkaar. Nadat hij was uitgestapt, ben ik nog iets verder naar de bestuurdersstoel gezakt. Eén been binnen, één been buiten de deur. Ik zat helemaal in mijn eigen bubbel. Laat mij maar mijn ding doen, dacht ik.
Eén van de broeders zei dat ze me op een brancard gingen hijsen om me naar het ziekenhuis te brengen. Ik vroeg me af hoe ik dat in hemelsnaam moest gaan doen met al die weeën. Dat lukte me nooit. Ik zie de broeders nog naar de ambulance sjokken om een brancard te halen, terwijl de verloskundige naast me bij de auto stond. Ik perste één keer mee en meteen hoorde ik haar roepen: ‘Handdoeken, ik heb handdoeken nodig!’ De ambulancebroeders draaiden zich met een ruk om en leken verbaasd. Dat ging toch iets sneller dan ze hadden gedacht. Een paar seconden later werd mijn kindje in de lucht gehouden door de verloskundige en vervolgens op mijn borst gelegd. Ineens was ze daar: ons meisje. Daar zat ik dan. Ik kon alleen maar denken aan hoe bizar dit allemaal was. En haalde ze wel adem? Ging het wel goed? Maar dat ging het – dat was een enorme opluchting.
Verward dacht ik vervolgens: wacht even, waar is Stefan eigenlijk? Beduusd keek ik om me heen, maar het was pikdonker. Ineens zag ik een gezicht boven de autodeur uit komen en dacht ik: daar is hij! Vol trots lachte ik naar hem, en ik zei: ‘Kijk, ze is geboren!’ Hij zei: ‘Ja, gefeliciteerd.’ Bleek het een agent te zijn in plaats van mijn man… Ik dacht écht dat het Stefan was, maar die bleek trots naast de deurpost te staan. Hij had netjes een stap naar achteren gedaan zodat de verloskundige erbij kon, maar heeft gelukkig alles gezien en meegekregen. Daar zijn we allebei heel blij mee. Veel meer kon hij op dat moment tenslotte ook niet doen.”
Wat is hier gebeurd?
“Ik stapte uit om alsnog naar de ambulance te lopen, maar verloor op dat moment veel bloed. Wij hebben een witte auto, je kunt je voorstellen hoe dat eruit moet hebben gezien. Met gillende sirenes reden we naar het ziekenhuis. Ook in de ambulance verloor ik veel bloed. Ik werd gestabiliseerd met infusen en kreeg medicatie zodat de placenta losliet, want dat gebeurde nog niet. Ondertussen bleef ik tegen mezelf zeggen dat ik in goede handen was, ondanks het feit dat ik op een gegeven moment zelfs een beetje hyperventileerde door het bloedverlies.
In het ziekenhuis stonden er op de kamer wel vijftien mensen klaar om ons op te vangen. Stefan was er toen al. ‘Je kunt Floor afgeven, zodat ze onderzocht kan worden’, kreeg ik van een verpleegkundige te horen. Ik zei dat dat niet kon omdat ze letterlijk nog aan me vastzat. De navelstreng was in alle haast nog niet doorgeknipt! Dat heeft Stefan uiteindelijk mogen doen. Met Floor ging het gelukkig snel goed, en niet veel later met mij ook.
Rond half vier ’s nachts keerde eindelijk de rust terug. Stefan en ik keken elkaar aan en dachten: wat is hier gebeurd? Dat beseften we nog nauwelijks. Slapen lukte ons niet. Ik merkte dat ik ook steeds de neiging had om te checken of Floor wel ademde. Dat vond ik toch wel spannend, maar heb ik na die nacht gelukkig kunnen loslaten. De volgende ochtend kon ik zelfstandig uit bed komen en wachtten Stefan en ik tot Floor om twee uur ’s middags met ons mee naar huis mocht. We wilden op dat moment heel graag lekker thuis zijn. Luuk bleef nog bij mijn schoonouders, zodat wij eerst een beetje konden bijkomen. We waren bekaf, maar natuurlijk ook heel gelukkig met onze dochter.”
Huh, Oegstgeest?
“De dagen erna hebben we ons verhaal héél vaak moeten vertellen. Iedereen wilde weten hoe het nu precies zat en was verbaasd over de geboorteplaats van Floor: Oegstgeest. Huh, daar zit toch helemaal geen ziekenhuis? Klopt, ze is op de snelweg geboren. Dat was erg grappig. Net als uitzoeken in welke plaats ze nu eigenlijk geboren was, want dat was niet meteen duidelijk. We moesten eerst kijken binnen welke gemeentegrenzen die snelweg lag. Later bleek haar geboorteplaats dus Oegstgeest, omdat ik ben overgestapt van de auto naar de brancard. Was ik in de ambulance bevallen en in Leiden pas uitgestapt, dan zou ze daar zijn geboren. Toen Stefan naar het gemeentehuis in Oegstgeest belde, heeft hij wel drie keer zijn verhaal moeten doen om duidelijk te maken hoe het precies zat.
Als ik er nu op terugkijk, ben ik nog altijd heel blij dat de ambulance er op tijd was. Dat heeft me echt rust gegeven. Ik zeg weleens gekscherend: Floor heeft gewoon meegeluisterd. Ze voelde dat de zwangerschap te zwaar voor me was en ik het niet meer leuk vond, dus besloot ze voor haar moeder te zorgen. Jammer genoeg kan ik dat nu nog steeds niet volledig voor haar en Luuk. Ook ben ik nog niet aan het werk. Nog altijd heb ik last van mijn bekken. Ik volg nu ook een revalidatieprogramma. Gelukkig gaat het al iets beter: in mei kon ik nog geen honderd meter naar mijn auto lopen, nu kan ik ongeveer anderhalve kilometer lopen zonder pijn. Ik heb dus goede hoop dat ik over een tijdje weer iets meer de oude ben.”
Eigen hectometerpaaltje
“Het verhaal van Floor komt zo nu en dan nog ter sprake. Bijvoorbeeld toen ze onlangs één werd. Veel vrienden hebben trouwens aangeboden om het hectometerpaaltje om te zagen, zodat we ’m thuis een mooi plekje konden geven. Maar nee, we hebben er zelf een besteld, als leuke herinnering. Er staat nu een hectometerpaaltje op Floors kamer, met daarop A44 en 13.6. Ook in het ontwerp van haar geboortekaartje hebben we een hectometerpaaltje verwerkt. Haar kaartje moest gewoon een referentie hebben, dat kon niet anders. Deze bijzondere geboorte zullen we ons leven lang niet meer vergeten.”
Tekst: Laura van Horik
Foto: Yasmijn Tan
Visagie: Nicolette Brøndsted
Meer Vriendin? Volg ons op Facebook en Instagram. Je kunt je ook aanmelden voor onze wekelijkse Vriendin nieuwsbrief.