Canva1 2024 09 24t140941.654

Priscilla is conducteur: ‘Elke dienst word ik wel een paar keer uitgescholden’

Het is te gek voor woorden, maar elke dag worden er gemiddeld 3 conducteurs mishandeld. Ook Priscilla (40) werd slachtoffer. Deze zomer wandelde ze meer dan 500 kilometer om aandacht te vragen voor de vele geweldsincidenten waar medewerkers in het openbaar vervoer dagelijks mee te maken krijgen.

Priscilla: “Laatst zat er een huilend jongetje in de coupé. Hij was moe en had zijn dag niet. ‘Wedden dat ik jou kan laten lachen?’ vroeg ik hem. Toen ik vervolgens een bellenblaas tevoorschijn haalde en bellen begon te blazen, kwam er een lach op zijn gezicht. De andere passagiers werden er ook vrolijk van. Mensen begonnen te praten. Er was contact. Conducteur zijn vind ik het mooiste beroep ter wereld. Je bent constant in beweging, voert boeiende gesprekken met reizigers en ondertussen kun je écht wat voor ze betekenen. Als er een storing of vertraging is, breng ik overzicht in een chaotische situatie. Ik hou ervan onrust bij mensen weg te nemen.”
Treinreizen is volgens Priscilla een mooie metafoor voor het leven zelf. “Iedereen is onderweg en maakt gebeurtenissen mee die hem of haar vormen. We zijn allemaal verschillend en dat is oké. Je kunt het oneens zijn met iemand, maar je dient altijd respectvol te blijven. Je weet immers niet wat de ander heeft meegemaakt. Helaas merk ik dat we steeds minder rekening houden met elkaar. We leven in een drukke tijd in een onrustige wereld. Het levensonderhoud is duur en de druk om economisch mee te komen groot. De lontjes worden korter. Vaak moeten ouders allebei werken om een huis te kunnen betalen. Door social media lijken mensen vaker in hun eigen bubbel te zitten. We krijgen steeds minder oog voor elkaar.”

Samenleving verruwt

Als Priscilla de coupé inkomt en iedereen goedemorgen wenst, wordt ze amper nog begroet, vertelt ze. De meeste mensen kijken op hun mobiele telefoon. Zelfs als ze vraagt of ze hun vervoersbewijs mag zien. “Soms, als de trein door een natuurgebied rijdt en de zon opkomt, kan ik het niet laten om ze wakker te schudden. ‘Voor de natuurliefhebbers onder ons, kijk vooral naar buiten’, roep ik dan om.”
Bijna dagelijks ondervindt Priscilla de gevolgen van een samenleving die verruwt. En dat gaat verder dan mensen die haar niet aankijken en geen gedag zeggen. “Iedere dienst word ik wel een paar keer uitgescholden of geduwd. Dit geldt ook voor mijn collega’s. Het komt zelfs zo vaak voor, dat van veel incidenten geen melding meer wordt gemaakt. De 1042 geweldsincidenten die vorig jaar plaatsvonden op het spoor zijn ernstige vergrijpen, zoals fysieke mishandeling, bedreiging en het bespugen van spoorpersoneel. Daarnaast zijn er 2.300 meldingen gedaan van verbale agressie, zoals schelden en beledigen. Maar als we alle incidenten zouden meenemen, zouden deze cijfers vele malen hoger uitvallen.”

Klemgezet en uitgescholden

Vorig jaar werd Priscilla ook slachtoffer van een ernstig geweldsincident. “Het was een mooie lentedag in mei net na de spits. We reden tussen Woerden en Gouda toen ik twee mannen vroeg om hun vervoersbewijs. Een man begon te zuchten. Hij zei dat hij zijn kaartje had laten vallen tussen de stoel en de treinwand. Ik zag daar inderdaad een kaartje liggen. Mijn vingers zijn lang en dun. Dat kaartje moest ik kunnen pakken. Toen ik een poging deed en mijn vingers tussen de stoel en de wand stak, zette hij mijn arm klem met zijn handen. Tot vier keer schreeuwde ik dat hij me los moest laten, maar hij hield me alleen maar steviger in zijn greep. Toen er een passagier op mijn geroep afkwam en achter me kwam staan, liet hij pas los.
Niet veel later kwamen we bij station Gouda Goverwelle aan, waar ik hem de trein uit stuurde. De man was ziedend toen ik hem vermaande uit te stappen. Hij riep dat ik zijn dag niet moest verpesten en dat hij me ook ‘had kunnen klappen’, wat zoiets betekent als slaan. Door de adrenaline die door mijn lijf gierde, voelde ik niet dat mijn pols was ontveld. Nadat hij uitstapte, sloot ik de deuren en alarmeerde ik de politie en mijn collega’s van de dienst Veiligheid en Service, een speciaal team van buitengewoon opsporingsambtenaren dat helpt in lastige situaties. De boa’s hebben nog naar de man uitgekeken, maar vonden hem niet. Je bent als conducteur continue bezig met het maken van afwegingen. Je wilt dat de trein blijft rijden en je moet zorgen dat de situatie niet escaleert. Verder rijden met de man naar de eindbestemming Rotterdam was geen optie. Dat zou niet veilig zijn.
Toen de trein weer reed, belde ik onze meldkamer en de wachtdienst, een teammanager die opvang bij calamiteiten verzorgt, om te vertellen wat er was gebeurd. Daarna zocht ik mijn machinist op. Als conducteur heb je een bijzondere band met de machinist die de trein bestuurt. Je weet: als er iets gebeurt, kun je van elkaar op aan. Dat bleek ook nu het geval. Ik kon mijn verhaal bij hem kwijt.”

Aangifte doen

Priscilla werd na het incident opgevangen door de dienstdoende teammanager. Ze wilde het er niet bij laten zitten en besloot aangifte doen, wat alleen kan in de gemeente waar het misdrijf plaatsvond of in de woonplaats waar ze woont. Eenmaal op het politiebureau kwamen al haar emoties eruit. “Ik begon te trillen en kon niet goed uit mijn woorden komen. De medewerker achter de balie wilde me graag helpen, maar kon mijn aangifte niet opnemen. Wegens een capaciteitsprobleem moest ik zes dagen wachten. Wat voelde ik me machteloos. Het doen van aangifte was voor mij belangrijk om deze stressvolle gebeurtenis af te sluiten. Zes dagen lang kon ik alleen maar aan het misdrijf denken. Ik deed mijn best om alle details te onthouden om zo goed mogelijk te kunnen vertellen wat er was gebeurd.”
Priscilla’s aangifte leidde niet tot een veroordeling. De man die Priscilla’s pols ontvelde, werd niet gevonden. Dapper is Priscilla verdergegaan met haar werk. Bang om in de trein te stappen is ze gelukkig niet. “Het helpt dat ik fijne collega’s heb, die aanvoelen als familie. Zodra ik mijn uniform aanheb, zegt iedereen gedag. Van de schoonmaker tot de machinist, iedereen heeft hetzelfde doel en maakt hetzelfde mee. Dat schept een band.”

Kwestie van tijd

Haar vriend Robin en jongste dochter Anouk weten ook waar ze het over heeft. Priscilla heeft thuis haar eigen ‘spoorfamilie’. “Robin is machinist en Anouk volgt een opleiding om machinist te worden. Robin steunt me ontzettend goed. Als ik iets ingrijpends meemaak, heeft hij aan een half woord genoeg. Hij is bezorgd als ik moet werken. ‘Pas je op’, zegt hij vaak als ik de deur uit ga. Ik begrijp zijn ongerustheid. Zelf ben ik niet bang, maar vreemd genoeg houd ik mijn hart vast als ik denk aan al het geweld waar mijn collega’s mee te maken krijgen. Soms denk ik: het is een kwestie van tijd dat er net als in 1991 een spoormedewerker dodelijk wordt verwond.”
In 1991 stak een zwartrijder, op de lijn Harlingen-Leeuwarden, de 32-jarige conducteur Jan Wietse van der Meulen met een mes in het hart. Altijd als Priscilla op station Leeuwarden is, de standplaats van Van der Meulen, denkt ze aan hem.

Wandeltocht

Priscilla wil iets doen tegen de agressie van spoorpersoneel. Ze wordt actief lid van FNV Spoor, een van de vakbonden voor haar beroepsgroep. Als ze een half jaar geleden wordt uitgenodigd om haar verhaal te delen in een talkshow, ziet ze dat als een uitgelezen kans om het onderwerp op de kaart te zetten. Geweld tegen spoorwegpersoneel is dan een hot item. Naar aanleiding van een ernstige mishandeling van een conductrice houdt de NS in die periode drie minuten stilte. Verschillende vervoersdiensten sluiten zich bij die actie aan.
Priscilla was erop gebrand om in de talkshow een vurig pleidooi te houden. Verandering van de wet is volgens haar nodig om conducteurs meer bevoegdheden te geven en ze beter te beschermen. “Onze verklaring hoort in de rechtbank net zo zwaar te wegen als die van een buitengewoon opsporingsambtenaar of agent. Hun woord weegt zwaarder omdat ze bijdragen aan de veilig publieke taak van het land. Bij veroordelingen vallen de straffen van de daders een derde hoger uit. Maar conducteurs dragen óók bij aan de veilig publieke taak. Het helpt ook als onze Boa-collega’s die de veiligheid handhaven, worden bevoegd om de identiteit van reizigers te achterhalen. Bij zwartrijders moeten ze nu wachten op de politie, waardoor de situatie sneller kan escaleren.”
Groot was Priscilla’s telleurstelling toen ze werd afgebeld door de redactie van de talkshow. Er was een ander onderwerp dat actueler was. “Ik dacht dat er iets heel ergs was gebeurd, maar toen ik die avond naar het programma keek, bleek het andere item over schaatsen te gaan! Die nacht kon ik niet slapen. Er moest toch een manier zijn waarop ik aandacht kon vragen voor agressie in het openbaar vervoer? Toen bedacht ik dat ik voor ieder gemeld agressie-incident in 2023 bij de NS een halve kilometer zou lopen. Ik zou 521 kilometer afleggen terwijl ik van station naar station zou lopen. Mijn einddoel was Den Haag, mijn standplaats én de plek waar de politieke besluiten worden gemaakt. Met mijn wandeltocht wilde ik duidelijk maken dat er concrete stappen gezet moesten worden. Ik zou een voorzet doen, maar het is aan politici om door te pakken.”

Lopen voor collega’s

Ongetraind legde Priscilla gemiddeld 34 kilometer per dag af. Op sommige dagen waren dat er zelfs meer dan vijftig. Van haar 21 vakantiedagen, liep ze er zestien. “Het leek een dwaas plan, maar elke dag werd ik bevestigd dat ik het goede deed. De eerste dagen wandelde een collega mee die niet kon werken omdat de vele geweldsincidenten hem te veel waren geworden. Hij voelde dat ik voor hem liep, wat ook zo was. Ik ondernam de tocht voor al mijn collega’s in het openbaar vervoer en voor alle mensen die in de toekomst mijn collega’s worden. Met veel plezier leid ik als mentor nieuwe conducteurs op. Het is mijn grote wens dat we dit vak over tien jaar nog steeds het mooiste beroep van de wereld vinden.”
Priscilla kijkt terug op veel bijzondere ontmoetingen die ze onderweg had. “Op de derde ochtend, toen ik van station Amsterdam naar station Utrecht wandelde, kreeg ik trek in koffie. Op een autobedrijf na was de plek verlaten. Ik besloot de stoute schoenen aan te trekken en in de garage om koffie te vragen. Toen ik de eigenaar vertelde over het doel van mijn wandeltocht, zei hij dat zijn schoonvader 42 jaar in Leeuwarden had gewerkt als conducteur. Leeuwarden? Misschien kende hij de vermoorde conducteur wel? Wat er toen gebeurde, geeft me nog altijd kippenvel. De man belde zijn schoonvader om het te vragen en zette de telefoon op speaker. Zijn schoonvader was duidelijk geraakt en vertelde dat de dood van zijn collega hem nog altijd veel deed. We praatten samen en net als bij mijn andere spoorcollega’s voelde ik die bijzondere band. Hoe is het mogelijk dat deze man uitgerekend op mijn pad komt, vroeg ik me af terwijl ik mijn wandeltocht vervolgde.”

Tekst: Sonja Brekelmans
Foto: Ruud Hoornstra
Visagie: Lisette Verhoofstad

Meer Vriendin? Volg ons op Facebook en Instagram. Je kunt je ook aanmelden voor onze wekelijkse Vriendin nieuwsbrief.