vrouw spijt

Charlottes eerste vakantie met haar nieuwe vriend en kinderen werd een ramp

Dolverliefd was Charlot (43) op haar nieuwe vriend Richard (45). Hun kinderen leken ook zo goed met elkaar te kunnen opschieten. Tot ze op hun eerste gezamenlijke vakantie gingen. “Al op de eerste avond ging ik huilend slapen.”

Charlot: “‘Waar begin je aan’, verzuchtte een vriendin toen ik zei dat ik zo’n leuke man had ontmoet. Ik was vier jaar gescheiden en eindelijk over mijn wantrouwen voor mannen heen – een erfenis uit mijn huwelijk met, zo bleek achteraf, een bizarre hoeveelheid bedrog en affaires vanuit de kant van mijn ex. En ik maar thuis voor de kinderen zorgen, want mijn eigen leven of carrière opbouwen, dat had mijn ex liever niet. Ik weet echt niet waarom ik het zover heb laten komen.
De scheiding werd hel, met niet alleen mijzelf maar ook onze twee zoons van toen zes en acht als slachtoffer. Het kostte een jaar voor ik mijn leven weer kon gaan opbouwen, in het huis dat ik met moeite had kunnen huren en, met dank aan de rechter, mijn kinderen het grootste deel van de tijd bij mij. ‘Vanaf nu is het wij drieën tegen de rest van de wereld’, zei ik tegen mijn zoons, en ik meende het ook. Voor mij geen man meer. Nooit meer iemand die me de wet zou voorschrijven en al helemaal nooit meer iemand die in de positie zou komen om me pijn te kunnen doen.
Waar mijn gescheiden vriendinnen hun heil zochten op Tinder, vond ik het heerlijk alleen. Ik miste niets, tót ik op een feestje kennismaakte met Richard. Waar ik nooit oog had voor mannen, deed Richard iets met mij. We kletsten en dansten de hele avond, ik gaf hem mijn nummer en nadat we bij het afscheid hadden gezoend, appten we aan één stuk door. Ik wilde nog steeds geen relatie, zei ik, maar ondertussen werd ik binnen een paar dagen smoorverliefd.”

Iets vrijblijvends

“Richard had net als ik twee kinderen, iets ouder dan de mijne, een jongen en een meisje. Een ontmoeting tussen die vier hoefde van mij niet, ik zag het daten lange tijd als iets vrijblijvends. Maar na een maand of vijf kon ik er niet meer omheen: dit was geen bevlieging. Richard gaf me wat ik altijd had gemist: liefde, aandacht, bewondering, een goed gevoel over mezelf. Dat hij nogal vol was van zichzelf, geen tegenspraak duldde en over weinig geduld beschikte, daar had ík geen last van. Ik begon zelfs aan een toekomst samen te denken, zeker toen we uiteindelijk de kinderen lieten kennismaken en we met z’n allen een heerlijke dag in een pretpark beleefden. Richard en ik verschilden wel van opvoedstijl; hij was veel strenger. Maar we bespraken duidelijk: ik voed mijn kinderen op, hij de zijne.
Achteraf weet ik dat zo’n afspraak onmogelijk is. Hoe meer tijd we samen doorbrachten, ook met de kinderen, hoe meer we ons toch met elkaars kinderen gingen bemoeien. Daar begonnen de ergernissen. Richard vond mijn kinderen brutaal en raakte geïrriteerd als ik ze geen straf gaf voor niet luisteren. Ik op mijn beurt vond het overdreven als hij zijn zoon een week zijn X-box afpakte omdat hij niet in één keer op een verzoek van zijn vader reageerde. Maar Richard vond dat zijn kinderen respect voor hem moesten hebben. Hij ging niet zover dat hij mijn kinderen ook straf gaf, maar zette druk op mij om dat ook te doen. En als ik het niet deed, reageerde hij zijn frustratie op mij af. Hoewel dat voor spanning tussen ons zorgde, gingen we in het licht van de naderende zomervakantie toch op zoek naar een vakantiehuis waar we met z’n allen twee weken in konden verblijven. We vonden een mooie villa met zwembad in Frankrijk en ik drukte de lichte twijfel die ik voelde weg: eenmaal daar zou het vast heel ontspannen worden.”

Een andere blik

“We reden met twee auto’s naar Frankrijk, op de eerste zondag van de schoolvakantie. Ik had Richard de week ervoor niet gezien, we waren allebei druk met ons werk afronden en inpakken. Op de eerste stopplek in Noord-Frankrijk viel me meteen op dat zijn blik anders was. Hij was niet in een ontspannen vakantiemodus, maar in een zeer geprikkelde bui. Ik vroeg wat er was, maar hij snauwde me af. Snel liet ik de kinderen hun broodjes eten en we stapten weer in de auto. Richards dochter vroeg of ze bij ons mocht, maar hij verbood dat. Vreemd, vond ik, en met een verontrust gevoel reed ik verder. Was het prevakantiestress? Had ik iets verkeerd gedaan? Ik hoopte maar dat zijn boze bui zou overwaaien zodra we bij het overnachtingshotel aankwamen.
Dat gebeurde ten dele. Toen de kinderen eenmaal in het zwembad lagen en wij een paar glazen wijn hadden gedronken, begon Richard te ontspannen. Ik kwam niet terug op wat er eerder gebeurde, had geen zin in gedoe. Die avond was het gezellig, al had Richard blijkbaar de tafelmanieren van mijn kinderen tot zijn speerpunt gemaakt. Niet door ze er rechtstreeks op aan te spreken, maar via mij. ‘Die elleboog, Charlot’, zei hij dan geërgerd. Of: ‘Mond dicht, jemig, dat zijn toch ook jouw básisregels?’ Ik wees mijn kinderen erop, zij keken me aan met een blik van: ga je hier aan meedoen, serieus? Maar ik wilde de boel sussen.
Dat was alleen niet gelukt. ’s Avonds, toen de kinderen op de hotelkamers waren en wij nog even buiten zaten, kregen Richard en ik ruzie. Hij bleef maar doorgaan over het gebrek aan manieren, ik viel uit en zei het míjn kinderen waren en hij zich er niet mee hoefde te bemoeien. Dat deed ik ook niet bij zijn onredelijke straffen.
Die opmerking was natuurlijk een rode lap op een stier en op dat volle terras, waar iedereen zo gezellig zat te kletsen, sisten we steeds gemenere dingen naar elkaar. Ik leerde Richard van een andere kant kennen. De kant die geen ruzie kon maken, maar me wel maar met een grote tsunami kon kleineren en vernederen. Ik was een slechte moeder, wat mijn ex me had aangedaan was misschien ook wel logisch, zijn handen jeukten als hij mij zag – wat hij daarmee bedoelde weet ik nog steeds niet precies, maar ik denk dat het een dreigement was. Die avond ging ik huilend slapen met een slecht gevoel over de vakantie.
En dat gevoel bleek terecht. De volgende dag maakte Richard het halfslachtig goed, maar de leuke man die ik kende, leek in Nederland te zijn achtergebleven. We kwamen aan bij het gehuurde huis en hij was in een pestbui. Hij bleef maar mopperen, op mij, op alle kinderen. Het huis voldeed ook niet aan zijn verwachtingen, het was te oud, te vies, te klein, te afgelegen – eigenlijk was alles mis. Ik hoopte dat rust en wijn de truc weer zouden doen, maar dat gebeurde niet. Toen mijn jongste zoon ook nog eens een vaas omstootte, ontplofte Richard. Weer zag ik een kant van hem die ik niet kende, namelijk die van de woede-aanval. Het was eng, zoals hij daar stond te tieren en te schreeuwen. Ik trok mijn zoon naar me toe en begon terug te schreeuwen. Míj kan je veel aandoen, maar kom niet aan mijn kinderen. Die hebben genoeg meegemaakt, die laat ik nooit meer slecht behandelen, door niemand.
Ik denk dat mijn felheid Richard enigszins tot bedaren bracht, want hij bond in en mompelde dat we het maar moesten vergeten. Maar nu was de leeuw in mij wakker. Vergéten? Dat zou lekker makkelijk zijn, ja. We gingen helemaal niets vergeten, we gingen voor nu en voor altijd afrekenen met dat gedrag van hem. Toen ik dat zei, leek het wel alsof ik iets van opluchting bij zijn zoon en dochter zag. Later hoorde ik dat ze tegen mijn oudste zoon hadden gezegd dat ze het goed vonden dat ik iemand hun vader op die manier tot de orde riep. Dat hadden ze hun moeder nooit zien doen. En ja, zoals hij nu deed, deed hij thuis wel vaker.”

Stijf van de stress

“Die dag kwam de boel weer tot rust, maar de dag erna was er weer iets en de dag daarna weer. Ik stond stijf van de stress. En toen, op dag vijf van de vakantie, werden definitief mijn ogen geopend. Richard liep weer te mopperen en mijn oudste zoon vroeg waarom hij niet gezellig kon doen. Richard ontplofte en vloog op hem af. Ik sprong ertussen en ik weet niet wat er was gebeurd als ik dat niet had gedaan. Dit was voor mij de druppel. ‘Het is klaar’, zei ik ferm en veel kalmer dan ik me voelde. ‘Wij gaan. En onze relatie is over.’
Lukraak smeet ik onze spullen in tassen, Richard schreeuwend om me heen. Ik slingerde alles in de auto. ‘Instappen en wegwezen’, zei ik tegen de kinderen. Zodra ze zaten, sloeg ik het portier dicht en reed weg. Mijn hart brak voor zijn zoon en dochter die ons hevig geschrokken nakeken. Nog voor ik op de openbare weg was, had Richard al zes keer gebeld. Ik blokkeerde zijn nummer.
Mijn kinderen waren licht in paniek en maakten zich natuurlijk ook zorgen over de beloofde vakantie: was die nu van de baan? Op een parkeerplaats heb ik de auto stilgezet en ben gewoon gaan zoeken. Vakantiehuizen op minder dan twee uur rijden, maar meer dan één uur, ik wilde Richard niet bij de supermarkt tegenkomen. Wonder boven wonder lukte het om een huisje te vinden dat ook nog een eigen zwembad had. Toen haalde ik de blokkade van Richards nummer, wachtte een paar minuten en nam de volgende oproep wel aan.
Woedend was hij, hij tierde dat ik terug moest komen, niet zo hysterisch moest doen. Tja, dat is het ding met een man als Richard, weet ik nu. Hij is enig als je hem aanbidt. Hij wordt heel naar als je hem tegenspreekt. Tot dan toe had ik hem alleen maar aanbeden, nu kreeg ik die andere kant te zien. Een kant waarvoor ik hard ben weggerend, want ook na die vakantie ben ik natuurlijk niet teruggegaan. Aan de telefoon heb ik het opnieuw uitgemaakt en gezegd dat hij zijn spullen bij thuiskomst kon komen halen. En dat ik het sneu vond voor zijn kinderen dat de vakantie zo verlopen is. Dat vond, en vind, ik nog steeds. Het zijn twee lieve kinderen. Ik heb zelfs nog Richards ex gebeld en toen begreep ik dat zij al bezig is met een procedure waardoor de kinderen alleen bij haar komen wonen, gelukkig maar.
Richard heb ik nog één keer gezien, toen hij zijn spullen kwam halen. Hij deed uiterst koel en wenste me succes met mijn hysterische karakter en onopgevoede kinderen. Ik geloof dat hij zichzelf op het standpunt had gesteld dat dit toch wel míjn grote verlies was, dat ik een geweldige man als hij kwijt was. Prima joh, denk ik, geloof er lekker zelf in. Ik ben blij dat mijn ogen zijn geopend, al was het dan op deze vervelende manier. Eén ding weet ik zeker: het is inderdaad mijn zoons en ik tegen de wereld, en daar komt nooit meer iemand tussen.”

Tekst: Mariëtte Middelbeek. Om privacyredenen zijn alle namen veranderd, De echte namen zijn bekend bij de redactie.​​​​​​
Foto: Getty Images

Meer Vriendin? Volg ons op Facebook en Instagram. Je kunt je ook aanmelden voor onze wekelijkse Vriendin nieuwsbrief.