Van kraamverzorgende tot loodgieter: mbo’ers in the spotlights
19 december 2024
De loodgieter, kapper, kraamverzorgende en pedagisch medewerker, waar zouden we zijn zonder ze? Mbo’ers, we hebben ze nodig!
Shane is loodgieter
‘Mijn docenten op de havo verklaarden me voor gek’
Shane (24)
Thuis: samenwonend met Britt (23)
“Ik wilde altijd al in de bouw werken. Timmerman leek me wel leuk. Maar mijn opa is loodgieter. Ik mocht weleens met hem mee. Het trok me over de streep: dit wilde ik ook! Het leuke van loodgieter zijn is dat je met je handen bezig bent. Plat gezegd: je zit niet de hele dag op je hol. En je maakt anderen blij, dat vergeten mensen weleens. Je voorziet iemand van meer luxe door middel van een verbouwing of je lost een probleem op.
School heeft mij nooit echt geïnteresseerd. Ik ging na de basisschool naar de havo en heb deze ook afgerond. Mijn docenten verklaarden mij voor gek toen ik daarna voor een mbo-opleiding koos. ‘Je kunt zo veel kanten op, waarom dit?’ vroegen ze. Het antwoord is simpel: ik wilde gewoon doen wat ik leuk vind. Mijn ouders hebben mij daarin gelukkig altijd gesteund. Achteraf is het best gek dat mijn docenten mij een andere richting op wilden sturen. Er zijn veel vakmensen nodig. In deze sector heb je gegarandeerd werk. Omdat ik de havo al had afgerond, hoefde ik geen Nederlands en rekenen meer op het mbo te doen. Ik vond dat wel een voordeel. Ik pikte de lesstof ook snel op.”
Opa is trots
“Ik ben nog iedere dag bij met de keuze die ik gemaakt heb. Mijn vriendin en ik hebben twee jaar geleden ons eerste huis gekocht. Mensen van mijn leeftijd die studeren, lukt dat vaak niet. Bovendien zitten ze vaak ook nog eens met een studieschuld. Ik vond al snel een vaste baan. Ik heb na mijn opleiding bij twee bedrijven gesolliciteerd en kon bij allebei aan de slag.
Het is mijn droom uiteindelijk voor mezelf te beginnen. Ik heb nu een goed inkomen, maar als ik een eigen installatiebedrijf heb, kan ik echt serieus geld verdienen. Maar eerst maar eens even meters maken. Huizen verduurzamen, aan airco’s en warmtepompen sleutelen, ik vind het allemaal even interessant. In de familie zijn ze ook wel blij dat ik kan helpen als er iets stuk is. Vroeger werd mijn opa daar altijd voor gevraagd. Nu kloppen ze ook bij mij aan. Mijn opa heeft dit werk tot z’n 76ste gedaan. Tegenwoordig doet-ie het wat rustiger aan, maar nog steeds houdt hij van klussen. Hij is er best trots op dat ik hem qua beroep achterna ben gegaan.”
Danique is kraamverzorgende
‘Als ik binnenkom, zie ik de ouders echt weleens denken: die is jong!’
Danique (19)
Thuis: relatie met Werner (24) – ze hebben samen net een huis gekocht
“Ik was als kind een echte poppenmoeder en wist al jong dat ik later beroepsmatig iets met kleine kinderen wilde doen. Ik was tien toen mijn tweelingzusjes geboren werden. Daar zorgde ik ook al zo graag voor. Na vmbo-kader begon ik aan de opleiding pedagogisch medewerker. Dat vond ik leuk, maar ik wilde toch liever de zorg in. Ik ben mbo niveau 4, verpleegkunde gaan doen, maar dat vond ik heel moeilijk. Het werd daarom verzorgende-IG. Eerst liep ik stage in de ouderenzorg. Daar heb ik echt enorm van genoten. Na een half jaar koos ik voor kraamzorg, iets totaal anders, maar ook al zo leuk. De opleiding vond ik goed te doen. Het was vooral veel praktijk, dat past wel bij mij.
Nadat ik klaar was, had ik echt zo een baan. Er is meer dan genoeg werk in deze sector. Ik draai diensten van acht aaneengesloten dagen en dan ben ik drie dagen vrij. Daarna ga ik op wacht en dan kan het zijn dat ik meteen weer naar een gezin word gestuurd, maar daar kunnen ook één of twee dagen overheen gaan. Als kraamverzorgende kun je ook al worden opgeroepen als de bevalling nog bezig is. Dat is mij pas één keer overkomen, maar toen was de baby net geboren voor ik aanbelde.”
Extra motivatie
“Ik vind het fijn om in mijn werk iets voor een ander te kunnen betekenen. Veel ouders zijn onzeker, zeker als het hun eerste kind betreft. Ik kan ze iets leren, ondanks dat ik zelf nog geen kinderen heb. Als ik ergens binnenkom, zie ik de ouders echt weleens denken: die is jong! Voor mij is dat alleen maar een motivatie om extra hard mijn best te doen.
Ik adviseer ouders altijd tussen 13.00 en 15.00 uur even hun rust te pakken. Ze zijn vaak moe door de nachtelijke voedingen en dan is een middagdutje heel lekker. Om ze echt tot rust te laten komen, bied ik aan de baby mee naar beneden te nemen. Dat willen ze bijna altijd wel. Omdat je zo betrokken bent bij een gezin, is het soms echt wel even slikken als je na die week weer afscheid moet nemen. Met een paar kraamvrouwen heb ik dan ook zo nu en dan nog contact.”
Wendela is allround hairstylist
‘Iedereen gaat na afloop blij de deur uit, hoe fijn is dat?’
Wendela (26)
Thuis: single
“Ik wilde kapper worden vanaf het moment dat ik kon praten. Ik knipte alles waar ik maar een schaar in kon zetten: mijn eigen haar, maar ook de haren van mijn poppen en barbies. Mijn moeder vond het meteen al een superplan. ‘Altijd handig, een kapster in huis’, riep ze altijd. Op het vmbo besloot ik dan ook voor de richting uiterlijke verzorging te gaan. Gek genoeg koos ik daarna ineens toch voor een mbo-opleiding om in de kinderopvang te kunnen werken. Ik was een dwarse puber, laten we het daarop houden. Na tweeënhalf jaar werd ik door school verzocht met de opleiding te stoppen. Mijn houding zou te gesloten zijn. Daar klopt helemaal niks van, maar toegegeven: ik was meer niet dan wel op school te vinden.
Ik ben vervolgens een jaar in de supermarkt in het dorp gaan werken en toen kwam mijn oude droom weer bovendrijven. Ik ben alsnog de kappersopleiding gaan doen. Waarom heb ik dit niet meteen gedaan? heb ik mezelf vaak afgevraagd. Knippen is helemaal mijn ding. Ik vind het heerlijk om met mensen bezig te zijn. Iedereen gaat na afloop blij de deur uit, hoe fijn is dat? Voor veel mensen is naar de kapper gaan echt een uitje. Maar er zijn ook klanten die ik wekelijks zie om het kapsel even bij te werken. Met leren ben je in dit vak nooit klaar. Ik volg regelmatig trainingen en cursussen om bij te blijven. Sinds april ben ik salonmanager. Als mijn bazin er niet is, doe ik alles wat zij normaal gesproken doet.”
Altijd werk
“Het is een lekker idee dat je over een vaardigheid beschikt waarmee je altijd werk hebt. Ik ben gek op totaalbehandelingen: wassen, knippen, kleuren, föhnen. Maar kinderen knippen vind ik het allerleukst. Ik zie het als een uitdaging mijn werk zo te doen, dat ze met plezier terugkomen. Ooit wil ik een eigen salon openen. Maar dat zijn toekomstplannen.
Er wordt te veel op mbo’ers neergekeken, vind ik. ‘Je kunt nog je hele leven werken’, zeggen veel ouders. Maar als je het mij vraagt, leer je in de praktijk gewoon veel meer dan uit boeken. Ik was ook gewoon geen type voor in de schoolbanken. Mbo’ers zijn onmisbaar. In mijn vriendenkring is iedereen aan het werk. We kunnen allemaal probleemloos op vakantie, we rijden allemaal een eigen auto en we kunnen sparen voor een huis. Hoe fijn is dat? O, en mijn moeder heeft inderdaad die gewenste kapster in huis gekregen. Ik doe altijd haar haren.”
Roos is pedagogisch medewerkster
‘Ik hoor weleens van ouders dat kinderen liever bij ons zijn dan thuis’
Roos (22)
Thuis: single
“Ik ben geen boekenmeisje, nooit geweest. Laat mij maar gewoon met mijn handen bezig zijn. Ik was als kind al heel druk met mijn nichtjes in de weer, had vanaf mijn vijftiende veel oppasadresjes, nog steeds trouwens. Ik wist toen al dat ik daar later in mijn werk mijn plezier uit ging halen. Het verbaasde dan ook niemand dat ik voor de mbo-opleiding pedagogisch medewerker koos. Mijn ouders hebben het altijd dikke prima gevonden dat ik mbo ging doen. Dit past bij mij. Ik ben supersociaal en met eindeloos leren doe je mij geen plezier. Mijn zus dan weer wel. Zij is gaan studeren.
Ik vond mijn stage echt geweldig en ik vind werken in de kinderopvang heel leuk, maar ik zou ook wel juf of onderwijsassistent in groep 1/2 willen zijn. Wie weet ga ik dat later nog eens doen. Er is al jaren een groot tekort aan mbo’ers. In de kinderopvang is het lastig om aan personeel te komen. Bij de vorige opvang waar ik werkte, zijn we in de zomervakantie zelfs twee weken dicht geweest, omdat er te weinig mensen waren. Dat is voor de ouders natuurlijk een drama.”
Waardering
“Ik vind mijn werk niet heel zwaar. Dat komt omdat ik het zo leuk vind en het daardoor bijna niet zie als werk. Kinderen vreten wel energie. We hebben er wel dertien op een groep. Iedere dag is anders. Ik maak lange dagen: ik werk vier dagen van negenenhalf uur en daarnaast hockey ik nog drie keer in de week. Omdat ik nog thuis woon en lekker verdien, kan ik goed sparen. Ik ben al voorzichtig een beetje bezig met mijn uitzet. De meeste van mijn vriendinnen hebben ook mbo gedaan. Twee werken ook in de kinderopvang, een in de gehandicaptenzorg. We hebben allemaal geen enkele moeite gehad een baan te vinden.
Het zou fijn zijn als mensen mbo’ers wat meer gaan waarderen. Wij zijn óók heel slim en vooral heel belangrijk voor de maatschappij. Ik krijg van de ouders van de kinderen waar ik voor zorg gelukkig wel veel waardering. Het grote nadeel van mijn werk is dat kinderen uiteindelijk bij je weggaan, naar de basisschool. Als je jarenlang vier dagen in de week voor een kind hebt gezorgd, moet ik toch wel even een traantje wegpinken als het moment van afscheid daar is. Ik hoor weleens van ouders dat kinderen liever bij ons zijn dan thuis. Een mooier compliment kun je toch niet krijgen?”
Tekst: Hester Zitvast
Foto: privébezit
Meer Vriendin? Volg ons op Facebook en Instagram. Je kunt je ook aanmelden voor onze wekelijkse Vriendin nieuwsbrief.