Ontwerp Zonder Titel 2025 01 28t163432.608

Ilse verloor haar tweelingbroer, maar ziet ’m terug in haar dromen

Yannic, de tweelingbroer van Ilse (48), stierf twee jaar geleden aan zelfdoding. Een maand na zijn dood droomde ze over hem, en dat bleef ze doen. Ilse schreef het boek Hoe dromen jou kunnen helpen over haar broer.

Ilse: “Mijn tweelingbroer Yannic is er nog in mijn hoofd, en in mijn hart. Nadat mijn broer was overleden, las ik iets van een rouwexpert wat indruk op mij maakte: “Je moet hem niet loslaten, maar leren om hem anders vast te houden.” Dat heb ik letterlijk gedaan. Ik ben in mijn dromen op zoek gegaan naar mijn broer, om hem te kunnen vasthouden.
Mijn band met Yannic was intens. We kenden elkaar door en door. De eerste achttien jaar van ons leven deden we bijna alles samen. Ik voelde me veilig bij mijn tweelingbroer en wilde het liefste bij hem zijn. Tweelingen worden tegenwoordig op school vaak uit elkaar gehaald, maar bij ons was dat niet zo. Mijn broer en ik zaten bij elkaar in de klas. Yannic zwom graag, dat was zijn hobby. Ik ging ook zwemmen, gewoon omdat het veiliger en vertrouwder voelde als we samen waren. Pas toen we achttien waren, kregen we de behoefte om te ontdekken wie we nu eigenlijk zelf waren. We zijn toen allebei in een andere stad gaan studeren.”

Bang voor de nacht

Na onze studie ging het goed met Yannic. Hij kreeg een gezin, ik ook. Helaas woonden we wel wat verder van elkaar, op een paar uur rijden, maar we hielden altijd veel contact. Als alles goed ging, konden we elkaar perfect loslaten. Als er iets was, hadden we altijd nog elkaar om op terug te vallen. Op een gegeven moment kreeg Yannic last van angsten. Hij voelde zich dan vaak ontzettend eenzaam. Maar in de laatste drie jaar van zijn leven raakte hij langzaam in een depressie. Dat ging een beetje op en af. Soms herpakte hij zich en ging het een tijdje wat beter, daarna viel hij weer terug. Hij kreeg medicijnen, maar dat hielp allemaal niet. Yannic had veel vrienden en zocht ze vaak op in die periode, omdat hij bang was om alleen te zijn. Helaas kwam daar ook die coronaperiode nog bij. Hij werd bang voor de nacht. De gedachte dat iedereen sliep en hij wakker lag, maakte hem nog eenzamer. Soms belde hij mij. Dan lagen we midden in de nacht urenlang te praten. Hij woonde alleen – Yannic was gescheiden – en soms ging ik naar hem toe om bij hem te blijven slapen. Maar dat hielp altijd maar tijdelijk. Hij was bang om niet te kunnen slapen en maakte zich daar zorgen over. Juist omdat hij zich zo’n zorgen maakte, kon hij dan niet slapen, waardoor precies gebeurde waar hij zo bang voor was. Overdag werd hij steeds vermoeider. Het leven werd zwaarder voor hem. Mijn broer sliep zo slecht dat hij op een gegeven moment ook niet meer droomde. Terwijl dromen zo belangrijk zijn om alles wat je overdag meemaakt, te kunnen verwerken, weet ik inmiddels. Ik probeerde mijn broer op allerlei mogelijke manieren te helpen. Maar het was niet genoeg.”

“Op een gegeven moment zocht Yannic mij thuis op. Hij kwam onaangekondigd langs. Hij vertelde weer, zoals hij al vaker had gezegd, dat hij het niet meer zag zitten. Hij zei dat hij zichzelf niet was, dat iets anders het van hem had overgenomen en dat hij wilde dat iedereen dat wist. Voordat hij wegging, stonden we op het tuinpad. Yannic pakte me stevig vast, iets wat hij niet zo vaak deed. Ik zei tegen hem dat het allemaal wel goed zou komen. Ik had er geen idee van dat dat de laatste keer was dat ik mijn broer zou zien. Drie dagen later beroofde hij zichzelf van het leven.”
Ik sprak op zijn begrafenis. De dingen waarvan hij wilde dat iedereen die wist, heb ik verteld. Yannic heeft kinderen, hij vond dat vooral voor hen belangrijk. Het is voor veel mensen moeilijk om te begrijpen dat hij niet meer wilde leven. Ook voor mij was het ontzettend moeilijk dat mijn tweelingbroer er opeens niet meer was. Zoiets breekt je als mens. Het feit dat hij die keuze heeft gemaakt, dat hij zo ongelukkig was dat hij geen andere uitweg meer zag, doet enorm veel pijn. Het is het zwaarste waar ik ooit mee heb moeten kampen in mijn leven. Verstandelijk weet ik dat hij zijn rust heeft gevonden, maar het schuldgevoel is groot. Ik had het gevoel dat ik moest boeten omdat ik nog leefde, dat ik het niet verdiende om gelukkig te zijn. We zijn samen geboren, we hadden ook samen moeten sterven. In mijn zwartste periode had ik het gevoel dat ik hem achterna wilde gaan. Ik wilde niet sterven, maar ik wilde wel bij hem zijn. Ik was echt in de war in die periode.”

Blij wakker

“Ongeveer een maand na zijn overlijden droomde ik voor het eerst van mijn broer. Dat wil zeggen: waarschijnlijk had ik dat al eerder gedaan, maar was ik me er niet van bewust. Deze keer kon ik me mijn droom nog wel herinneren. Ik zag mijn broer, ik kon naar hem toe gaan in mijn droom, en ik kon hem vastpakken. Het voelde allemaal echt, alsof mijn broer weer écht even bij mij was. De volgende ochtend werd ik blij wakker. Het was een fantastisch gevoel dat ik mijn broer had gezien en had kunnen vasthouden. Het eerste wat ik tegen mijn man zei, was niet: “Goedemorgen, schat,” maar: “Ik heb Yannic gezien!” Mijn kinderen, die ik zag toen ik naar beneden ging, vertelde ik het ook. Ze vonden het maar gek en wisten niet of ik nou verdrietig of gelukkig was. Eerlijk gezegd was ik het allebei: ik was blij dat ik Yannic had gezien, maar ook verdrietig dat ik hem na mijn droom weer los moest laten. Toch had het me zo goed gedaan om over mijn broer te dromen, dat ik dacht: dit zou ik wel vaker willen. Ik ging me verdiepen in wat ik die nacht met mijn broer had meegemaakt en ontdekte dat zoiets een lucide droom wordt genoemd: een heldere droom, waarbij je je er ook echt bewust van bent dat je droomt. Ongeveer de helft van de mensen heeft weleens een lucide droom gehad, en ik was er dus een van. Ik ontdekte dat je een lucide droom ook kunt sturen. Dat betekende dat ik Yannic misschien weer kon ontmoeten in mijn dromen.
Hier wilde ik mee gaan experimenteren. Ik dacht: als ik moet leren om mijn broer anders vast te houden, dan is dit mijn manier. Ik had niets te verliezen. Ik wilde niet in dezelfde diepe put belanden als hij. Door te focussen op het leren over lucide dromen, lukte me dat. Ik ging proberen om mezelf te trainen om Yannic te kunnen oproepen in mijn dromen. Het heeft me een aantal maanden gekost, maar uiteindelijk is me dat gelukt. Ik kon op een gegeven moment zelfs kiezen wat ik in mijn dromen met hem wilde gaan doen: weer een keertje samen zwemmen, schaatsen of samen iets nieuws beleven, of gewoon elkaar vastpakken. De nacht was voor Yannic zijn grootst angst geworden, maar voor mij werd de nacht juist een houvast. Mijn dromen werden belangrijk voor mij. Ik was mijn broer kwijt, maar in mijn dromen was hij dichtbij.”

Troost in dromen

“Yannic is nu twee jaar dood, en door alles wat ik in mijn dromen heb meegemaakt, heb ik alles wat er is gebeurd, beter kunnen verwerken. Ik ben in de afgelopen twee jaar gewoon door blijven werken, ben actief gebleven en ben niet in therapie geweest. Dat voelde voor mij beter. Yannic had wel therapie gehad, hij is zelfs opgenomen geweest in een instelling, en dat heeft hem niet geholpen. Ik ben ervan overtuigd dat er maar één persoon die jou kan helpen, en dat ben je zelf. Dat wil zeggen: als je denkt dat therapie jou niet helpt, zoals Yannic dacht, helpt het jou ook niet. Ik heb het geluk dat ik mezelf heb kunnen helpen. Ik vind troost in mijn dromen. Ik heb de afgelopen twee jaar intens van mijn broer gedroomd. Nu is dat minder. Soms heb ik gewoon zin om Yannic weer te zien en dan kan ik hem in mijn dromen oproepen. Maar ik heb mijn broer wat meer kunnen loslaten. Het is geen must meer om hem te zien.
Yannics dood heeft mijn identiteit veranderd. Ik ben nog altijd een tweelingzus, maar ik heb geen tweelingbroer meer. Na twee jaar kan ik zeggen dat ik eindelijk weer wat sterker in het leven sta. Ik ga vooruit, ik ben weer gelukkig aan het worden. Lang heb ik mezelf geen enkel momentje van plezier gegund. Dat kan ik nu wel. Ik merk dat ik ook dingen van hem overneem. Yannic ging graag naar festivals. Ik was daar niet zo van, maar voordat hij stierf, had ik hem beloofd om een keer met hem mee te gaan naar Pukkelpop. We hadden zelfs al kaartjes gekocht. Een maand na zijn overlijden ben ik alsnog gegaan. Samen met mijn man, die normaal gesproken altijd met Yannic meeging, hij was een goede vriend van Yannic. Ik voelde me schuldig omdat ik daar was te midden van al die mensen die plezier maakten. Ik probeerde te dansen, maar steeds als ik dat probeerde te doen, moest ik huilen. Toch ben ik in de jaren daarna ook naar Pukkelpop geweest. Net als toen we klein waren, doe ik gewoon graag dingen die hij ook deed. Dansen vind ik nog steeds moeilijk. Dat lukt me alleen als ik droom, samen met Yannic. Maar ik ben ervan overtuigd dat ik ooit weer écht kan dansen, in de wakkere wereld. Die dag gaat komen, dat weet ik zeker.”

Denk jij aan zelfdoding? Neem 24/7 gratis en anoniem contact op met 113 Zelfmoordpreventie via 0800-0113 of chat op 113.nl.

Hoe dromen jou kunnen helpen Ilse Demaret € 24,99 Uitgeverij Borgerhoff & Lamberigts

Tekst: Ella Mae Wester
Foto: Ruud Hoornstra

Meer Vriendin? Volg ons op Facebook en Instagram. Je kunt je ook aanmelden voor onze wekelijkse Vriendin nieuwsbrief.

LEES OOK

Lees meer Persoonlijke verhalen
Ilse Demaret, Kaja Verbeke