![vrouw denken verliefd](https://www.vriendin.nl/wp-content/uploads/2025/01/Ontwerp-zonder-titel-2025-01-20T100719.223-1.png)
Zij namen hun onderbuikgevoel serieus: ‘Dat had mijn opa nog nooit gezegd’
11 februari 2025
Je kunt er niet helemaal je vinger op leggen, maar je gevoel zegt dat het niet klopt… Luister je daarnaar? Deze vrouwen namen hun onderbuikgevoel serieus.
‘Onze nieuwe vriendin bleek een pathologische leugenaar’
Alexandra (33): “Fenne werd enthousiast door een vriendin geïntroduceerd in onze meidengroep. Ze was een nieuwe collega en ‘zoooo leuk’. En ik moet zeggen: ze leek heel goed te passen bij onze gezellige, ongedwongen club. Iedereen sloot haar direct in het hart, maar ik merkte aan mezelf dat ik afstand bewaarde. Waarom dat was, weet ik niet. Ik kreeg ondank de leuke eerste signalen toch een gek gevoel bij haar. Fenne ging steeds vaker met ons mee op stap en iedere keer weer dacht ik: er is iets met je. Er klopte iets niet. De enige tegen wie ik dat vertelde, was mijn beste vriendin. ‘Hoe kom je daar nou bij?’, was haar reactie. Vervolgens hield ik me stil. Inmiddels ben ik niet meer de enige die slechte vibes bij Fenne heeft. We zijn erachter gekomen dat ze een pathologisch leugenaar is. Vrijwel niets van wat ze ons heeft verteld, klopt. Zelfs over de kleinste dingen liegt ze en dat doet ze zo geraffineerd, dat je het bijna niet door hebt. Maar ik voelde dat blijkbaar aan. Fenne is de groep uitgegooid nadat een van haar leugens op een pijnlijke manier aan het licht kwam. Ze had ons wijsgemaakt dat ze als kind kanker had gehad. Via een van onze moeders – die Fennes moeder kent – ontdekten we dat daar niets van waar was. Hoe kun je over zoiets liegen? Ik krijg daar nog steeds buikpijn van.”
‘Hij had hetzelfde unheimische gevoel als ik in dat hotel’
Renée (46): “We hadden net een wintersportvakantie achter de rug en besloten de terugreis in twee delen te doen. Ergens in de buurt van Frankfurt hadden we een hotel gevonden waar we met een goede vriend wilden overnachten. Het verkeer zat behoorlijk tegen, waardoor we er laat en al in het donker aankwamen. We dachten dat het hotel pal naast de snelweg lag, maar we moesten er nog een aardig eindje voor door een pikdonkere bosweg rijden. En ineens lag het daar: een enorm pension met maar één andere auto op de parkeerplaats. We checkten wat lacherig in en kregen twee kamers naast elkaar toegewezen. Op de gang werd een wifi-kastje geplaatst door de hoteleigenaar. Al meteen in de kamer kreeg ik een unheimisch gevoel. Ik wilde er het liefst weg, maar ik was ook zó moe. Mijn partner had nergens last van. Zodra zijn hoofd het kussen raakte, was hij vertrokken. Ik niet. Om wat afleiding te hebben, besloot ik wat op mijn telefoon te scrollen. Het internet deed het niet. Ik wilde onze vriend in de kamer ernaast appen om te vragen of hij zich ook zo naar voelde, maar mijn appje bleef hangen. Dan toch maar proberen de slaap te vatten. Dat ging moeizaam. Ineens voelde ik een vlaag wind in mijn nek. Ik ging rechtop zitten, maar zag niets. Het raam was hermetisch gesloten en als een angstig klein kind heb ik onder het bed gekeken of daar misschien iemand lag.
Uiteindelijk ben ik diep in de nacht in een onrustige slaap gevallen. Ik ben nog nooit zo blij geweest dat het weer licht werd. “Douchen, aankleden en wegwezen. Het is hier niet pluis”, zei ik tegen mijn partner. Die moest alleen maar om me lachen.
Een klein half uur later stond ik met mijn tas op de gang, toen naast ons de deur van onze vriend – een nogal nuchtere Fries – openging. Hij zag er flink vermoeid uit. Ik brandde meteen los over mijn afschuwelijke nacht. Achter mij stond mijn partner met zijn hoofd te schudden, hij verklaarde mij voor gek. Toen ik uitgeraasd was, vertelde onze vriend over zijn nacht. Hij had precies hetzelfde ervaren. Zie je wel, ik was niet gek! Onze vriend had de hele nacht het gevoel gehad dat er nog iemand in de kamer was. Hij had het zelfs over een entiteit. Over de spiegel in zijn kamer, naast het bed met uitzicht op het raam, had hij een handdoek gehangen. Ik snapte dat. Ik weet nog steeds niet wát er nu precies in dit hotel aan de hand was, maar wel dat het echt niet oké was. Ik wil er nooit meer naartoe!”
’Dat had mijn opa nog nooit gezegd’
Kim (36): “Ik heb altijd een goede band met mijn opa gehad. In 2019, toen mijn oma al in een verzorgingshuis zat en mijn opa nog wachtte op een plek in een verpleeghuis – hij had dementie – heeft hij zelfs een weekje bij ons gelogeerd. Ik koester fijne herinneringen aan die tijd. Mijn jongste zoon zette, in het bijzijn van zijn overgrootvader, zijn eerste stapjes. Een half jaar na zijn opname in het verpleeghuis, was ik bij hem. Ik stelde voor beneden in het restaurant wat te gaan drinken. Dat wilde opa niet. Hij moest zijn visite nog koffie uitdelen, zei hij. Er was geen visite. Uiteindelijk kreeg ik hem toch zover, hij wilde alleen nog wel even naar het toilet. Daar zag hij de toiletbeugel aan voor mijn oma. ‘Kom nou mee, we gaan koffiedrinken’, riep hij, terwijl hij aan dat ding rukte. Het was duidelijk dat hij erg in de war was. ‘Het lijkt me verstandiger dat hij vandaag boven blijft’, zei de verpleegkundige. Daar was ik het mee eens. Ik nam afscheid van mijn opa en zei hem dat ik snel weer langs zou komen. Plotseling leek hij kraakhelder. Hij wilde met mij mee naar huis. ‘Onthoud één ding, ik hou heel veel van je’, zei hij. Dat had hij nog nooit gezegd en hoe mooi die woorden ook waren, ik kreeg er een ongelooflijk niet-pluisgevoel van. Met een knoop in mijn maag vertrok ik. Ik heb direct mijn vader gebeld. ‘Pap, er klopt iets niet. Mijn gevoel zegt dat opa snel komt te overlijden.’ Omdat daar verder geen enkele aanleiding voor was, probeerde mijn vader me gerust te stellen. De volgende dag wilde opa zijn bed niet meer uit, drie dagen na mijn bezoek overleed hij. Hij heeft het 100% geweten dat hij zou sterven, dat weet ik zeker.”
‘‘Ik voelde het. Ik voelde het’, kon ik alleen maar uitbrengen’
Sophia (44): “Twee jaar geleden werd ik midden in de nacht wakker. Ik was ongelooflijk onrustig, een beetje bang zelfs. Ik had niet gedroomd: dat wil nog weleens zo’n gek gevoel ’s nachts veroorzaken. Het was echt een gevoel van: hier klopt iets niet. Ik hoorde niks, er was eigenlijk geen enkele aanleiding waarom ik me zo zou moeten voelen. Toch besloot ik mijn man wakker te maken. ‘Er is iets’, zei ik. ‘Ik weet niet wat, maar er is iets.’ Mijn man weet dat ik hem echt niet zomaar wakker maak en nam me meteen serieus. ‘Ik doe een rondje huis, komt goed’, zei hij. Met kloppend hart bleef ik in onze slaapkamer achter. Ik hoorde hoe mijn man een voor een de deuren van de kinderkamers opende en weer sloot. Daarna liep hij de trap af. De lichten liet hij uit. Ineens begon hij te schreeuwen en op de ramen te bonzen. ‘Wat moet dat hier, opsodemieteren jij’, hoorde ik hem roepen. Mijn hart zat in mijn keel. Op dat moment ben ik ook naar beneden gestormd. Er liep een vent in onze tuin, klaar om bij ons in te breken, blijkbaar. We hebben meteen de politie gebeld, maar er was niet veel meer te zien. ‘Ik voelde het. Ik voelde het’, kon ik alleen maar uitbrengen.
Wat er die nacht gebeurd is, kan ik nog steeds niet verklaren. Ik heb er nog weken slecht van geslapen. De rust kwam pas weer toen we besloten een alarminstallatie te nemen. Wat als…, denk ik nog regelmatig. Je hoort weleens dat inbrekers de bewoners wat aandoen. De rillingen lopen mij meteen weer over de rug nu ik erover praat. Zo blij dat ik mijn niet-pluis-gevoel serieus heb genomen.”
‘Iets in mij zei dat het niet klopte, maar ik liet de man praten’
Tanja (47): “Ik werd gebeld door een onbekend nummer. Ik hoorde iets als ‘Dit is een geautomatiseerd bericht van de Rabobank. U heeft onlangs een nieuwe pas aangevraagd. Is dit niet het geval, toets dan een 1.’ Dat deed ik. Meteen kreeg ik een fraudemedewerker aan de telefoon die zich voorstelde als Frederik Boogaerd. ‘Goed dat we u spreken’, zei hij. Frederik kon in de systemen zien dat er vanaf een computer in het Limburgse Ohé en Laak op mijn naam een pas was aangevraagd. Alles zou geblokkeerd en hersteld worden, werd ik gerustgesteld. Iets in mij zei dat het niet klopte, maar ik liet de man praten. Hij ging verder over het verzekeren van de nieuwe pas en daarvoor had hij een borgstelling van € 480 nodig. Dat zou meteen worden teruggestort. Op het hoge bedrag na klonk alles superbetrouwbaar. Frederik was netjes, vriendelijk en hij liet in alles merken dat hij mij wilde helpen. Hij werkte namens de Rabobank, maar voor een bedrijf uit Den Bosch, vertelde hij. De naam van dat bedrijf noemde hij ook. Snel zocht ik online op of dit bedrijf bestond en dat was zo. Inmiddels had ik een betaalverzoek van de Rabobank via wat leek de bankieren-app binnengekregen. Ik vertrouwde het toch echt niet. ‘Ik bel even mijn vriend om hem te vragen of hij de pas niet heeft aangevraagd’, verzon ik ter plekke. ‘Kunt u mij met vijf minuten terugbellen?’ Frederik vond dat een prima plan. Ik belde het bedrijf uit Den Bosch, legde in een paar zinnen het verhaal uit en vroeg of zij ene Frederik Boogaerd kenden. Niet dus. Op dat moment kreeg ik een wisselgesprek. Ik voegde ‘Frederik’ toe aan het gesprek en vroeg hem nog een keer waar hij werkte. Hij noemde de naam van het bedrijf opnieuw. ‘Nou, dat is toevallig, want ik heb je zogenaamde werkgever aan de lijn en ze kennen je daar niet!’ Meteen werd de verbinding verbroken. En ontsnapte ik aan oplichting. Zijn gelikte praatjes hadden mij doen twijfelen, maar gelukkig was mijn niet-pluis-gevoel toch sterker.”
‘Het leek een buitenkansje’
Marjolein (28): “Via via hoorden we over een huis dat te koop stond en het leek een buitenkansje. Het was een mooi, ruim huis, er hoefde niets meer aan te gebeuren, het stond in een leuke wijk, en we konden de vraagprijs betalen. Dat de eigenaar het wilde verkopen zonder tussenkomst van een makelaar, leek ons ook geen probleem. We waren de eersten die het huis bezichtigden, de verkoper vroeg ons snel te beslissen. We hoefden alleen nog maar ja te zeggen en dit huis was van ons. Hoe enthousiast ik ook was, toch drong ik er bij mijn vriend op aan om er nog een nachtje over te slapen, ook al liepen we zo het risico dat het huis ondertussen naar iemand anders zou gaan. Ik wilde niets liever dan dit huis, maar de hele tijd had ik het gevoel dat er een addertje onder het gras zat, dat het te mooi was om waar te zijn. Het kostte me veel moeite om mijn vriend die avond ervan te overtuigen dat we deze kans aan ons voorbij moesten laten gaan. Ik had immers geen goede argumenten. Het huis is vervolgens naar een oude klasgenoot van mij gegaan. En die heeft inmiddels enorme spijt, zo vertelde hij me toen ik hem laatst tegenkwam. Na aankoop bleek er lekkage in de badkamer te zijn en de dakconstructie is hartstikke rot. Doordat er geen makelaar bij de aankoop betrokken is geweest, heeft hij juridisch geen poot om op te staan. Ben ik even blij dat ik naar mijn onderbuikgevoel heb geluisterd.”
Foto: Getty Images
Meer Vriendin? Volg ons op Facebook en Instagram. Je kunt je ook aanmelden voor onze wekelijkse Vriendin nieuwsbrief.