
Els vangt honden en katten op van overleden baasjes
19 februari 2025
Wie zorgt er voor jouw huisdier wanneer je overlijdt? Els (62) heeft het antwoord: zij vangt honden en katten op van baasjes die er niet meer zijn. “Een dier is vaak een vergeten nabestaande.”
Een grote zwarte hond staat enthousiast te blaffen en springen bij het hek. “Donna woog maar zeventien kilo toen ze hier binnenkwam”, vertelt Els. Ze toont een foto op haar telefoon van een uitgemergelde hond met angstige blik in de ogen. “De eigenaar heeft altijd goed voor haar gezorgd, maar toen die overleed, hebben nabestaanden de hond gewoon aan haar lot overgelaten. Uiteindelijk bracht een ambulant medewerker haar bij ons. Nu is ze weer aangesterkt, gelukkig en verloofd met Flip.” Els wijst naar een lieve lobbes die niet van de zijde van zijn maatje wijkt. Hoewel het dus uiteindelijk goed afgelopen is met Donna, is zij volgens Els een goed voorbeeld van wat er kan gebeuren als je niet nadenkt over wat er met je huisdier gebeurt wanneer je plotseling overlijdt. “Dieren zijn natuurlijk maar relatief kort bij ons”, legt ze uit. “De meeste mensen gaan er daardoor vanuit dat zij hun hond of kat wel zullen overleven. De stap om iets vast te leggen op papier, is vaak te groot. Het blijft immers best confronterend om over je eigen sterfelijkheid na te denken.”
Els Adams runt samen met haar man Jan en een team van bevlogen vrijwilligers al ruim 35 jaar de stichting Dier en Project, waarmee ze op verzoek van de autoriteiten katten en honden opvangt die nergens anders meer terechtkunnen. Dit zijn bijvoorbeeld dieren die gered zijn uit de broodfok of in beslag zijn genomen na ernstige mishandeling of verwaarlozing. Dieren die anders een spuitje zouden krijgen, omdat geen enkele andere stichting er nog geld en energie in wil steken. Els en Jan vangen de dieren op in hun eigen huis in het grensdorpje Nispen. Naast de honden en katten in het woonhuis zijn er op het erf nog verschillende buiten- en binnenverblijven met een huiselijke sfeer. De ruimtes zijn gezellig ingericht met warme mandjes, banken, bedden, stoelen en zelfs schilderijen aan de muur. “Wij denken dat ze dat fijn vinden”, zegt Els. De meeste dieren kunnen zelf kiezen of ze samen buiten willen rondbanjeren en ravotten of lekker warm binnen bij de kachel kruipen.
Onderdeel van Dier en Project is stichting Laat Uw Huisdier Na: een initiatief waarbij baasjes vooraf laten vastleggen dat zij na hun dood hun huisdier nalaten aan de stichting. “Dit kan op verschillende manieren”, legt Els uit. “We zoeken bijvoorbeeld een nieuw thuis met een vergelijkbare leefsituatie als bij de overleden eigenaar, maar het dier kan ook de rest van zijn leven bij ons wonen. Sowieso blijven wij altijd betrokken en eindverantwoordelijk, ook als het dier herplaatst wordt. Als iemand een speciaal verzoek heeft, proberen we daar ook aan te voldoen. Zo hebben twee mensen vastgelegd dat wij bij hun overlijden hun huis erven, met de eis dat de dieren daar de rest van hun leven mogen blijven wonen en goed verzorgd worden. Met de huidige woningnood is er altijd wel een dierenliefhebber te vinden die dit onder ons beheer wil doen. En er is ook een mevrouw die ons geld nalaat om hier op het erf een tuinhuisje te bouwen voor haar vijf katten.”
Plek vrijhouden
Belangrijk is dat alles vóór het overlijden officieel wordt vastgelegd bij een notaris. “Als dat niet is gebeurd, valt er soms ook nog wel wat te regelen. Maar alleen als daar geld voor beschikbaar is én we voldoende ruimte hebben. Voor de dieren die aan ons worden nagelaten, moeten we immers altijd plek vrijhouden”, legt Els uit. “We benadrukken daarom ook steeds hoe belangrijk het is om bij leven hierover na te denken. Als er niets geregeld is en er ook niemand binnen de familie of vriendenkring is die voor de hond of kat wil of kan zorgen, komt het dier vaak in een asiel terecht. Soms hebben ze het geluk om herplaatst te worden, maar met name de oudere hondjes of de dieren met medische klachten zijn vaak kansloos voor adoptie. Wat we ook vaak zien, is dat mensen bij leven beloven dat ze wel voor de hond of kat van hun moeder of buurvrouw zorgen, maar dat dit in de praktijk tóch niet zo goed uitkomt. Bij katten wordt soms gewoon de deur opengezet en dan denken ze dat het beestje zichzelf wel redt. Maar ik heb ook voorbeelden genoeg van honden die na een overlijden met het huis worden ‘meeverkocht’ of via Marktplaats worden aangeboden en zo in verkeerde handen terechtkomen. Zo heb ik ooit een ridgeback overgenomen van een fokker. Het dier had veel pijn door een verwaarloosde ontsteking in zijn staart en was er slecht aan toe. Maanden later werd ik gebeld door een jongeman die op zoek was naar de hond van zijn oma: het enige wat hij wist, was dat het dier bij ‘een Els met een stichting’ was. Hij was dus heel blij dat hij me uiteindelijk had opgespoord, want die ridgeback was letterlijk álles geweest voor zijn oma. De kleinzoon woonde in het buitenland en kon niet voor de hond zorgen, maar hij heeft wel de operatie betaald en met zijn hulp hebben we een nieuw huis kunnen vinden.”
De schrijnende verhalen over huisdieren die na de dood van hun baasje niet goed terechtkomen, doen Els veel verdriet. “Bij leven wordt een dier vaak gezien als een volwaardig familielid, maar bij overlijden wordt het nog té vaak een vergeten nabestaande. Mensen vergeten vaak dat zo’n dier óók alles is kwijtgeraakt. Zij rouwen net zo goed als mensen en dat zie je ook. De eerste periode dat een hond of kat hier is, zijn ze vaak echt een beetje ontheemd. Toch sta ik elke keer weer versteld van hun veerkracht. Ik zeg altijd: we moeten er niet in blijven hangen dat dieren zielig zijn, dat doen ze zelf namelijk ook niet. Vaak kiezen ze al snel iemand uit om zich aan vast te klampen: meestal mij of Jan, maar het kan ook een bepaalde vrijwilliger zijn of een ander dier dat hier woont.”
Boterham met leverworst
Als mensen hun huisdier aan de stichting nalaten, gebeurt dat altijd na uitgebreide gesprekken met een nalatenschapscoach die alle zakelijke dingen regelt, maar ook de persoonlijke wensen vastlegt. “We vragen bijvoorbeeld om een schriftje bij te houden met alle bijzonderheden, zoals waarmee je hem of haar een plezier mee doet en waarmee juist niet. Daar proberen we zo veel mogelijk rekening mee te houden. Zo hadden we hier ooit een boerenfox die elke ochtend twee boterhammen met leverworst kreeg. En we hebben ook een hond die, net als met zijn vorige eigenaar, elke dinsdag gaat zwemmen met een vrijwilliger. Dat vindt hij helemaal fantastisch, hij weet ook precies wanneer het dinsdag is. Verder draaien de dieren bij ons gewoon mee in het dagelijks leven. In plaats van in een asiel te verblijven, waar het personeel ’s avonds naar huis gaat, zijn hier dag en nacht hun vertrouwde mensen aanwezig. Natuurlijk kunnen we niet zo veel één-op-één-contact geven als ze vroeger bij hun eigenaar kregen, maar we doen ons best. Een van de eerste dingen die we onze vrijwilligers en stagiaires bijvoorbeeld leren als ze hier komen, is om geen haast te hebben. Natuurlijk moet het schoon zijn, maar knuffelen is net zo belangrijk. We hebben bijvoorbeeld ook vrijwilligers die fysiek niet meer in staat zijn om veel te doen, maar in het kattenverblijf – we noemen het de breiclub, vanwege de vele oudere katten – komen zitten om een tijdschriftje te lezen. Dan brengen wij ze gezellig een glaasje wijn.”
Streng deurbeleid
Momenteel zitten er 72 katten en 32 honden in de opvang. Om te voorkomen dat het te vol raakt, moet Els een streng deurbeleid hanteren. “Ik krijg dagelijks verzoeken waar ik ‘nee’ op moet zeggen, meestal van mensen die een dier willen afstaan omdat ze er niet meer voor kunnen zorgen. Dat is verdrietig, maar hiervoor zijn andere stichtingen. Ook honden uit het buitenland nemen we in principe niet op. Veel mensen adopteren zonder nadenken een hond uit Roemenië of Spanje omdat ze daar anders dood zouden gaan, maar vaak weten ze niet waar ze aan beginnen met zo’n getraumatiseerde hond en kunnen ze er niet voor zorgen. Ondertussen worden er in de Nederlandse en Belgische asielen ook bij bosjes honden en katten afgemaakt als ze niet herplaatst worden. Sommige mensen worden boos als ik zeg dat ik hun dier niet kan opnemen, maar dan leg ik rustig uit dat ik plek moet vrijhouden voor degenen die vooraf een plaatsje bij ons hebben gereserveerd.”
Sommige van die dieren komen uiteindelijk nooit, anderen eerder dan verwacht. Zo was de coronatijd een drama, weet Els nog. “Er gingen toen natuurlijk in een korte tijd opeens heel veel oudere mensen dood, dus we hadden al onze handen vol aan dieren die van tevoren waren nagelaten. En toen werd ik opeens gebeld door een wanhopige dierenarts die vertelde dat ze een gezonde hond moest euthanaseren, omdat niemand ervoor kon zorgen en de asielen werden gesloten.” Hoewel tegen het beleid in, besloot Els het hondje toch op te halen. “Algauw ging dat nieuws natuurlijk als een lopend vuurtje. In een maand of drie tijd hebben we 123 dieren opgenomen. Een paar zijn er blijven plakken, maar de rest is allemaal herplaatst”, zegt ze trots.
Hoge kosten
Of Els zelf iets vastgelegd heeft voor haar nalatenschap? Reken maar. “We zijn heel bewust bezig alles zo te regelen dat als wij dit zelf niet meer kunnen, anderen het hier van ons kunnen overnemen”, zegt ze. “Al realiseren we ook dat waarschijnlijk niemand het zal kunnen doen zoals wij dit al die jaren hebben gedaan: we hebben er ons hele leven op toegelegd en een groot deel van ons inkomen aan besteed. De meeste kosten worden betaald uit donaties, giften en nalatenschappen, maar we moeten ook zelf bijleggen. Jan is gepensioneerd hoefsmid, maar ik werk nog steeds als journalist. Gelukkig hebben we een betrokken dierenarts die voor ons een schappelijk tarief rekent. Daar ben ik blij om, want helaas worden de dierenartskosten exorbitant hoog en gebeurt het steeds vaker dat mensen de medische zorg voor hun huisdier niet kunnen betalen. Vaak wordt er dan iets gezegd als ‘houden van is ook loslaten’, maar dat zeg je toch ook niet over een mens? Geld mag geen issue zijn in leven en dood. Dus zo lang het dier knokt, knokken wij mee.”
In 35 jaar tijd hebben er zo’n 4700 honden en tienduizenden katten een (tijdelijk) thuis gevonden bij Els. En dat betekent dus ook dat ze van ontelbaar veel dieren afscheid heeft moeten nemen. “De moeilijkste hondjes, waar je de hele dag rekening mee moet houden, kruipen het meest onderhuids”, zegt ze. “Als zo’n dier opeens weg is, laat dat zo’n leegte achter dat het soms voelt alsof ik helemaal geen honden meer over heb. Maar veel tijd heb ik niet om te rouwen, want de rest van de dieren denkt: heel vervelend voor je, maar wij willen eten. En dan stoot je weken later een keer je grote teen en barst je opeens in huilen uit. Toch is Jan van ons tweeën degene die het snelst huilt, ik word eerder boos door het leed dat sommige dieren hebben geleden. Aan de andere kant: elk dier dat leeft, verdient het dat er iemand om hem treurt als het sterft. Dat is een beter alternatief dan al die dieren die eenzaam en onnodig sterven, omdat niemand zich om hen bekommert. Dus hoewel het soms verdrietig is, krijg je er ook veel voor terug. Veel honden en katten die hier komen zijn in bet begin een beetje onzeker of erg angstig. Maar als ze dan na een tijdje weer vrolijk worden, gaan spelen en zich duidelijk veilig voelen, maakt dat voor mij alles de moeite waard.”
Tekst: Marion van Es
Foto: Amaury Miller
Visagie: Lisette Verhoofstad
Meer Vriendin? Volg ons op Facebook en Instagram. Je kunt je ook aanmelden voor onze wekelijkse Vriendin nieuwsbrief.