Heb je last van rijangst? Met déze tips kom je ervan af
19 november 2021
Zweethandjes, een duizelig gevoel of hartkloppingen. Naar schatting heeft bijna een miljoen Nederlanders last van rijangst. De helft daarvan durft helemaal niet te rijden. Wat kun je het beste doen als je rijangst hebt om jezelf én anderen op de weg te beschermen?
Rijangst of faalangst?
De termen ‘rijangst’ en ‘faalangst’ worden vaak door elkaar gebruikt. Toch zijn het twee verschillende dingen. Faalangst houdt in dat je angstig bent om fouten te maken. Dit kan een rol spelen tijdens je rijlessen of je rijexamen. Rijangst daarentegen komt vaker voor bij mensen die al hun rijbewijs hebben.
Dit kan tijdens de rijlessen of het examen zijn. Rijangst komt vaker voor bij mensen die hun rijbewijs al hebben. Als je bijvoorbeeld niet op de snelweg durft te rijden of je het rijden in het donker vermijdt. Denk bijvoorbeeld aan het niet durven rijden in het donker of het vermijden van de snelweg.
Tips voor rijangst
Heb jij last van rijangst en wil je hier graag van af? Deze tips kunnen je helpen.
1. Stel het rijden niet uit
Merk je dat je angstig bent in de auto? Blijf het rijden dan niet uitstellen. Zodra je de angst toelaat en minder of helemaal niet meer gaat rijden, heb je kans dat het alleen maar erger wordt.
2. Ga uit van begripvolle weggebruikers
Paniek als de motor afslaat? Een paar keer steken? Of snel wegrijden als het stoplicht op groen gaat? Niet in elke auto zit een ongeduldig iemand, ondanks dat veel mensen daar bang voor zijn. Ga ervan uit dat veel weggebruikers begrip hebben. En misschien zit er wel iemand achter je die nét zo onzeker is als jij.
3. Neem kleine stapjes
Begin rustig, je hoeft écht niet meteen de snelweg op. Natuurlijk kun je ook eerst door je vertrouwde straat rijden. Zo krijg je meer zekerheid.
4. Oefen met een rustig persoon
Ben je angstig? Oefen dan met een persoon naast je die geduldig en rustig is. Zo blijf jij ook ontspannen achter het stuur.
5. Leer de auto kennen
Wanneer je de auto leert kennen, zullen je handelingen automatisch worden. Dit zorgt ervoor dat je minder snel in paniek raakt als je plotseling moet remmen, schakelen of in z’n achteruit moet.
6. Neem een opfriscursus
Dit zorgt ervoor dat je daarna nog zelfverzekerder in de auto stapt. Maar belangrijk is wel: verwacht geen wonderen. Natuurlijk gaat de ene rit beter dan de andere. Maar als je blijft rijden en oefenen, zal je merken dat je langzamerhand steeds minder klamme handjes hebt.