Waarom je het getal op de weegschaal met korreltje zout moet nemen
20 januari 2025
Goed nieuws: op de weegschaal staan, hoeft absoluut niet. Check liever je buikomvang, die vertelt je veel meer over je gezondheid.
Weegschaal
90 procent van de vrouwen heeft thuis een personenweegschaal. En 1 op de 5 vrouwen weegt zichzelf elke dag, blijkt uit onderzoek onder 1800 vrouwen van dertig jaar en ouder in Groot-Brittannië. En dat terwijl er aan een weegschaal meer nadelen dan voordelen zitten. Sta je te vaak op de weegschaal, dan kan het een obsessie worden, met frustraties en onzekerheid als gevolg. Maar dat niet alleen. De weegschaal geeft je een onvolledig en verkeerd beeld van je gewicht en je gezondheid.
In de eerste plaats weegt een gewone weegschaal alleen je totale lichaamsgewicht. Het maakt geen onderscheid tussen je vetpercentage, het gewicht van je spieren, je vochtgehalte en wat je gegeten hebt. Er verschijnt één getal voor al deze onderdelen samen. Daardoor kun je niet zien of je vetmassa misschien is afgenomen en je meer spiermassa hebt gekregen. Sterker nog: het zou zelfs kunnen dat je meer weegt als je meer sport en beweegt. Dat komt doordat spieren meer wegen dan vet. Op de weegschaal zou je denken dat je dus dikker bent geworden, terwijl je met minder vet en meer spieren juist gezonder bent!
Daarbij is de gemiddelde weegschaal meestal geen nauwkeurig meetinstrument. Het getal dat erop verschijnt kan per dag of zelfs per keer dat je erop staat verschillen. Net als je lichaamsgewicht, ook dat schommelt per dag van een paar ons tot wel drie kilo. Dat is heel normaal en hangt bijvoorbeeld af van wat en hoeveel je eet, hoeveel je drinkt, je menstruatiecyclus en of je actief of gespannen bent of niet. Dit alles beïnvloedt je gewicht.
Globaal
Meijke van Herwijnen is voedingswetenschapper, gezondheidscoach en auteur van het boek Weg met de weegschaal. “De enige goede reden om af en toe op de weegschaal te staan, is om je gewicht globaal in de gaten te houden. Maar de meeste mensen staan veel te vaak op de weegschaal en willen zien of hun dieet al aanslaat en of het goed met ze gaat. Maar dat is niet de informatie die de weegschaal je geeft. Ik raad dan ook af om op de weegschaal te gaan staan in de hoop dat die je dag goed gaat maken. We hangen veel op aan een onsje meer of minder, terwijl een weegschaal dat helemaal niet zo precies kan meten. Dus als je iets meer weegt dan de vorige dag, baal je van iets wat niet eens waar hoeft te zijn. Dat steunt je natuurlijk niet in je voornemen om gezond te eten.
Buikvet
Wat de weegschaal je ook niet vertelt, is waar je lichaamsvet zit opgeslagen. Dat merk je wél als je in de spiegel kijkt en als je je buikomvang meet. Voor je gezondheid maakt het een groot verschil of je vet op de heupen en billen opslaat of rondom je middel. Misschien heb jij liever niet te veel vet op je heupen, maar voor je gezondheid is dit een betere opslagplaats dan in je buik. Buikvet is namelijk het schadelijkste vet, omdat het een groter risico geeft op chronische ziektes.
Gebruiksaanwijzing voor de weegschaal
Als je wilt afvallen of gezonder en fitter wilt worden, heb je weinig aan een simpele weegschaal. Maar de weegschaal hoeft niet bij het grofvuil gezet te worden, zegt Meijke van Herwijnen: “De weegschaal is een prima middel om jezelf af en toe te monitoren. Als je één keer in de week of maand op de weegschaal gaat staan, kun je in de gaten houden of je binnen die marge van drie kilo blijft of dat het langzaam verandert.”
Er zijn digitale weegschalen die ook je vetpercentage kunnen meten. Bijvoorbeeld op de sportschool, om te zien of je gewichtstoename het gevolg is van meer spiermassa of meer vetmassa. Het is handig om steeds hetzelfde weegapparaat te gebruiken, want meestal zijn digitale thuisweegschalen niet medisch geijkt. Dat wil zeggen dat ze allemaal net iets anders afgesteld zijn en dus een iets andere uitkomst geven dan een ander weegapparaat. Als je steeds dezelfde weegschaal gebruikt, kun je wel zien of er iets verandert en daar gaat het vaak om. Maar wel of geen supersonische weegschaal, het is sowieso goed om je af te vragen waarom je op de weegschaal stapt.
Gebruik een meetlint
Je buikvet kun je meten met een meetlint. Het is belangrijk dat je weet hoe je dit moet doen. Als je een paar centimeter hoger of lager meet dan de vorige keer, krijg je al een andere uitslag. En als je niet zeker weet of je het op de goede manier doet, zorg dan dat je het steeds op dezelfde manier en plek doet, zodat je kunt zien wat er verandert. Een gezonde buikomvang voor volwassen vrouwen is onder de 80 centimeter (boven de 88 is een sterk verhoogd gezondheidsrisico). Voor mannen geldt een gezonde omvang onder de 94 centimeter (boven 102 is een sterk verhoogd gezondheidsrisico). Als je merkt dat je centimeters begint af te vallen, weet je zeker dat je geen vocht maar vet bent kwijtgeraakt. Dan kun je dus terecht blij en trots zijn!
Zo meet je je buikomvang
Meet je middelomtrek volgens onderstaand stappenplan:
STAP 1: gebruik steeds hetzelfde meetlint.
STAP 2: zet je voeten op heupbreedte. Verdeel je gewicht over beide voeten.
STAP 3: je middelomtrek meet je in het ‘zachte gedeelte’ tussen je heupbot en je onderste rib, net nadat je hebt uitgeademd.
STAP 4: zorg dat het meetlint overal op dezelfde hoogte zit (gebruik een spiegel of vraag hulp). Trek zachtjes aan.
STAP 5: lees je buikomvang af op 0,1 centimeter nauwkeurig aan het einde van een normale uitademing.
Zo ga je dat buikje te lijf
Dat je na de overgang een klein buikje krijgt, is een natuurlijk proces. Wat helpt, is je kledingstijl een beetje aanpassen. Draag bijvoorbeeld geen jasje dat precies op je buik eindigt, maar kies voor een pasvorm die eroverheen valt. Dan oog je slanker. Ook een trotse lichaamshouding doet veel voor je figuur, uitstraling en zelfvertrouwen. Door een nieuwe balans te vinden tussen je eetpatroon (iets gezonder) en je beweeggewoontes (iets meer) voorkom je dat je tijdens en na de overgang meer aankomt dan die anderhalve kilo. Mensen die regelmatig bewegen hebben over het algemeen meer zelfvertrouwen. Een ander voordeel is dat je met sporten en bewegen je hoofd leeg kunt maken, waardoor emoties tot rust komen en je makkelijker gezondere keuzes kunt maken. Emoties kunnen tijdens de overgang overhoop raken doordat je hormonen veranderen. Bovendien slaap je beter als je overdag actief bent en minder stress hebt.
Tekst: Esmir van Wering
Foto: Getty Images
Meer Vriendin? Volg ons op Facebook en Instagram. Je kunt je ook aanmelden voor onze wekelijkse Vriendin nieuwsbrief.