Irma (52) betreurt de laatste woorden die ze tegen haar man zei
14 november 2024
Soms zou je willen dat je de klok terug kon draaien. Dat je een andere keuze had gemaakt, waardoor alles anders was gelopen. Irma (52) betreurt de laatste woorden die ze tegen haar man zei.
Net als Vriendin brengt ook Mijn Geheim de allermooiste persoonlijke verhalen, die we hier graag elke week met je willen delen.
Ruzie
Mijn man John was een serieuze vent met een groot verantwoordelijkheidsgevoel. Dat had ik wel nodig, want zelf kan ik nogal impulsief zijn. Onze karakters botsten natuurlijk weleens, vooral als het over geld ging. Maar we hadden elkaars triggers goed leren kennen en eigenlijk hadden we al tien jaar bijna geen ruzie meer. Nu hadden we begin vorig jaar een paar financiële tegenvallers gehad en daarom hadden we gezamenlijk besloten om die zomer niet op vakantie te gaan. Toen de vakantie eenmaal aanbrak, had ik daar eigenlijk spijt van. Het vrat aan me dat ik helemaal niks leuks had om naar uit te kijken. Op een zondagavond kregen we ruzie. Toen ik John op de laptop een pagina met lastminutes liet zien, zag ik aan zijn gezicht meteen dat ik dat beter niet had kunnen doen. Want we hadden het hier toch al uitgebreid over gehad? Ik had zijn financiële overzichtjes toch ook gezien? ‘Wij doen ook nóóit iets leuks!’ zei ik uiteindelijk boos, en dat waren de allerlaatste woorden die ik tegen hem zou zeggen. John was slecht in ruziemaken. Zijn boosheid richtte zich altijd naar binnen. Hij voelde zich snel aangevallen en kreeg dan het gevoel dat hij op wat voor manier dan ook tekortschoot als man. Vervolgens klapte hij dicht. Zo ook deze keer. Hij draaide zich om, liep naar buiten en ging in de tuin zitten. Terwijl ik zelf in bed een film keek, hoorde ik John buiten het gras maaien en vervolgens beneden in de woonkamer tv-kijken. Hij kwam pas naar bed toen hij zeker dacht te weten dat ik sliep. De dag daarna, een maandag, begon hij aan een vroege ploegendienst. Ik was niet wakker geworden toen hij om vijf uur was opgestaan, maar werd om iets voor achten wakker gebeld door een van zijn collega’s. John was onderweg naar het ziekenhuis, ze dachten dat hij een beroerte had. Later bleek uit een scan dat het om een hersenbloeding ging. Toen ik zijn kamer binnenkwam, was hij al niet meer bij kennis.Verdriet en verbijstering
De kinderen, toen zestien en zeventien, waren op dat moment met vrienden op vakantie in Frankrijk. Mijn beste vriendin was in de auto gesprongen om ze op te gaan halen. Dus zat ik daar op dat kamertje alleen met John. Of beter gezegd, ik zat aan het bed waarin zijn lichaam lag, maar John zat er toen al niet meer in, dat voelde ik heel sterk. De lieve woorden die ik toen tegen hem zei, hoorde hij niet meer. De volgende avond is hij daadwerkelijk gestorven, met mij en de kinderen aan zijn bed. Er was verdriet en verbijstering, maar boven alles werd ik in de periode daarna verteerd door spijt. Twintig jaar lang was hij mijn steun en toeverlaat geweest, mijn grote liefde, de vader van onze twee prachtige kinderen. En toch waren de allerlaatste woorden die ik tegen hem had gezegd een volkomen onterecht verwijt geweest, waarvan ik wist dat het hem diep had gekwetst. Ik heb zelfs een tijdje gedacht dat onze ruzie de directe aanleiding voor zijn hersenbloeding was geweest. Dat het dus eigenlijk mijn schuld was dat hij dood was. Daar heb ik nog een gesprek over gehad met de arts die John had behandeld. Die nam gelukkig alle tijd om me uit te leggen dat dat onzin was. Nee, natuurlijk had John niet gewild dat ik hier zo om zou blijven treuren. Maar tóch blijft dit me achtervolgen, nog steeds, meer dan een jaar na zijn dood. Hadden we het die avond maar gewoon met een kus en een knuffel goed gemaakt, voordat hij was gaan slapen. Het spijt me zo, John. Bedankt voor al het leuks dat we samen hebben gedaan.”Tekst: Lizet Jonkers – Uit privacy-overwegingen zijn de namen gewijzigd
Foto: Getty Images
Meer Mijn Geheim? Neem nu een digitaal abonnement of bekijk de Facebook-pagina.