vrouw

De man van Lize loog zijn hele verleden van a tot z bij elkaar

Lize (51) viel als een blok voor Tony, de eerste man in haar leven die ze écht kon vertrouwen. Dacht ze. Als hij over zijn rijke familie vertelt die in Australië woont, gelooft ze hem natuurlijk. De verhalen worden steeds bonter, toch blijft Lize achter hem staan. Tot Tony overlijdt en ze voor een serie onaangename verrassingen komt te staan…

Mijngeheim

Net als Vriendin brengt ook Mijn Geheim de allermooiste persoonlijke verhalen, die we hier graag elke week met je willen delen.

 

“De man die ik in mijn hele leven het meest had vertrouwd, bleek een pathologische leugenaar.”

Onbetrouwbaar

“Het eerste woord dat in mij opkomt als je ‘mannen’ zegt? Tjonge, heb je even? Maar goed, als ik dan één woord moet kiezen is het: onbetrouwbaar! Met mijn eerste vriendje, ik zal zo’n jaar of zestien geweest zijn, ging het nog goed. Maar toen kwam mijn grote liefde. Ik wilde alleen nog maar bij hem zijn. Het liefst zat ik de hele dag bij deze man op schoot, zó leuk vond ik hem. Hij vond mij ook leuk, alleen was hij niet toe aan een relatie. Hij was gesteld op zijn eigen ding doen. En hoe meer hij zijn eigen leven wilde leiden, des te harder ik aan hem begon te trekken. Dan zei hij dat hij ging sporten en reed ik langs de sportschool om te kijken of zijn auto er wel stond. En ik ging regelmatig naar zijn huis, ook als we niet hadden afgesproken. Als hij me dan toch zag, werd hij boos. Na verloop van tijd liep het weleens uit de hand. Zo heb ik een keer over de reling van het balkon gehangen. Hij was niet per se een ‘losse handjes type’, maar vanuit zijn machteloosheid werd hij fysiek. Dat was onze manier van communiceren. Ik zat hem zo op de huid, tot hij er niet meer tegen kon en dan barstte de bom. Een ongezonde manier van met elkaar omgaan, ik weet het, maar we konden toen allebei niet anders. Wanneer hij me weggestuurd had, dacht ik: wat als ik nou gewoon een rondje om het appartementencomplex rijd en weer terugkom? |Soms overvielen gedachten me als: ik kan net zo goed gaan spookrijden, als ik niet bij hem kan zijn, dan maar dood.
In de tijd gingen we veel uit. Op een avond ontmoette ik een vriend van mijn grote liefde met wie het ook goed klikte. Hij had wel door dat het met mij niet lekker ging en ontfermde zich over me. Deze man, Melvin, werd mijn ‘beschermman’. Zodra ik weer eens ruzie had met mijn grote liefde, rende ik naar hem toe. Thuis merkten ze mijn stemmingswisselingen ook op. Mijn broer zei op een keer, die zin ben ik nooit meer vergeten: ‘Ga met je matras bij hem voor de voordeur liggen, net zo lang tot hij met je trouwt!’

Melvin

“Na de zoveelste ruzie ging de relatie met mijn grote liefde uit. Melvin zat op dat moment ook met emotionele familie-omstandigheden. En daar waar ik eerst juist afstand van Melvin had genomen, trokken we nu naar elkaar toe. We konden elkaar opvangen in een lastige tijd, dat was heel fijn. We kregen een vaste relatie en trouwden, aan dat huwelijk hebben we drie prachtige dochters te danken. Melvin was een schat, alleen op het fysieke vlak voelde ik de klik niet zo. Na verloop van tijd ging ik dat missen. Dus heb ik een heel lastige beslissing genomen en zijn we uit elkaar gegaan. Na Melvin zijn er aardig wat mannen de revue gepasseerd. De ene was onbetrouwbaar, de ander was weer niet toe aan relatie, kortom: het was altijd gedoe!”

Tony

“Toen was daar ineens Tony. Ik werkte als vrijwilliger bij de dierenambulance en hij kwam in mijn team. Het was een leuke man om te zien, hij had veel geld, maar spreidde dat verder niet ten toon. Mijn jongste dochter verwoordde het iets minder flatteus: ‘Mam, dit meen je niet, hij ziet eruit als een zwerver!’ Ik vond hem juist gewoon ‘lekker normaal’. Het was een echte kerel, met een heldere stem en prachtig blauwe ogen. Een van de eerste keren dat hij naast me zat, zei hij: ‘Nu kom je een keer een man tegen die je écht kunt vertrouwen.’ Ik vond daar op dat moment niet zoveel van, maar onbewust is het me wel bijgebleven. En ondanks dat ik me had voorgenomen: nee Lize, even geen mannen meer… viel ik als een blok voor Tony. Hij was leuk, lief, grappig en zág me! Achter dat leuke gezicht zat een hoop trauma, daar kwam ik later achter. Als baby van drie maanden was hij met het gezin naar Australië geëmigreerd. Het was een hecht gezin en heel rijk, vijf generaties oud geld. Omdat ze zoveel geld hadden, waren ze erg op zichzelf. Wat binnen het gezin gebeurde, blééf binnen het gezin. Als kind was Tony door zijn vader mishandeld en misbruikt. Daardoor wilde Tony niks te maken hebben met dat geld. ‘Het staat vast op een bankrekening, maar het voelt als besmet geld,’ zei hij altijd resoluut. Ik wilde geen oude wonden openhalen, dus liet het erbij. ’s Nachts had hij last van herbelevingen, hij was heel onrustig, lag te woelen en te praten in zijn slaap. Soms schreeuwde hij zelfs en dan werd hij zwetend wakker. Voor mij was dat heftig. Ik heb heel wat nachten wakker gelegen, omdat hij paniekerig aan het woelen was. Ja sorry hoor, dit raakt me nog steeds. Ik vertel dit aan het blad ‘Mijn Geheim’, nou, dit is mijn geheim. Ik praat er nooit met iemand over, dat is te privé.”

Miljoenen

“Omdat het geld van Tony vaststond, leefden we van onze uitkeringen. Hij was bij mij in komen wonen. We hadden het niet breed, maar we hadden het goed samen. Zodra hij 55 werd, zou het geld vrij komen. Enerzijds keek hij op tegen dat moment en anderzijds gaf het, nu hij mij had leren kennen, de gelegenheid om samen voor ons een heel mooi huis te kopen. Hij wilde mij graag gelukkig zien, dus gaf het hem een ander gevoel als hij zó het geld kon uitgeven. We gingen weleens voor de leuk alvast naar huizen kijken. En aangezien er miljoenen zouden vrijkomen, keken we ook naar huizen in die prijsklasse. Ik vond het fantastisch om die prachtige huizen te zien en te dromen over het feit dat wij ooit in zo’n villa zouden gaan wonen. Wel viel het me op dat, zodra dingen wat concreter werden met huizen, Tony heel zenuwachtig ging doen. Hij werd wat trillerig en begon sneller te praten. ‘Ineens besef ik weer waar dat geld vandaan komt,’ was zijn verklaring daarvoor. Na verloop van tijd wilde ik toch wel meer weten over dat geld en zijn verleden. Ik zocht op Google naar zijn holding in Australië, het geld, familieleden… Ik vond niks. Toen ik hem vertelde dat ik niks kon vinden en dat wel raar vond, zei hij dat het voor de veiligheid was. Dat vond ik een logische verklaring. Het komt wel vaker voor dat mensen die echt rijk zijn, niet of nauwelijks te vinden zijn op internet. En omdat ik geld uiteindelijk niet belangrijk vond, liet ik het weer los. Tony vertelde ook vaak over een huis waar hij was geboren, een dorp verderop. Daar reden we samen weleens langs. Het was een prachtig, statig huis. Ik kon me helemaal voorstellen hoe al zijn broertjes en zusjes in dat huis hadden rondgerend.
Toen ik Tony leerde kennen, was hij al ongeneeslijk ziek. Ik wist dat hij niet oud zou worden. Ik zou uiteindelijk het geld erven als hij zou komen te overlijden. Dat had hij allemaal al geregeld. Maar eerst zou het geld vrijkomen en die datum naderde. Omdat ze als familie zo rijk waren, hadden hun ouders alle kinderen aan een broer of een zus gekoppeld. Met het idee dat ze elkaar een beetje in de gaten konden houden of ze financieel wel wijze stappen zouden zetten. Tony was aan zijn jongere broer Rémy gekoppeld. De twee broers moesten fysiek bij elkaar komen om een document te ondertekenen, zodat het geld vrij kon komen. Rémy was in Australië blijven wonen. En aangezien het midden in coronatijd was, konden we niet reizen. Tony reageerde altijd nukkig als ik er naar vroeg. Op een dag zei hij: ‘Wil jij anders met Rémy mailen over dat geld? Het kost me zo veel energie…’ Ik vond het prima, dus mailde ik met zijn broer over en weer. Het geld zou moeten wachten. Nu het corona was, konden we elkaar niet fysiek treffen.
In die tijd kwam ook Tony’s boek uit over zijn jeugd in Australië. Het was een prachtig boek. Iedereen die ik kende die het had gelezen, was er vol van. In het boek stond ook een prachtige foto van Tony als klein jochie met een jonge Aboriginal. Dat was zijn beste vriend. Mijn hele familie mocht Tony ook graag. Toen ze eenmaal aan zijn ‘zwerverige’ uiterlijk waren gewend, sloten ze hem in het hart.”

Aanknopingspunten

“Uiteindelijk is aan Tony euthanasie verleend. Hij wilde graag menswaardig sterven. Hij had warm contact met de arts die hem daarin begeleidde. Omdat hij een zeldzame ziekte had, wilde hij zijn lichaam aan de wetenschap doneren, met het idee dat hij zo mogelijk andere mensen kon helpen. Tony had me verzekerd dat zijn notaris drie maanden na zijn dood contact met me op zou nemen, hij had alles geregeld. Maar na die drie maanden gebeurde er… niks. Dus ben ik zelf op onderzoek uitgegaan. Er zou een testament moeten zijn, maar waar ik ook vroeg, nergens was daar iets over bekend. Zijn holding zou een rekening bij de Rabobank moeten hebben, maar toen ik bij de Rabobank aanklopte zeiden ze: ‘Sorry mevrouw, we mogen niks vertellen over rekeningen van cliënten in verband met de privacy. Wat we wél kunnen vertellen,’ zei de man aan de telefoon heel stellig, ‘is dat u hier niet moet zijn.’ Uiteraard vond ik dat vreemd, maar dat zou alles te maken hebben met dat de holding was ingeschreven in Australië. Net als alle huizen die de familie daar nog had. Familie! Laat ik zijn broer eens mailen, bedacht ik me opeens. Ik wist dat de mannen in hun leven nauwelijks contact hadden onderhouden, vanwege het gevoelige verleden. Toch vond ik dit een uitzondering, hierover kon ik Rémy best mailen. Ik mailde. Ik mailde nog eens. En nog eens. Maar Rémy antwoordde niet. Nou was er op dat moment ook een orkaan die over Australië raasde, het zou heel goed kunnen dat hij me daardoor nog niet had teruggemaild…”

Geboortehuis

“Vlak nadat ik mijn zoektocht was begonnen, stond ik op een feestje. Op dat feestje was een vrouw die van oorsprong uit Australië kwam. Ik sprak haar aan en vertelde het verhaal over de holding, de huizen en dat ik niks kon vinden. Wat was haar ervaring daarmee? De vrouw keek me bevreemd aan. Ik kon in haar ogen zien dat ze het maar een raar verhaal vond. In Australië werkte dingen volgens haar
niet wezenlijk anders dan hier in Nederland. Had ik in Nederland niet nog extra aanknopingspunten? Ik vertelde over het huis waar Tony was geboren, in het dorp niet zo heel ver hier vandaan. ‘Oh,’ zei de vrouw, ‘ik was alláng naar dat huis toegegaan.’ Ik kreeg een vervelend gevoel in mijn maag en sprak mezelf toe: nu niet twijfelen, Lize! Op de terugweg in de auto besloot ik: morgen ga ik naar dat huis toe. Dus daar stond ik dan, op een zonnige ochtend. Helemaal alleen op de oprijlaan van dat grote, prachtige huis. Ietwat schuchter liep ik het erf op. Is dit niet raar? Ik voelde me een indringer. Toch won mijn wil om de waarheid te weten het van mijn gêne en ik belde aan. Een man van middelbare leeftijd deed de deur open. Ik vertelde mijn verhaal en de man schudde resoluut zijn hoofd: ‘Nee hoor, dat kan niet kloppen. Ik woon hier al jaren. Ik heb het gekocht van de aannemer die het huis gebouwd heeft en er zelf nog in gewoond heeft.’ Daarmee was de kous af. Met een verward gevoel liep ik terug naar de auto. Wat een maf verhaal van die man, het was vast van vóór zijn tijd. Ik wist dat Tony nog een neef had wonen in Nederland. Omdat de familie vanwege alle intense gebeurtenissen in zijn jeugd uit elkaar was gevallen, had Tony al jaren terug alle familiebanden doorgesneden. Ik was zijn familie, wij hadden elkaar. Dat duwde hij trouwens in het extreme door, hij isoleerde me van alles en iedereen. Mijn vrienden en vriendinnen zag ik niet meer. Ik zag alleen mijn dochters nog af en toe. Verder zat ik hele dagen samen met Tony op de bank. Hij werd steeds zieker en ik zorgde voor hem, zo deden we dat. Maar nu, nu Tony dood was en ik toch eigenlijk wel een keer een antwoord wilde, koos ik ervoor de neef op te zoeken. Ondanks dat ik het gevoel had dat het eigenlijk niet ‘mocht’.”

Pleeggezin

‘Tony’s neef had een eigen bedrijf en was relatief makkelijk te vinden. Ik heb hem opgebeld en gelukkig wilde hij me te woord staan. Bij elk verhaal dat ik uit de doeken deed, reageerde de neef verbaasder. ‘Australië? Welnee, ze hebben nooit in Australië gewoond. Ze zijn van pleeggezin naar pleeggezin verhuisd. Veel geld? Nee zeker niet. Zijn moeder een barones? Ik dacht het niet…’ Het was alsof de grond onder mijn voeten verdween. Ik kreeg het warm en koud tegelijk. Langzaam drong het tot me door. Er. Is. Helemaal. Niets. Van. Waar! Toen vielen de kwartjes. Het lichaam doneren aan de wetenschap? Er was gewoon geen geld voor een begrafenis. Veel geld? Australië? Dat land was zo ver weg, dat voor je gevoel niets makkelijk te achterhalen is. Een van mijn dochters had het twee weken na zijn dood al gezegd: ‘Mam, de verhalen van Tony kloppen niet.’ Ze had ontdekt dat de mooie foto in Tony’s boek met zijn Aboriginalvriendje gewoon een stockfoto was. Ik werd boos toen ze dat zei, ik wilde het niet horen. Nu besefte ik dat ze gelijk had. De man die ik het meest had vertrouwd in mijn hele leven, bleek een pathologische leugenaar. Dat was een klap in mijn gezicht. En niet alleen voor mij. Mijn familieleden voelden zich ook bedonderd, iederéén had zijn verhalen geloofd
Dan was er nog één onopgelost mysterie. Wie was die broer dan? Wie was Rémy? Mijn dochter opperde om het mailaccount op te zoeken en in te loggen met het mailadres en Tony’s wachtwoord. En ja hoor, daar stonden ze, mijn drie ongeopende mails. Ik was met stomheid geslagen. Zelfs dít was niet waar. Of ik boos op hem ben? Nee. Hij is dood, ik kan daar niks meer mee. En ik snap waar het vandaan komt. Zijn jeugd-trauma is zo intens geweest, dat hij voor zichzelf een alternatieve waarheid heeft moeten creëren om te kunnen overleven. Bovendien heb je een relatie met z’n tweeën. Ik heb ook mijn eigen aandeel in dit verhaal. Tony was een gewonde man, onbewust heb ik ervoor gekozen om hem op te vangen. Wat ik mijn hele leven al wilde, namelijk iemand die voor me zorgde en me onvoorwaardelijk liefhad, dat ben ik voor hem gaan doen. Ik was er voor hem, wat er ook gebeurde, wat hij ook deed. Een therapeut zei later eens tegen me: ‘Eigenlijk is het heel mooi, jij hebt hem kunnen geven wat hij nodig had.’ En op een vreemde manier gaf Tony mij ook wat ik nodig had. Het was een ‘goede slechte relatie’. Snap je dan wat ik bedoel? Natuurlijk was het niet gezond, dat weet ik ook wel. Maar we gaven elkaar wel wat we allebei zo nodig hadden.
Of ik ooit nog een man wil? Nou, uiteindelijk vast wel. Alleen oud worden is ook niet leuk. Maar voorlopig ben ik wel even van de mannen genezen. Wat ik lastig vind is dat ik door de relatie met Tony al mijn vrienden kwijt ben geraakt. Ik moet een heel nieuw leven opbouwen. Daar ben ik druk mee bezig. Ik ben nu anderhalf jaar alleen en dat bevalt me prima. De levensles die ik uit de periode met Tony heb gehaald, is dat ik niemand meer hoef te redden én zelf ook absoluut niet gered hoef te worden.”

<em

Meer Mijn Geheim? Neem nu een digitaal abonnement of bekijk de Facebook-pagina.