vrouw spijt

Myrthe (31) heeft spijt dat ze niet goed op haar kindje lette

Soms zou je willen dat je de klok terug kon draaien. Dat je een andere keuze had gemaakt, waardoor alles anders was gelopen. Myrthe (31) heeft spijt dat ze niet goed op haar kindje lette.

Mijngeheim

Net als Vriendin brengt ook Mijn Geheim de allermooiste persoonlijke verhalen, die we hier graag elke week met je willen delen.

“Ik was 32 weken zwanger, toen de vliezen braken en een paar dagen later was Gijsje er al. Zo klein en kwetsbaar. Bijna drie maanden lag ze in het ziekenhuis en twee weken lang was het kantje boord, toen ze een bacterie had opgelopen. Bijna waren we haar kwijt. Maar na die angstige weken ging het goed met ons minimeisje.

Met mij ging het minder, maar dat had niemand in de gaten. Ik ook niet. Maar terugkijkend zie ik dat ik in shock was. Het was te veel. Gijsjes vroege komst, de angst haar te verliezen… Maar gek genoeg voelde ik niet zo veel. Het ging allemaal langs me heen.

Niet blij

En toen mochten we ineens naar huis. Ik kreeg felicitaties, iedereen was blij en opgelucht. Iedereen, behalve ik. Ik wilde niet naar huis met Gijsje. Stel dat er iets mis zou gaan? Wat dan? Mijn man werkte alweer fulltime, maar de eerste twee weken kwam de kraamverzorgster gelukkig nog, die een grote steun voor me was. Langzaam begon de mist een beetje op te trekken. Maar toen ze me voor het laatst een knuffel gaf en de deur uit stapte, voelde ik de paniek komen. Ik zie mezelf nog staan, in de deuropening. Achter me begon Gijsje uitgerekend op dat moment te huilen. Het vloog me naar de keel: ik stond er alleen voor.

Pas toen werd duidelijk hoe wankel ik nog steeds was. Ik was alle vertrouwen in mezelf kwijt. Het vertrouwen in mijn lichaam, dat me zo in de steek had gelaten, maar ik had ook geen vertrouwen in mezelf als moeder. Hoe durfden ze deze belangrijke taak aan mij toe te vertrouwen? Voor de buitenwereld hield ik me sterk, maar zodra ik alleen was, vloeiden de kraamtranen.

Van de bank rollen

’s Nachts sliep ik amper en controleerde soms wel om het uur of Gijsje nog leefde. Pas na een halfjaartje begon ik langzaam het gevoel te krijgen dat ik de dingen redelijk onder controle had. Dat ik het misschien tóch wel kon. Bijna acht maanden was Gijsje. Alles ging supergoed, ze was zelfs al begonnen met omrollen. Het was op een donderdagochtend. Ik weet het nog goed, ik voelde me optimistisch, vrolijk bijna. En juist tóén ging het mis. Ik zat op mijn knieën voor de bank, had net Gijsjes luier verschoond. Ze lag nog voor me, tevreden op haar rug, een beetje in zichzelf te pruttelen en te spelen met haar rammelaartje. Ik wilde net haar broek weer aantrekken, toen mijn telefoon pingde. Die lag net buiten bereik aan de andere kant van de bank, dus ik liet Gijsje even los en schoof op mijn knieën richting de telefoon. Een vriendin had een nieuwe foto gepost op Instagram, zag ik. Maar op hetzelfde moment zag ik in mijn linkerooghoek ineens iets bewegen. Ik draaide mijn hoofd om en zag nog net hoe Gijsje van de bank rolde. Er ging een schok door me heen, mijn adem stokte in mijn keel. Er klonk een akelige, holle bonk toen haar hoofdje het laminaat raakte. Daarna een korte stilte, gevolgd door hartverscheurend gebrul. Ik verstijfde van angst, kon me niet bewegen. Daarna begon ik te trillen. Ineens kwam alles weer naar boven. Alle emoties, al het verdriet, de angst die ik had moeten doorstaan in de maanden na haar geboorte. Het verlamde me volledig. En Gijsje bleef ondertussen maar brullen.

Schuldgevoel

Hoelang ik daar zo heb gezeten, weet ik niet. Het zal niet langer dan een paar minuten geweest zijn, maar het leek een eeuwigheid. Pas toen kreeg ik de controle over mezelf terug en kon ik Gijsje eindelijk in mijn armen nemen en troosten. Toen ik later de huisarts belde, werd ik gerustgesteld. Ik hoefde niet eens langs te komen. En inderdaad, ze heeft er niks aan overgehouden. Inmiddels wordt ze bijna één en het gaat heel goed met haar. Maar dat ene moment staat op mijn netvlies gebrand. En het schuldgevoel is er niet minder op geworden.
Iedereen kan zeggen dat zoiets elke moeder kan overkomen, maar dat mijn kleine meisje door mijn onoplettendheid pijn heeft moeten lijden, dat spijt me zo. Maar vooral ook dat ik vervolgens niet in staat was om adequaat te handelen en haar te troosten. Ik heb nu hulp gezocht bij een psychologe. Het is duidelijk dat ik nog genoeg te verwerken heb.”
Tekst: Lizet Jonkers – uit privacy-overwegingen zijn de namen in dit verhaal gewijzigd
Foto: Getty Images