vrouw ongeduldig auto

Sofie botste tegen een andere auto en reed door: ‘Ik schaam me’

Iedereen heeft wel iets wat hij liever (even) voor zich houdt. Of het nu een groot, klein, mooi of minder mooi geheim is. Deze keer vertelt Sofie (35) over haar ongelukje.

Mijngeheim

Net als Vriendin brengt ook Mijn Geheim de allermooiste persoonlijke verhalen, die we hier graag elke week met je willen delen.

“Het was de eerste schoolweek en dat was even omschakelen. Ineens allemaal weer in dat strakke ritme. En dan al dat gehaast ’s ochtends, met broodtrommels, gymtassen en een hoop getreuzel. Ik slaak altijd een zucht van opluchting als mijn man Steef om vijf over acht met Juul en Bram – nu acht en zes jaar – in de auto stapt. De rest van de ochtend heb ik dan voor mezelf, met Evi, onze nieuwste aanwinst van acht maanden oud.

Eerste schoolweek

Steef zet onze oudsten onderweg naar zijn werk af op school, ik haal ze ’s middags op. Juul op een zitverhoger op de passagiersstoel, Bram in het autozitje op de achterbank, met Evi naast hem in de Maxi-Cosi. Het is al niet makkelijk om je op het verkeer te focussen met drie kinderen in de auto, maar Juul en Bram zijn ook nog eens hyper als ze net uit school komen.

Na de hele zomervakantie in de regen en de kou te hebben gezeten, was het die eerste schoolweek ineens hartstikke warm geworden. Benauwd ook. Nu ben ik heel blij met ons tweede autootje, maar dat rijdt wel op z’n laatste wielen en de airco werkt niet. Het was onderweg zweten geblazen. Ik had die hele week ook al slecht geslapen. Evi was van slag en werd ’s nachts drie of vier keer wakker. Kortom, het was een zware week en ik was niet helemaal mezelf.

Schok

Die woensdagmiddag moest ik eerst Juul afzetten bij een indoor-speelparadijs, waar ze een verjaardagsfeestje had. Helemaal aan de andere kant van de stad. Vervolgens moest Bram gedropt worden bij zijn beste schoolvriendje. Die twee hadden elkaar zes weken niet gezien, dus van uitstel kon geen sprake zijn. Nu woont dat jongetje vlak bij het centrum en in die buurt kun je amper parkeren, maar tegen alle verwachtingen in, zag ik ineens een vrij plekje zag in een zijstraat. Op het laatste moment sla ik nog rechtsaf, dat smalle eenrichtingsstraatje in. Ja hoor, ik had het goed gezien: een heel plekje vrij, langs de stoep tussen twee andere auto’s in, precies groot genoeg. Ik kijk nog even of het geen invalidenparkeerplaats is, rijd er net voorbij, schakel in de achteruit en draai erin. Iets te hard misschien, had ook wat scherper gekund. En toen ineens een schok, gevolgd door een schel gekraak. Alsof je een leeg soepblik verkreukelt, maar dan heel hard. Mijn voet stond al op de rem voordat mijn hoofd het wist, maar toch te laat. Doodstil bleef ik zitten. De motor draaide nog, mijn hart klopte in mijn keel, mijn hoofd werd nog warmer. Had ik nu net…? ‘Wat was dat, mam?’ vroeg Bram. Ik schraapte mijn keel. ‘Niks lieverd, stoeprandje,’ zei ik zo kalm mogelijk, terwijl ik in alle spiegels keek om te zien of de eigenaar van de auto al kwaad kwam aangerend. Maar er was niemand op straat. Ik denk dat ik zeker een volle minuut zo ben blijven zitten. Nog steeds niemand te zien. En toen deed ik iets wat ik nooit van mezelf had verwacht. Ik schakelde in de eerste versnelling en alsof er niks gebeurd was, draaide ik langzaam weer terug de weg op. Die handeling verliep geruisloos, alleen mijn hoofd bonkte zachtjes.

Kreukel

Tweehonderd meter verderop parkeerde ik bij een supermarkt en Bram en ik liepen het hele stuk terug naar het huis van zijn vriendje, waarbij ik bewust het eenrichtingsstraatje meed. Pas toen ik thuis was, durfde ik naar de achterbumper te kijken. De kreukel viel me gelukkig heel erg mee. Als je met je ogen halfdicht keek, zag je het bijna niet. Dus misschien viel het bij die andere auto ook wel mee. Het klonk denk ik erger dan het was. Tenminste, dat vertel ik mezelf steeds. Maar het maakt helemaal niet uit hoe groot de deuk was, het gaat erom dat ik er na een aanrijding vandoor ben gegaan zonder ook maar een briefje achter te laten. Dat is gewoon asociaal en ik schaam me kapot. Niemand weet ervan. Tegen Steef heb ik gelogen dat ik een paaltje heb geraakt. Meermaals heb ik op het punt gestaan om terug te gaan naar dat straatje, om alsnog een briefje onder de ruitenwisser te steken. Ik heb geen idee meer hoe die andere auto er eigenlijk uitzag, maar zou ’m vast herkennen aan de deuk in de voorbumper…”
Tekst: Lizet Jonkers – Uit privacy-overwegingen zijn de namen in dit verhaal gewijzigd
Foto: Getty Images

Meer Vriendin? Volg ons op Facebook en Instagram. Je kunt je ook aanmelden voor onze wekelijkse Vriendin nieuwsbrief.