eveline villa verte

Eveline: ‘Het zijn mensen met een verhaal’

Eveline (52) en haar partner Emiel raken op vakantie betoverd door een veel te vervallen villa. Na lang twijfelen besluiten ze dat hun toekomst in Frankrijk ligt. Dat betekent wel dat er enorm veel op ze afkomt.

In Vriendin deelt ze elke week hoe het ervoor staat met hun paleisje.

‘Het is een lastige dag voor ons, Eva. Vandaag is onze enige kleinzoon precies drie maanden overleden. Onze kleindochter wordt vandaag elf. We gaan eerst samen naar het graf en daarna eten we taart.’
Ik weet niet wat te doen. Ik ook altijd. Zacht klop ik mevrouw op haar arm en troost haar. Ze laat het toe. ‘Het spijt me’, mompel ik. Ik veeg de tranen van haar wangen. ‘Het spijt me zo.’ Bij het wisselen van de handdoeken leg ik die ochtend met een loodzwaar gemoed een reep chocolade op haar kussen.

Mensen met een verhaal

‘Bonjour Eva.’ De stokoude man uit Normandië loopt voor de derde keer onze hal binnen. Hij grijpt mijn hand en trekt me naar zich toe. Ook Emiel krijgt de ‘heavy-knuffel-treatment’. Zijn vrouw warmt mijn hand met haar beide handen. Gerimpelde vingers om de mijne, de gebutste trouwring losjes om haar krimpende lijf. ‘Het is zo goed om weer hier te zijn.’
Het zijn mensen met een verhaal. Het grote verdriet om hun overleden enige kleinzoon, gestorven op zijn 26e aan een hartkwaal waarvan niemand wist. Nu logeren ze bij ons om hun kleindochter van elf vaker te zien. Ze rijden er ver voor, maar bij ons wacht telkens een warm bed.

Warmte en liefde

‘Vandaag krijgen jullie een andere kamer. Het Hert was niet vrij.’ Mevrouw D. knikt. ‘Allemaal goed, mon cherie.’ Sinds haar tranendal en mijn verdriet daarover, is ze mijn beste vriendin. Deze mensen stralen zoveel warmte en liefde uit.
De volgende ochtend ‘service’ ik hun kamer. Ik breng schone handdoeken. Haal een doekje door het toilet. Op hun beide kussens liggen hun pyjama’s opgevouwen. Een blauwe katoenen broek met jasje op dat van meneer. Bij mevrouw een geborduurd wit japonnetje. Aan beide kanten van het bed een paar pantoffels. Op de toilettafel een ouderwetse plastic zeepdoos met bijpassende tandenborstelbox. Wit met een rode roos. Ik kan er niets aan doen, maar als ik hun washandjes vervang – deze mensen gebruiken ze nog -, glimlach ik stiekem.

Hechten

‘Wat ben je aan het doen?’ Mevrouw D. loopt mijn keuken in waar ik net een reusachtige courgette aan het slachten ben. Het is voor het diner van die avond. Meneer en mevrouw eten dagelijks bij hun dochter, dus proeven kunnen ze hem niet. ‘Maak je hem af met crème fraîche of maïzena?’ Ze buigt zich over me heen. Meneer D. ‘steelt’ een minimars uit de schaal in de hal en knipoogt.
De volgende dag vertrekken ze opnieuw, een derde keer. ‘Je suis un petit peu triste’, monkel ik. Na onze moeizame start ben ik me gaan hechten aan deze mensen met hun zeepdoos en zorgvuldig opgevouwen pyjama’s. De natte washandjes over de waskom. De warme handdrukken elke ochtend bij het ontbijt als ik hun koffie breng.

‘Niet de laatste keer’

Dan herinner ik me de verrassing in de koelkast. En terwijl meneer D. de rekening betaalt, overhandig ik mevrouw de courgettesoep. ‘Pour ce soir.’ Voor vanavond na de lange rit terug. Ze glimlacht als ze hem aanneemt en knikt naar haar man. ‘Het lege doosje neem ik de volgende keer mee terug.’ Het is prachtig om te zien hoe dit echtpaar elkaar door en door kent. Elke beweging. Elk knikje. De glans of somberte in hun ogen. Deze mensen weten alles van elkaar.
‘Jazeker, Eva. Wij komen terug’, zegt meneer D. als hij de soep overneemt van zijn vrouw. ‘Ik beloof plechtig dat dit niet de laatste keer was.’ Een laatste handdruk. Emiel helpt met de koffers.
Als ze de poort uitrijden, schuiven allebei de raampjes open. Twee gerimpelde armen steken uit, één links en één rechts. Ze zwaaien en toeteren, de soep veilig in een kratje in de kofferbak.

Meer lezen van Eveline? Je leest haar columns elke week in Vriendin. Volg haar ook op Instagram @villaverte87.