Canva1 2022 02 14t125850.535

Geadopteerde Jayakanthi ging op zoek naar haar roots

Jayakanthi (38) werd als baby geadopteerd uit haar Sri Lanka. Haar biologische moeder gaf haar de naam Jayakanthi, maar haar adoptieouders noemden haar Tamara. Inmiddels vindt ze die naam niet meer bij haar passen. “Jarenlang was ik op zoek naar wie ik echt was. Nu ik mijn echte naam weer heb aangenomen, pak ik een stukje van mijn eigen identiteit terug.”

Jayakanthi: “Ik had altijd gehoopt dat het contact met mijn biologische moeder mij antwoorden zou geven. Van wie ik mijn grote bos krullen had bijvoorbeeld, maar ook waarom mijn moeder had besloten om mij af te staan en waarom mijn broertjes en zusjes wel bij haar mochten blijven wonen. Helaas heb ik die antwoorden nooit gekregen. Hoewel ik mijn biologische moeder meerdere keren heb ontmoet, is ze nooit echt open geweest over haar keuze voor mijn adoptie. Hierdoor heb ik dus lang geworsteld met de vraag wie ik nou echt was.
Op het moment dat mijn adoptieouders mij in 1983 in Sri Lanka adopteerden, noemden ze mij namelijk Tamara. Ik heette echter al Jayakanthi, de naam die mijn biologische moeder mij bij mijn geboorte had gegeven. Door me een andere naam te geven, sneden mijn adoptieouders als het ware het laatste stukje van mijn identiteit als Jayakanthi af. Ik snap dat het in die tijd gebruikelijk was om de naam van een geadopteerd kind aan te passen, maar de naam Jayakanthi was al van mij. Hoewel het een moeilijke beslissing was, besloot ik daarom begin dit jaar de knoop door te hakken en mijn biologische geboortenaam weer aan te nemen.”

Geen uiterlijke gelijkenissen

Nog even terug naar het begin. Jayakanthi was een paar maanden oud toen ze door haar adoptieouders werd geadopteerd. Omdat haar moeder erg arm was, had ze de zorg over Jayakanthi via een adoptiebureau aan hen overgedragen. “Op mijn dertiende zag ik voor het eerst een foto van mijn biologische moeder. Mijn ouders hadden hier bewust mee gewacht totdat ik wat ouder was. Op de foto zag ik een jonge vrouw met lang, donker haar. Met een ongelukkige blik in haar ogen hield ze mij, een huilende baby van een paar maanden oud, vast. Vol ongeloof keek ik er als dertienjarige naar. Ik kon niet geloven dat ik die baby was en zocht naar uiterlijke gelijkenissen met mijn moeder. Jammer genoeg kon ik die niet vinden. Ze zag er echt heel anders uit dan ik. De foto zorgde bij mij voor een wirwar van emoties. Niet alleen was ik alleen boos en verdrietig dat zij mij had afgestaan, maar ik was ook blij dat ik wist hoe ze eruit zag.”

Opluchting

Samen met haar ouders diende Jayakanthi op haar dertiende een aanvraag bij het adoptiebureau in voor contact met haar biologische moeder. Ondertussen maakten ze een rondreis door Sri Lanka. In datzelfde jaar kreeg Jayakanthi van het adoptiebureau schriftelijk bericht dat haar moeder was gevonden. “Dat was voor mij een grote opluchting, want ik had er ook rekening mee gehouden dat mijn biologische moeder misschien niet meer leefde of geen contact wilde. Bij de brief van het adoptiebureau zat een nieuwe foto van haar. Ze zag er heel anders uit dan op de foto die ik eerder had gezien. Zo was haar gebit erg slecht, had ze een gerimpelde huid en onverzorgd haar. Toch maakte dat voor mij niks uit. Ik wilde zo graag contact met mijn moeder dat ik meteen een brief terug scheef. Via ons contactpersoon van het adoptiebureau in Sri Lanka ging deze brief met vertaling naar mijn moeder. Na een paar weken ontving ik een reactie. Tot mijn grote blijdschap wilde mijn biologische moeder mij ontmoeten, dus na anderhalf jaar lang brieven schrijven – mijn adoptieouders wilde niet dat ik te hard van stapel liep – ging ik opnieuw naar Sri Lanka.”

Onwerkelijk

Tijdens een emotionele ontmoeting wisten Jayakanthi en haar biologische moeder niet zo goed wat ze moesten zeggen tegen elkaar. Niet alleen de taalbarrière was lastig, ook Jayakanthi’s angst dat haar biologische moeder misschien dicht zou klappen als ze inhoudelijke vragen ging stellen, zat haar in de weg. “Ik was blij dat ik haar eindelijk in het echt zag, maar het voelde ook een beetje ongemakkelijk. Terwijl ze mijn hand vasthield, keek ze me alleen maar aan. Ze was dan wel mijn biologische moeder, maar eigenlijk voelde ze als een vreemde. Omdat er tijdens onze eerste ontmoeting nog geen tolk aanwezig was – mijn moeder kwam met haar man naar het vliegveld waar ik met mijn adoptieouders landde – konden we ook niet echt een gesprek voeren. Het voelde heel onwerkelijk allemaal. Daar stond ik opeens, oog in oog met de vrouw waar ik zo vaak over gefantaseerd had. Ik wist niet zo goed wat ik ervan moest denken en durfde ook geen vragen te stellen.
Toen ik een paar dagen na onze ontmoeting samen met mijn adoptieouders bij mijn moeder thuis langsging, kon ik zien dat ze het inderdaad niet breed had. Ze woonde in een klein huisje met meerdere kinderen (mijn broertjes en zusjes waarvan ik meteen dacht: waarom zij wel en niet?) en een man. In onze briefwisseling had mijn moeder al verteld dat mijn vader was overleden, dus ik ging er niet vanuit dat haar man mijn vader was. Daarnaast had ons contactpersoon van het Sri Lankaanse adoptiebureau mij en mijn adoptieouders nadrukkelijk in het Engels verzocht om niet over mijn vader te beginnen, omdat hij volgens mijn biologische moeder een heel slechte man was en ze geen fijne herinneringen aan hem had.”

Klaar met de leugens

Achteraf bleek dat de eerste grote leugen te zijn. Jayakanthi’s vader was namelijk helemaal niet overleden, haar moeder had alleen geen contact meer met hem. Ook beweerde ze jaren later stervende te zijn, waardoor Jayakanthi op haar 25ste samen met haar adoptiemoeder halsoverkop naar Sri Lanka moest komen. Eenmaal daar bleek de situatie helemaal niet zo dringend te zijn als Jayakanthi’s moeder had doen voorkomen. “We troffen mijn biologische moeder inderdaad thuis liggend op de bank aan, maar ze zag er niet echt ziek uit. En het opvallende was dat ze opeens over geld begon. Mijn ouders steunden haar na onze eerste ontmoeting financieel, maar mijn biologische moeder zei dat ze meer geld nodig had. Ook zei ze dat haar man toch mijn vader was.
Dat laatste kwam voor ons echt uit de lucht vallen. Het was zo’n warrig verhaal dat we er ook niks van geloofden. Mijn biologische vader was toch dood? Omdat we opeens begonnen te twijfelen aan haar eerlijkheid deden we tijdens een nieuw bezoek drie maanden later een dna-test met mijn moeder en haar man. De uitslag kreeg ik echter pas toen ik weer in Nederland was. Het bleek dat mijn moeder echt mijn moeder was, maar haar man niet mijn vader. Wie het wel was, heb ik niet meer gevraagd. Ik was zo klaar met al die leugens. Vooral ook omdat ik erachter was gekomen dat mijn moeder een speciale medaillonketting die ik haar met veel liefde had gegeven, meteen had doorverkocht. Dit maakte mij verdrietig en boos. Ik voelde me echt verraden en verbrak al het contact met haar.”

Terug naar de basis

Zes jaar later overleed Jayakanthi’s biologische moeder. Hierdoor heeft ze haar niet meer de vragen kunnen stellen die ze eigenlijk nog had. “Het feit dat ze nooit helemaal eerlijk was, voelde voor mij als een open wond, nog steeds. Helemaal omdat ik sinds een tijdje ook contact heb met mijn biologische broer. Hij bleek net als ik te zijn afgestaan door onze moeder en werd destijds bij de monniken ondergebracht. Onze vader wist hier niks van en heeft heel lang naar hem en mij gezocht. Mijn broer vond hij uiteindelijk weer terug, maar mij niet. Helaas was mijn vader al overleden toen ik het hoorde. Dit vind ik zo verdrietig.
Stel dat mijn moeder mij niet bij hem had weggehaald, dan was ik waarschijnlijk nooit geadopteerd en gewoon in Sri Lanka gebleven. Wie weet hoe mijn leven er dan had uitgezien. Door mijn adoptie ben ik niet alleen compleet ontworteld, ik ben alles wat vanaf mijn geboorte van mij was, kwijtgeraakt. Mijn naam, mijn leven in mijn geboorteland, mijn cultuur, mijn taal… Dankzij veel therapie ben ik erachter gekomen wat echt belangrijk voor mij is en dat is simpelweg te zijn wie ik vanaf mijn geboorte ben: Jayakanthi. Vandaar ook dat ik deze naam begin dit jaar weer heb aangenomen. Mijn naam hoort bij mijn basis en laat voor mij zien dat ik er mag zijn, een trotse Sri Lankaanse vrouw die in Nederland is opgegroeid.”

Het echte probleem

Hoewel Jayakanthi lang boos is geweest op haar biologische moeder, richt haar boosheid zich nu vooral op het adoptiesysteem. “Nu ik wat meer rust in mezelf heb gevonden, kan ik veel beter naar het grotere geheel kijken en ik geloof oprecht dat mijn biologische moeder beter geholpen had kunnen worden toen zij mij afstond. Want dat is waar volgens mij het probleem ligt. Waarom werd er bij mijn adoptie door de autoriteiten bijvoorbeeld niet aan mijn biologische moeder gevraagd wat het precies was waardoor ze niet voor mij kon zorgen? Waarom werd er niet gezocht naar mijn vader of werd ik (tijdelijk) ondergebracht bij iemand in Sri Lanka? En waarom werd ervan uitgegaan dat een leven in de westerse wereld beter zou zijn voor mij?
Ik heb heel sterk het gevoel dat wij adoptiekinderen geacht worden om altijd maar gelukkig te zijn met onze adoptie. Want wij hebben de kans gekregen op een ‘beter leven’ elders. Maar wat is een beter leven? Ik wil mijn adoptieouders absoluut niet kwetsen, want ze hebben altijd goed voor mij gezorgd, maar ik vraag me of mijn adoptie echt het beste was voor mij. Waarom mijn ouders mijn naam ooit hebben veranderd in Tamara weet ik eigenlijk niet. Toen ik hen vertelde dat ik liever weer Jayakanthi wilde heten, vond ik dat heel moeilijk. Ik wilde ze geen pijn doen, maar gelukkig begrepen ze mijn besluit. Ze hadden er nooit bij stilgestaan dat het veranderen van mijn naam zo veel impact zou hebben.”

Identiteit terug

Hoewel Jayakanthi door een moeilijke tijd is gegaan, gaat het inmiddels veel beter met haar. “Door mijn echte naam weer aan te nemen, de Sri Lankaanse taal te gaan leren en Sri Lankaans te koken, pak ik stukje bij beetje mijn eigen identiteit weer terug. Ondanks alles ben ik toch blij dat ik mijn biologische moeder heb teruggevonden. Het bracht misschien niet hetgeen waar ik op had gehoopt, maar het heeft bij mij wel veel in werking gezet. Met mijn ex en mijn kinderen, ik heb een dochter van negen en een zoon van zes, heb ik het regelmatig over mijn adoptie. Ik ben gescheiden van de vader van mijn kinderen, maar we zijn nog steeds goede vrienden. Toen mijn dochter anderhalf was, zijn we met z’n drieën naar Sri Lanka geweest. Een prachtige reis die ik graag nog een keer met allebei mijn kinderen wil maken als ze iets ouder zijn.
Het lijkt me ook mooi om, later als de kinderen uit huis zijn, in mijn eentje in Sri Lanka te gaan wonen. Lekker in een huisje op de heide, bij het strand. Geen idee of ik daar als westerling ook echt kan aarden, maar ik wil het graag proberen. Sri Lanka is zo mooi, het is mijn thuisland. Ik hoop dat ik me er ondanks alles echt thuis kan gaan voelen. In Sri Lanka begon mijn leven en het liefst wil ik daar ooit ook begraven worden. Wat mij betreft is de cirkel dan echt helemaal rond.”

Tip van de redactie

Wil je je meer verdiepen in het onderwerp adoptie? Lees dan eens Kinderen die niet konden blijven. Dit boek is van grote waarde voor geadopteerden, hun ouders en voor allen die in adoptie geïnteresseerd zijn. Voor meer informatie klik op onderstaande button.

Kinderen Die Niet Konden Blijven
Bekijk bij bol.com

Meer persoonlijke verhalen lezen? Neem nu een digitaal abonnement op Vriendin.

Tekst: Renée Brouwer
Foto: Ruud Hoornstra
Visagie: Lisette Verhoofstad