Canva1 2024 09 17t110011.695

Maya is autocoureur: ‘Op een dag wil ik in de Formule 1 rijden’

Op haar zestiende verhuisde ze in haar eentje naar Italië, ze woont naast de Ferrari-fabriek en traint elke dag om de allerbeste te worden in autoracen. En onlangs scheurde ze over het circuit van Zandvoort. We hebben het over het Nederlandse racetalent Maya Weug (20): “Ik hoop meisjes te laten zien dat de autosport ook voor vrouwen is.”

Maya: “Mijn vader komt uit Zeeland, mijn moeder uit België. Ze leerden elkaar kennen tijdens hun studie in Engeland en kozen ervoor om in Spanje gaan wonen, werken en een gezin te stichten. Ik ben in Spanje geboren en getogen. Ik woonde tot mijn zestiende aan de Spaanse kust, tussen Valencia en Alicante in. Ik heb twee jongere broers, zij zijn nu achttien en twaalf. Toen ik zeven was en mijn broer vijf, kregen we van mijn vader een tweedehands kart cadeau. De kartbaan was een halfuurtje rijden vanaf ons huis. Samen met mijn vader en mijn broertje Lucas ging ik twee namiddagen per week naar de kartbaan om te racen.”

Altijd winnen

“Er was een kleine baan en een grote baan. Die kleine baan was maar tweehonderd meter en bedoeld voor jonge kinderen. Het was mijn doel om zo snel mogelijk op die grote baan te rijden. Ik wilde meteen de snelste zijn, ik was als jong meisje al erg competitief ingesteld. Ook in het dagelijks leven, met mijn broertjes en op school wilde ik altijd winnen. Een spelletje spelen eindigde bij ons thuis altijd in een drama! Ik vond karten fantastisch. De adrenaline die er door je lijf gaat als je rijdt, dat is een kick. Papa, Lucas en ik bleven altijd op de kartbaan tot het donker was. Ik heb er menig zomeravond tot laat doorgebracht. Mijn broertje vond het ook leuk, maar lang niet zo leuk als ik.
Karten werd mijn sport. Ik vond niets leuker dan dat. Ik begon lokale races te rijden en ontdekte snel dat ik die kon winnen. Als ik een kartrace had in Spanje, dan miste ik daarvoor weleens een dag school. Het leren ging me makkelijk af en ik haalde zonder veel moeite hoge cijfers, dus mijn ouders en mijn school hadden daar geen moeite mee. Toen ik een jaar of acht was, won ik mijn allereerste race. Ik vond het geweldig om op dat podium te staan en de snelste te zijn. Nadat ik meerdere lokale races had gewonnen, gaf ik me op voor het Spaans kampioenschap. Mijn ouders kochten een busje om me naar mijn wedstrijden te rijden.”

Dure hobby

“Eind 2015 werd ik tweede in het Spaans kampioenschap. Omdat het opviel dat ik hard kon racen en ambitieus was, vroeg iemand uit de racesport of ik niet in Italië wilde komen racen. Ik hoefde daar niet over na te denken en zei volmondig ja. Ik vond het racen het allerleukste wat er was en wist niet eens wat ik anders zou kunnen doen. En zo reed ik mijn eerste jaar in Italië, hét land van de autosport. Ik was inmiddels twaalf en ging net als ieder ander meisje van mijn leeftijd naar school. In Italië won ik als eerste vrouw ooit de WSK Final Cup in 2016. Als ik terugdenk aan die tijd zat ik vaak te studeren op het vliegveld. Als ik geen wedstrijden had, ging ik naar school in Spanje.
Mijn sport had veel impact op ons gezin. Mijn ouders zijn allebei chiropractor en runden samen een eigen praktijk. Hierdoor deelden ze hun eigen uren in en waren ze flexibel, maar een van hen moest altijd met mij meereizen voor wedstrijden. En dan had ik twee broertjes die aandacht verdienden. Financieel was het voor mijn ouders ook niet makkelijk in die tijd. Ze gunden mij alles, maar maakten veel kosten. Om mijn hobby vol te kunnen houden, hebben mijn ouders destijds ons huis in Spanje verhuurd en zijn we met z’n vijven in een camper gaan wonen tijdens de zomers. Die stond op een goedkope camping in de buurt. Als de afstand goed te doen was, gingen we in de camper naar mijn race toe. Dat doen meer mensen, maar onze camper was ietsje ouder dan de rest van de campers. We hadden geen airco, dus het was bloedheet in dat ding!”

Uitzonderlijk

“Nu ik volwassen ben en op mijn jeugd terugkijk, denk ik dat het voor mijn broertjes wel lastig was dat ons gezinsleven veel om mij draaide en ik veel aandacht kreeg. Mijn ouders stimuleerden mijn droom en deden er alles aan zodat ik kon doen wat ik het allerliefste deed: racen. Hoewel het een uitzonderlijke sport was voor een meisje, voelde ik me in die tijd toch wel heel normaal. Op school praatte ik met mijn vriendinnen nooit over het racen, we hadden genoeg andere dingen te bespreken. Ondanks dat ik soms dagen miste, vond ik school heel erg leuk en vond ik het heerlijk om samen met mijn vriendinnen te zijn.
Na de basisschool ging ik naar het instituto – Spaans voor middelbare school. Ook in de puberteit wilde ik maar één ding: zoveel mogelijk autoraces rijden. Ik heb er nooit aan gedacht om te stoppen. Mijn droom was toen al duidelijk: op een dag wilde ik in de Formule 1 rijden. Ik had er alles voor over om dat voor elkaar te krijgen. Toen ik zestien was leek mijn droom ineens dichtbij te komen. Ik werd geselecteerd om voor de Ferrari Driver Academy te komen racen in Italië. Dit was precies tijdens de coronapandemie, wat het erg ingewikkeld maakte, maar natuurlijk wilde ik niets liever. Ferrari en de FIA (de internationale autosportfederatie, red) hebben de zeventig beste meisjes ter wereld samengebracht om te komen karten en Formule 4-auto’s te testen in Frankrijk. Een week lang deed ik allerlei testen en ik bleef met vier finalisten over. Een paar maanden later reden we in een Formule 4-auto de finale op het circuit van Fiorano en een week later hoorde ik dat ik als eerste meisje was geselecteerd voor de academie.”

Zelfde passie

“Ik heb mijn middelbare school afgemaakt en ben binnen twee weken van Spanje naar Italië verhuisd. Ik had niet veel tijd om hierover na te denken, ik deed het gewoon. Voor mijn familie en vrienden en ouders was het moeilijker: ik was ineens weg. Ik was nog maar zestien, maar heel spannend vond ik het niet. Ik was al vanaf mijn twaalfde zelfstandig. Ik woon inmiddels vier jaar pal naast de Ferrari-fabriek, in een huis met andere rijders van de Ferrari Driver Academy. Het is heel erg leuk om met mensen samen te wonen die dezelfde passie hebben als ik.
Natuurlijk zijn er ook wel momenten dat ik me eenzaam voel. Je bent elke dag keihard aan het trainen en altijd weg. Als ik vakantie heb, dan ga ik terug naar huis. Dat is zo’n drie tot vier keer per jaar. Als ik internationale races rij, komt één van mijn ouders kijken. De ander blijft thuis in de praktijk werken en voor mijn broertjes zorgen.
Mensen buiten de autosport vergissen zich hoeveel wij fysiek trainen. Van maandag tot en met vrijdag heb ik training in de fabriek. Ik doe dan van alles: fitness, fietsen, padel en zwemmen. Je moet supersterk en heel sportief zijn. Daarnaast trainen we veel in de simulator. Dit is een raceauto die meebeweegt, waardoor je de banen waar je wedstrijden op gaat rijden goed leert kennen. Ook krijgen we veel mentale trainingen, omdat je als autoracer onder intens hoge druk moet presteren. Ook leer ik tijdens deze training van alles om zo gefocust mogelijk te blijven. We trainen dit jaar voor zeven wedstrijden in het F1 Academy-kampioenschap (een raceklasse speciaal voor vrouwen, gesteund door Formule 1-teams, red). Ik heb al races gereden in Saoedi-Arabië, Miami en in Barcelona. Ik heb nu nog vier wedstrijden te gaan, waaronder die in Zandvoort!”

Omgaan met tegenslag

“Het eerste raceweekend dit jaar stond ik twee keer op het podium, maar de races daarna gingen niet super. Daarom is het des te belangrijker dat ik de komende races goed presteer. Dat extreem competitieve wat ik vroeger al had, heb ik nog steeds. Ik wil elke race winnen en altijd de beste zijn. Wat typisch is voor de autosport is dat het onmogelijk is om perfect te zijn. Je kunt supergefocust zijn, de mooiste inhaalacties doen en perfecte bochten rijden, maar je bent afhankelijk van een auto, banden en de rest van je team. Er zijn veel condities waar je geen enkele invloed op hebt en er is elke race van alles dat mis kan gaan. Dit is soms frustrerend, vooral als je resultaat hierdoor niet is wat je had gehoopt.
Mijn leven wijkt enorm af van het leven van mijn leeftijdsgenoten. Ik moet behoorlijk wat laten om deze sport op hoog niveau te doen. Zo moet ik letten op wat ik eet en drink, om gezond te zijn en toch mijn gewicht laag te houden. Het maximale wat ik mag wegen dit jaar is zestig kilo. Dat is mega laag, maar als ik zwaarder ben, wordt mijn auto dat ook en gaan we trager. Natuurlijk eet ik soms ook lekker een ijsje als ik een dagje naar het strand ga, maar het is wel iets waar ik continu mee bezig ben.
Sinds ik klein ben wordt er al tegen mij gezegd: ook al wil je huilen, jij toont aan niemand je tranen op het circuit. En dat zit wel in mijn karakter, ik laat niet snel mijn emoties zien. Ik vind tegenslag nog weleens moeilijk. Als ik gefrustreerd ben of ergens mee zit, houd ik dat liever voor mezelf. Ik ben een echte binnenvetter, altijd al geweest. De laatste keer dat ik een slechte race had, heb ik bijna mijn hand kapotgeslagen op tafel. Ik weet dat dat niet de manier is om met tegenslag om te gaan, dus daar mag ik nog iets beter in worden.”

Droom groot

“Momenteel is de Ferrari Driver Academy mijn wereld. Ik ben elke dag met mensen die dezelfde sport doen als ik. Hierdoor leef ik natuurlijk in een bubbel, maar ik moet er nog niet aan denken om daaruit te komen. Inmiddels heb ik in Italië ook vrienden gemaakt, maar mijn vriendinnen in Spanje betekenen veel meer voor me. Met deze meiden onderhoud ik ook dagelijks contact. Als ik niet aan het trainen ben, sport ik nog steeds veel, maar ik probeer ook te ontspannen. Dat lukt me met een boek, maar ook ga ik hier in Italië graag naar het strand en ik hou van hardlopen.
In de autosport is maar een op de vierhonderd racers een vrouw. Omdat er binnen de Formule 1 maar twintig plaatsen zijn, is het helaas logisch dat er minder vrouwen racen. Ik hoop meisjes te laten zien dat de autosport ook voor vrouwen is en dat het mogelijk is om ertussen te komen. Als je racen leuk vindt, ga het dan doen! Ga zo vaak mogelijk naar de kartbaan, net als ik als zevenjarig meisje deed. Het helpt als je iemand hebt om naar op te kijken. Toen ik klein was, was dat Beitske Visser voor mij. Ik ben nu vaak de enige vrouw in mijn categorie, maar het wordt hoog tijd dat daar verandering in komt. Volg je hart, doe wat je leuk vindt en droom groot. Dat doe ik ook: op een dag rijd ik in de Formule 1.”

Tekst: Hannah König
Foto: privébezit

Meer Vriendin? Volg ons op Facebook en Instagram. Je kunt je ook aanmelden voor onze wekelijkse Vriendin nieuwsbrief.