Ontwerp Zonder Titel 2024 08 27t122341.246

Patricia werd al drie keer de Sterkste Vrouw van Nederland

Als Patricia met krachttraining begint, is ze meteen verslaafd. En ze blijkt er ook nog heel goed in! Inmiddels won ze al drie keer het kampioenschap Sterkste Vrouw van Nederland en ze is nog niet klaar. “Met deze sport blijf je jezelf altijd uitdagen.”

Patricia: “Als ik sport, kan ik dat niet half. Dan wil ik winnen, dat had ik als kind al. Ik ging op handbal en rustte niet tot ik een hoog niveau had bereikt. Wedstrijdzwemmen, waterpolo, hetzelfde verhaal. Dus toen ik met de krachtsport in aanraking kwam, wilde ik natuurlijk wél de sterkste zijn.
Het begon bij Defensie, waar ik bij de landmacht zat. Sport is daar onderdeel van de dagelijkse routine en vaak gingen we ook ’s avonds nog even fitnessen met elkaar. Om een goede conditie te houden moet je veel hardlopen en er werd ook aan krachtsport gedaan. Heerlijk, ik genoot vooral van de krachtsport. Als je het vaker doet, word je niet alleen sterker maar ook technisch beter. Door op techniek vooruit te gaan, worden de gewichten makkelijker en boek je vooruitgang. Elke dag sterker worden en elke dag jezelf uitdagen, daar werd ik door gegrepen. Ik merkte ook dat ik vaak net zo sterk of zelfs sterker was dan mijn mannelijke collega’s. We hadden granaten van vijfenveertig kilo die we boven ons hoofd moesten tillen. Dat werd natuurlijk uitdagen: ‘Als je erbij wil horen, Patries…’ Daar sla ik op aan. Dus na een tijdje oefenen kon ik ook zo’n granaat boven mijn hoofd laden.
Na een paar jaar verliet ik Defensie en stopte ik ook met sporten. Ik miste het wel, maar het was druk: twee kleine kinderen, een scheiding. Toch moest er iets gebeuren. Door de zwangerschappen was ik een beetje uit mijn voegen gegroeid en ik besloot het hardlopen weer op te pakken. Krachttraining vond ik leuker, maar hardlopen kon ik achter de kinderwagen doen. Dus daar ging ik, drie keer per week. Al snel liep ik de halve marathon van Rotterdam en de Dam-tot-Damloop, dat fanatieke zit bij mij nogal diep. Maar toen werd het winter, slecht weer en was ik er klaar mee. Via een vriend kwam ik toch maar weer eens in de sportschool. Eerst om te hardlopen op de band, maar de krachtsport begon te trekken. Op een dag ben ik gewoon de hoek binnengelopen waar de ‘grote mannen’ stonden. Beetje dumbbell pressen, benchen, squatten, wat schouderoefeningen. En ja, het gevoel was meteen terug. Dit wilde ik.”

Een keertje deadliften

“In het begin had ik nog geen doel. Ik schreef mijn progressie op, maar meer om te onthouden wat ik had gedaan. Alleen, met die winnen-instelling van mij kon dat natuurlijk niet lang zo blijven. Ondertussen ontmoette ik mijn huidige partner die ook van krachtsport houdt. ‘Zullen we een keertje deadliften?’ stelde hij voor. Dat betekent: met je armen gestrekt vanaf de grond een dood gewicht omhoog tillen – een heel zware oefening. Dat leek me niets, maar mijn vriend drong aan en die avond deadliftte ik 110 kilo. Oké, dacht ik, misschien ben ik toch wel best sterk…
Mijn vriend en ik gingen steeds vaker samen sporten en stelden doelen en een trainingsschema voor mij op. Ik wilde 140 kilo kunnen deadliften en dat vijf keer achter elkaar, maar dat lukte de hele tijd niet. Toen ik het eindelijk voor elkaar had, was ik supertrots. Op een Facebookgroep voor krachtsport voor vrouwen uploadde ik een filmpje. Een andere dame reageerde: ‘Wil je niet meedoen aan de wedstrijd de Sterkste Vrouw van Nederland?’ Ik kende die wedstrijd niet, alleen de variant voor mannen waar we vroeger thuis op televisie naar keken. Dat vond ik heel cool, dus over deze vrouwenvariant wilde ik meer weten.
Het bleek om het Nederlands Kampioenschap te gaan en o ja, het was al over zes weken. Een uitdaging, maar wel eentje die ik graag aanging. Ik stelde mezelf ook meteen tot doel om minimaal een podiumplek te behalen, anders vond ik er niks aan. Het probleem was wel dat ik niet voor elk onderdeel heel specifiek kon trainen. We moesten bijvoorbeeld vrachtwagentrekken met een techniek die ‘arm over arm’ heet. Je hebt dan een touw in je handen en via dat touw trek je met je armen de vrachtwagen vooruit. Dat had ik nog nooit gedaan en ik had natuurlijk ook geen vrachtwagen om mee te oefenen. Het beste wat ik kon doen om te trainen was een touw vastbinden aan een heel zware band. Eenmaal op het NK zag ik de eerste vrouw bezig en vroeg me af of ik het wel zou kunnen. Maar toen ik begonnen was, ging het best goed: op dat onderdeel werd ik tweede. Dat gaf me veel vertrouwen – misschien was hier wel meer te halen? Een ander onderdeel was hoog gooien. Dan moet je een zak van zo’n tien kilo zo hoog mogelijk in de lucht gooien. Mijn zes meter bleek een nieuw Nederlands record. Ook het onderdeel ‘de log’ won ik: een boomstam van vijftig kilo in 75 seconden zo vaak mogelijk boven je hoofd tillen. Net als de loading race: een mat van honderd kilo, een boomstam en twee grote biervaten zo snel mogelijk van de ene naar de andere kant tillen. Na zes weken geïmproviseerd trainen werd ik aan het einde van de dag uitgeroepen tot Sterkste Vrouw van Nederland. Bizar ja, maar het voelde geweldig.”

Maandenlang hetzelfde

“Dat was in 2018 en vanaf dat moment had ik de smaak te pakken. Ook in 2022 en 2023 won ik het NK en dit jaar in september verdedig ik natuurlijk mijn titel. Ik doe aan zo’n drie tot vier wedstrijden per jaar mee. Bewust niet te veel, dan moet je elke keer je trainingsschema’s aan de wedstrijden aanpassen. Liever bouw ik zo goed mogelijk op en piek dan in één keer tijdens een wedstrijd. Momenteel ben ik bezig met de voorbereiding op het Europees Kampioenschap in augustus. Vier keer per week train ik en verder heb ik een strikt dieet dat helemaal op mij is afgesteld en op het moment. Nu zit ik bijvoorbeeld in een periode waarin het goed is om wat vet te verliezen en eet ik op rustdagen 3500 calorieën, op trainingsdagen 4200 en op woensdag, als ik de deadlift train, 5500 calorieën. Daar val ik nog steeds van af.
Mijn voedingsschema’s zijn vaak maandenlang hetzelfde. Saai ja, maar ik weet waar ik het voor doe. En soms vraag ik mijn voedingscoach om wat variatie. Laatst kwam die zoete aardappel als lunch zo’n beetje mijn neus uit, dan komt daar iets anders voor in de plaats. Ik verwacht overigens niet dat mijn gezin met me mee-eet, hoor. Eet ik elke dag een gekookte aardappel bij het avondeten, dan bak ik hun aardappels of gooi ze in de airfryer. Ikzelf eet bijna geen pasta of brood, maar als mijn kinderen spaghetti willen, maak ik dat natuurlijk. Als ik in een periode van gewicht verliezen zit, moet ik heel streng zijn. Dan ook geen taartje op een verjaardag, maar voor de kinderen haal ik wel lekkers in huis. Het kost me niet veel moeite om me aan zo’n voedingsschema te houden. Mijn motivatie is groot en zelfs als die even weg is, heb ik genoeg discipline om niet te smokkelen.
Dat zou ook stom zijn, ik heb mijn doelen immers duidelijk voor ogen. Het Nederlands record deadliften, dat van mij is, is op dit moment 245 kilo. Maar ik wil meer. Op dit moment kan ik 250 kilo, maar ik wil naar 300. Als ik me kwalificeer voor het Europees Kampioenschap, kom ik daar een atlete tegen die 318 kilo kan deadliften. Als de deadlift een van de onderdelen wordt, wil ik daar op z’n minst tweede worden. Welke onderdelen er bij het kampioenschap zullen zijn, hoor je zes weken van tevoren. Ik hoop op ‘upward stones’, waarbij je stenen op een platform moet zien te tillen – steeds een zwaardere. Mijn record was 136 kilo tijdens een wedstrijd, bij een training heb ik 144 kilo gehaald. Wat het leuk maakt, is dat die stenen zo onhandig zijn: zwaar, maar ook breed. Dat houdt de uitdaging erin. Sowieso geldt voor deze sport dat het nooit saai kan worden, er zijn zó veel verschillende onderdelen. De kick is als een onderdeel eerst helemaal niet lukt en dat je het met veel trainen en je techniek verbeteren toch voor elkaar krijgt. Zo heb ik de afgelopen twee jaar voornamelijk ruzie gemaakt met de monster dumbbell: een gewicht dat je met één hand boven je hoofd moet houden. Ik probeerde die oefening vanuit mijn schouders te doen, maar dat lukte voor geen meter. Frustrerend, dus legde ik de dumbbell in de hoek en richtte me op andere dingen. Voor de kwalificatie voor het EK was het echter een van de onderdelen, dus tja, toen moest ik wel. Mijn streven was om een dumbbell van vijftig kilo te gebruiken, maar met drie keer per week trainen én begrijpen dat dit geen schouder- maar een beenoefening is, ben ik daar al overheen. En ja, nu wil ik meer, kijken hoe ver ik kan komen. Dat motiveert mij altijd weer.
Overigens is sterk zijn in het dagelijks leven ook wel handig. Toen we laatst een nieuwe wasmachine kochten, heb ik natuurlijk geen 75 euro betaald om die op de eerste verdieping geleverd te krijgen. Dan til ik hem zelf wel even naar boven. En ik ben in het donker op straat ook nooit bang. Het is fijn om te weten: ik kan altijd op mijn eigen lichaam vertrouwen.”

Iedereen kan het

“Ik hoop dat door de aandacht voor de sport meer vrouwen de stap naar de krachttraining zullen wagen. De sport is zo leuk en veelzijdig en echt, iedereen kan het. Kwestie van rustig aan beginnen en dan opbouwen – de sport is er verslavend genoeg voor. Onderling is er veel saamhorigheid. Meestal staan we met hetzelfde groepje in de finale van kampioenschappen en dan is er geen haat en nijd. Wel bewondering voor elkaars prestaties. 
Wat ik jammer vind, is dat je als vrouw in deze sport vaak dezelfde vervelende reacties krijgt. Iedereen vindt de sterkste man van Nederland echt een held, wát een prestatie. Er wordt dan niet gekeken naar hoe die mannen eruitzien. Maar als sterkste vrouw van Nederland krijg je te horen: het lijkt wel een vent. Of: als ze op een vrouw wil lijken, mag ze wel wat make-up gaan dragen… Inmiddels weet ik dat als je niet wil dat er over je wordt gepraat, je vooral uit de publiciteit moet blijven. Die reacties horen erbij. Ik vind ze jammer, maar ze raken me niet echt. Meestal denk ik: pas als jij mijn deadlift kan oppakken zonder te klagen, kunnen we praten.
Gelukkig heb ik kinderen die hetzelfde in elkaar zitten als ik. Mijn oudste van veertien kreeg op school te horen: je moeder is net een kerel. De jongste van elf hoort soms iets vergelijkbaars. Niet leuk en ze hebben ook niet om die aandacht gevraagd, maar ze halen hun schouders erover op. Overigens hebben ze zelf geen ambitie in de krachtsport, ze vinden het vooral leuk om mij aan te moedigen. En ze zijn supertrots als ik win.”

Tekst: Mariëtte Middelbeek
Foto: Robert Elsing
Visagie: Wilma Scholte

Meer Vriendin? Volg ons op Facebook en Instagram. Je kunt je ook aanmelden voor onze wekelijkse Vriendin nieuwsbrief.