Vrouw (8)

Aisha: ‘Ik lijd al jaren onder die burenruzie’

Aisha (37), getrouwd met Ron (42), moeder van Sem (13) en Noor (10), kreeg drie jaar geleden ruzie met haar buren om een kapotte regenpijp. Een in haar ogen volkomen onbenullige ruzie, maar wel één waardoor ze nu amper nog haar huis uit durft en dagelijks Funda afstruint.

“Maar liefst duizend euro. Dat was het bedrag op de factuur die we van onze buren kregen, volgens hen een ‘reële inschatting’ van de kosten voor een nieuwe regenpijp. Een regenpijp die door mijn toedoen kapot was gegaan en nu volledig vervangen moest worden. Mijn man Ron en ik stonden helemaal versteld, toen we het lazen. Dit kon niet waar zijn! Wat was er gebeurd? Het enige wat ik had gedaan, was een papieren vlaggenlijn met een touwtje opgehangen aan hun regenpijp. Dat kon toch niet zo’n enorme schade hebben veroorzaakt?
Maar het stond er werkelijk en Ron en ik waren met stomheid geslagen. In eerste instantie wilde Ron meteen boos verhaal gaan halen bij de buren, maar dat leek me niet verstandig. Eerst even rustig nadenken en het laten bezinken. Het bedrag betalen leek me ook geen optie. Duizend euro is vreselijk veel geld en dat hadden we niet zomaar liggen. Uiteindelijk heeft Ron samen met een vriend de beschadigde regenpijp gerepareerd en hebben wij de tweehonderd euro kosten op ons genomen. Maar daarmee is helaas de kou niet uit de lucht. Onze buren negeren ons, zeggen geen gedag meer en aan een jarenlange vriendschap en flink wat woongenot is nu helaas door zo’n ongelukkige actie een einde gekomen.”

Net de camping

“Ron en ik hadden nog geen kinderen, toen we ons vijftien jaar geleden inschreven voor een nieuwe woonwijk in Lelystad. We konden uit meerdere soorten type huizen kiezen en we gingen voor een ruime eengezinswoning, ook met het oog op onze kinderwens. Uiteindelijk werden we zelfs ingeloot voor een prachtige twee-onder-een-kapwoning aan het water, met drie slaapkamers en een garage en nog betaalbaar. We waren er dolblij mee.
Op de dag dat de woning werd opgeleverd, leerden we ook onze buren kennen: Lisette en Bas. Net als wij een jong stel, begin twintig. Zij was hoogzwanger. Het klikte meteen. We maakten een gezamenlijke carport, bestelden dezelfde kleur zonneschermen en creëerden een toegangsdeur tussen onze tuinen. Ideaal om even snel ‘kopjes suiker’ te lenen, maar vooral handig toen we allebei kinderen hadden. Ze liepen makkelijk naar elkaar toe om te spelen. Lisette en Bas kregen drie dochters, wij een dochter en een zoon en de kinderen speelden allemaal erg leuk met elkaar. Op de trampoline, of verstoppertje en knikkeren. De mannen zochten elkaar op om samen te gaan vissen, Lisette en ik zaten samen op afval- en trimclubjes.
’s Zomers leefde iedereen buiten. Mijn schoonmoeder vond het soms net een camping bij ons. Zeker als we een groot zwembad opzetten onder onze carport, waar alle kinderen in mochten plonsen. We hebben ook geweldige buurtbarbecues gehouden en ik heb de leukste herinneringen aan EK’s en WK’s, dan hingen we grote schermen op en zaten allemaal in het oranje tv te kijken. Bloedgezellig.
Zo leefden we allemaal jaren in volledige harmonie. Dat veranderde al iets, toen Bas zijn baan kwijt raakte en thuis kwam te zitten. Hij was niet langer de goedlachse vriendelijke buur, maar een knorrige man, die klaagde dat onze zoon Sem steeds de bal in hun tuin schoot. En hij haakte ook vaak af als Ron met hem wilde afspreken. We vermoedden een kleine burn-out en respecteerden zijn hopelijk tijdelijke behoefte aan afstand. Maar ik had nooit kunnen vermoeden dat we echt vreselijke ruzie zouden krijgen.”

Fatale verjaardag

“In juni 2018 werd onze dochter Noor zeven en ik versierde onze tuin in een roze en zilveren unicorn-thema. Om ook de voordeur en het gangetje naast ons huis te verfraaien, had ik een kleurige eenhoornvlaggenlijn vastgebonden aan de grijze plastic regenpijp van de buren. Dat had ik wel vaker gedaan. Meestal haalde ik de vlaggetjes aan het eind van de dag weer weg. De buren leken dat altijd prima te vinden. Ze kwamen ook al jaren naar verjaardagen van onze kinderen en andersom, dus als ze het niet hadden gewild, hadden ze daar meteen wat van kunnen zeggen.
Lisette en Bas zaten ook die bewuste verjaardag bij ons in de tuin en leken het gezellig te hebben. Achteraf heb ik het wel honderd keer als een film in mijn hoofd afgespeeld: hoe zaten ze erbij, wat zeiden ze, had ik al enig ongenoegen kunnen merken? Maar nee, ze waren net zo spraakzaam als anders en hadden een prachtig LOL-poppetjes-knutselpakket voor Noor meegenomen.
Vandaar dat ik zo verbaasd en redelijk in shock was toen ik twee dagen na de verjaardag ineens een heel boze brief kreeg, vol verwijten en aannames en het dringende verzoek hun duizend euro te betalen. Volgens Lisette en Bas had mijn onschuldige versieractie met de slinger hun regenpijp dus volledig uit verband getrokken en kapotgemaakt. Het plastic was gebarsten door de rukwinden en er had te veel gewicht aan gehangen. Als we niet direct betaalden, zouden ze verdere actie ondernemen. Wat precies stond er niet bij, maar het klonk niet positief.
Ron en ik waren flabbergasted, Lisette en Bas hadden er die bewuste dag helemaal niets over gezegd, noch in de dagen erna. Ik nam uiteraard meteen de schuld op me, ik had immers een vlaggenlijn vastgebonden aan de regenpijp. Dat had ik niet moeten doen. Al bleef ik het gek vinden dat er sprake zou zijn geweest van rukwinden, het was nota bene een zonnige junidag en de hele slinger woog hooguit een paar gram. Maar goed, het ding was misschien al wat gammel en de slinger kon het laatste zetje zijn geweest. Dus uiteraard wilde ik kosten betalen voor het repareren. Maar duizend euro?
Na een middagje wachten, stapte Ron naar Bas toe met het plan de regenpijp te fixen, samen met een vriend van ons die dakdekker is en dit vaker doet. Vanzelfsprekend op onze kosten. Ron werd uiterst kil ontvangen. Weg was het joviale ‘hé buur’, van vroeger. Bas vond het een ‘matige oplossing’, maar ging wel akkoord. Mits we een nieuwe regenpijp zouden kopen als het alsnog ging lekken. Dat is gelukkig niet gebeurd, maar de vriendschap is ook nooit meer hersteld. Ook niet na een paar weken. Het is eigenlijk alleen maar erger geworden.”

Bij mijn moeder koken

“Ik dacht oprecht: dit waait wel weer over. Als Lisette en Bas zien hoe keurig het allemaal hersteld is, dan zullen ze het vast weer vergeten. We drinken een wijntje en lachen erom. We zijn altijd zulke goede vrienden geweest, dit laten we niet tussen ons in komen. Maar helaas, vooral Lisette peinst er niet over om iets te vergeten. Ik heb haar tientallen malen geappt om excuses aan te bieden en iets af te spreken, maar ze negeert me. En toen ik een keer anoniem belde en ze hoorde dat ik het was, hing ze weer op. Uiteindelijk heb ik nog één poging ondernomen en haar ‘live’ aangesproken, in de tuin. Maar toen kreeg ik een enorme scheldkanonnade en een hoop verwijten naar mijn hoofd. Ineens deugde er helemaal niets meer aan mij en mijn gezin. Ze vond dat ik ‘smerig kookte met al die Arabische kruiden’ en dat de kookluchten ervoor zorgden dat zij nooit meer haar ramen kon openzetten en haar muren stonken naar knoflook. Ook kwam ze met het verhaal dat ik ooit een stijltang van haar had geleend en defect had teruggegeven en dat onze kinderen in hun tuin dure planten hadden vertrapt. Ze vond ons sowieso een stel asocialen die constant hun spullen stuk maakten en hun overlast bezorgden.
Wederom wist ik echt niets uit te brengen. Ik had geen idee van dit alles. Had ik het maar eerder geweten, dan had ik er iets aan kunnen doen, een oplossing verzinnen, spullen vervangen. Ik wilde heel graag dingen uitpraten, goed maken met Lisette, maar ik kreeg de kans niet. Ze was zo boos. En dat is ze tot op de dag van vandaag. We wonen naast elkaar, maar het is allang niet meer leuk. Er hangt zo veel spanning in de lucht. Onze kinderen zien elkaar nog wel soms op straat of op school, maar spelen ook niet meer samen. Het tussendeurtje bij de tuinen werd acuut vervangen door een flink hek.
Ik lig echt wakker van de breuk en deze nare situatie. Zodra ik mijn huis uitstap en de buren zien me, hoor ik een hoop gefluister of overdreven gelach naast me. Als ik de vuilnisbak buiten moet zetten, heb ik bij voorbaat al buikpijn. Ik wacht altijd totdat Lisette haar bak heeft gedaan, kijk dan of de kust veilig is en zet die van mij aan de weg. Idem met weer ophalen. Maar ook als ik boodschappen ga doen, check ik eerst of haar auto er staat en/of er niemand in de voortuin zit.
Ook koken, mijn grote hobby, durf ik nog amper sinds ik weet hoe het haar irriteert. Ik heb Algerijnse roots en ben dol op tajines waarbij je uren vlees of kip stooft, maar ik wil geen overlast meer veroorzaken. Meestal kook ik bij mijn moeder en neem het dan mee naar huis. Ik wil echt niet meer boosheid of ergernis veroorzaken.”

Alle hoop vervlogen

“De hoop dat het ooit goed komt, heb ik allang opgegeven. Het eerste jaar dacht ik nog: even laten afkoelen, desnoods alle seizoenen er overheen. Toen kwam corona en zaten we allemaal veel binnen, ik hoopte dat dat zou verbroederen. Maar dat gebeurde niet en zelfs het afgelopen EK was er geen enkele toenaderingspoging mogelijk. Lisette en Bas hadden nog geen oranje vlaggetje opgehangen. Liever blijven ze boos blijkbaar. Ik snap echt niet meer waarom. Dit kan toch niet meer gaan over een kapotte regenpijp of platgetrapte violen?
De enige manier om weer met plezier te kunnen wonen en relaxed buiten in mijn tuin te zitten, is verhuizen. Doodzonde, want de wijk en het huis vinden we nog steeds helemaal te gek. Bijna dagelijks bekijk ik huizensite Funda, maar in deze overspannen woonmarkt is er amper iets binnen ons budget te vinden. Zelfs in Lelystad zijn de prijzen enorm gestegen. Ron staat in principe open voor een verhuizing, maar alleen als het huis gelijkwaardig of beter is en niet te ver uit deze buurt. Aan het water of net zo’n grote tuin hoeft niet per se. Die eis hebben we al laten varen. Maar we willen onze kinderen wel een eigen kamer geven en Ron is gek op zijn klus-garage.
Vroeger keek ik altijd al graag naar tv-programma’s als De Rijdende Rechter. Dan verbaasde ik me over de soms onnozele redenen voor een burenruzie. Stiekem lachte ik mensen uit om gezeur om een paar centimeter stoeprand of een blaffende hond. Ik vond het geneuzel of dacht dat het tokkies waren, want wie maakt er nou zo veel stennis om overhangende takken? Inmiddels weet ik helaas beter. Zelfs als je allemaal gestudeerd hebt en een goede baan, jarenlang bevriend bent geweest en gezellige feestjes hebt beleefd, kun je om een doodnormale regenpijp vreselijk heibel krijgen.”

Tekst: Joan Makenbach.

Meer persoonlijke verhalen lezen? Neem nu een digitaal abonnement op Vriendin.