Alyssa’s zoontje werd 12 weken te vroeg geboren
16 mei 2022
Na een voorspoedige zwangerschap sloeg na 27 weken en 5 dagen alles om – het ging pijlsnel van bloedverlies naar 10 centimeter ontsluiting. In het ziekenhuis beviel Alyssa (23) even later van haar zoon Owen. 12 weken te vroeg.
Alyssa: “Toen Owen net geboren was, had ik het gevoel dat ik in een waas leefde. Ik dacht niet aan mezelf, ik schakelde mijn gevoelens waarschijnlijk onbewust een beetje uit, ik verlangde er alleen vurig naar dat het zou goedkomen. Pas later besefte ik hoe heftig het allemaal was. Het was mijn eerste zwangerschap en ik hoopte natuurlijk dat alles volgens het boekje zou gaan. Nou, bij ons ging het een béétje anders.
Tot die bewuste dag was er eigenlijk niks aan de hand. Ik had een voorspoedige zwangerschap. Maar in juni vorig jaar, toen ik 27 weken zwanger was, kreeg ik ’s nachts ineens steken in mijn liezen. Ik dacht dat ik misschien een blaasontsteking had. Daar had ik in het begin van mijn zwangerschap een paar keer last van gehad, daarvoor nog nooit trouwens.
Mijn man Huig belde voor de zekerheid toch maar even de verloskundige. We kregen te horen dat ik waarschijnlijk last had van mijn bekken, wat wel vaker gebeurt bij zwangeren. Ik werk in de zorg, ik ben verzorgende IG op een dementerenden-afdeling. Mijn werk kan fysiek soms best pittig zijn, dus het had een goed scenario kunnen zijn. Die dag bleef ik last houden van wat ik steken noemde.”
Meteen in paniek
“’s Avonds keken we voetbal, om tien uur ging ik naar bed. Ineens zat ik helemaal onder het bloed. Ik was meteen in paniek, Huig schrok ook. Hij belde opnieuw met de verloskundige. Deze keer stond ze binnen een kwartier op de stoep. Ze dacht dat ik gewoon harde buiken had, en het hartje van de baby klopte, dus er leek niets om me zorgen over te maken. Het bloedverlies kon ze niet volledig verklaren, het kon zijn dat er een vliesje bij de baarmoeder was geknapt. Bloedverlies tijdens de zwangerschap komt vaker voor, vertelde ze.
Ze ging weer weg, maar drukte me op het hart dat ik kon bellen als de steken of het bloedverlies erger werden. Ik heb nogal een hoge pijngrens, maar nadat ze weg was, werden de steken – die achteraf dus gewoon weeën bleken te zijn – steeds erger. Ik probeerde van alles om de pijn te onderdrukken: rondlopen, over mijn bed hangen, maar niets hielp.
Om drie uur ’s nachts besloot Huig: dit kon zo niet langer. Hij belde de verloskundige en toen zij kwam, bleek ik ineens volledige ontsluiting te hebben. Ik schrok enorm. De verloskundige ook, volgens mij, want we kregen de opdracht om onze spullen te pakken en intussen belde zij een ambulance.”
Traumatisch
“Daarna ging alles heel snel. Ik ben ook een groot deel vergeten. Ik weet nog wel dat de artsen in het ziekenhuis overwogen om mij weeënremmers toe te dienen. Maar ik had al zulke heftige weeën, daar was niets tegen bestand. Ik was gewoon al aan het bevallen. Intussen ging de hartslag van de baby snel omlaag. Ik zag de angst in de ogen van de verloskundige en de gynaecoloog: de baby moest er nu snel uit. Ze vroegen nog of ik een keizersnee wilde. Maar ik had het gevoel dat me nog heel wat te wachten stond: als onze baby te vroeg geboren zou worden, zou dat veel zorgen met zich meebrengen. Ik wilde fit blijven.
Met alles wat ik in me had, probeerde ik onze baby eruit te persen. Dat lukte. Het was tien over vijf ’s ochtends, drie kwartier nadat we in het ziekenhuis waren gearriveerd. Onze Owen was geboren, na een zwangerschap van 27 weken en vijf dagen. Hij woog 1250 gram, ongeveer zo zwaar als een pak suiker, en had een lengte van 38 centimeter. Dat was eigenlijk nog best groot.
Owen werd met navelstreng en al op mijn buik gelegd. Mocht het me nog een keer overkomen dat ik een vroeggeboorte meemaak, dan zou ik de baby liever niet meteen na de geboorte zien. Ik vond het een traumatische ervaring: ik zag een duidelijk veel te klein kindje dat onder de huidsmeer zat en niet huilde. Ik wist niet of hij leefde. Ik herinner me dat ik ook vroeg of hij wel leefde omdat ik niets hoorde. Maar daar gaven ze geen antwoord op. Later hoorde ik dat ze pas iets mochten zeggen als ze de bevestiging hadden dat alles in orde met hem was.”
In een roes
“Ik mocht ons kindje niet aanraken, hij werd meteen meegenomen. Huig mocht mee. Later vertelde hij dat de artsen Owen in een aparte kamer zuurstof gaven en infusen inbrachten. Ze waren hard bezig om te zorgen dat ons kindje bleef ademen. Owen was veel te klein om dat zelf te kunnen volhouden. Zijn saturatie, het zuurstofgehalte in zijn bloed, schommelde tussen de veertig en zestig procent, terwijl dat meer dan negentig procent hoort te zijn.
Het leek eeuwen te duren voordat Huig terugkwam – in werkelijkheid was dat drie kwartier. In die tijd werd ik gehecht, want ik had twee kleine scheurtjes opgelopen tijdens de bevalling. Ik leefde in een roes waarin geen plaats was voor emoties: ik was niet bang of verdrietig. Toen Huig terugkwam, vertelde hij dat het goed ging met ons kindje en dat we een zoon hadden. Ik wist dat toen nog niet.
Ik ben trouwens blij dat ik zelf niet heb gezien hoe de artsen met Owen bezig waren. Ik weet niet of ik zo rustig had kunnen blijven als Huig. Hij is sowieso die hele periode heel nuchter geweest, het was voor hem niet traumatiserend en hij heeft het goed kunnen verwerken.
Zelf zag ik Owen pas rond drie uur die middag terug. Hij lag in een couveuse op de IC en werd even naar me toe gereden. Ik vond het heftig om te zien hoe hij daar lag, met al die priegeldraadjes. Ik mocht hem nog steeds niet aanraken, het was belangrijk dat hij in een steriele omgeving bleef. Ik was trots op hem dat hij alles had doorstaan, dat hij er nog steeds was, dat hij leefde. Tegelijk dacht ik: hij ziet er zo kwetsbaar uit met al die draadjes en omdat hij zo klein was. Ik werd overspoeld door liefde voor mijn kind, maar ik was ook bang om een band met hem op te bouwen. Want zou het wel goedkomen met hem?”
Meer vertrouwen
“Maar twee dagen later ging het zo goed met Owen dat hij van de beademing af mocht. Huig en ik konden helaas niet langer in het ziekenhuis blijven. Ik vond het lastig om bij ons kind weg te moeten en hem alleen te laten. Die angst dat er iets met hem zou gebeuren en dat wij er niet bij zouden zijn…
Maar we hadden gezien hoe goed de artsen voor hem zorgden en na een gesprek met de neonatoloog kreeg ik er toch meer vertrouwen in. Het ging goed met Owen en als er toch iets was, zouden we het meteen te horen krijgen. Ik kan normaal gesproken best snel emotioneel zijn en ik zat natuurlijk in mijn kraamweek, dus ik voelde me kwetsbaar. Maar na dat gesprek lukte het om de knop om te zetten.
Vanaf dat moment gingen we twee keer per dag bij Owen langs. Twee dagen nadat we het ziekenhuis hadden verlaten, mocht ik met hem buidelen. Dat was indrukwekkend: ik kreeg een mini-mensje in mijn armen en het was zo bijzonder hoe hij daarop reageerde. In de couveuse was Owen steeds onrustig geweest, maar zodra hij ter hoogte van mijn hart werd gelegd, werd hij kalm, alsof hem dat veel deed. Ik vond het ontzettend fijn dat hij het blijkbaar zo fijn vond om mijn hartslag te horen. Hij heeft in totaal bijna elf weken in het ziekenhuis gelegen. Kinderen die prematuur geboren worden, mogen pas rond de uitgerekende datum naar huis.”
Erover praten helpt
“Het is tien maanden geleden dat Owen geboren werd. Of ik nu anders in het leven sta? In zekere zin wel, het heeft het me sterker gemaakt. Ik kropte nog weleens dingen op als ik ergens mee zat en kreeg dan soms last van hyperventilatie. Ik merk nu dat ik mijn grenzen beter aangeef. Als iets nu niet goed voelt, praat ik erover en doe ik er iets mee.
Dat komt denk ik ook door Huig. We hadden al een goede relatie, maar door wat we hebben meegemaakt, is die nog sterker geworden. Na Owens geboorte hebben we veel gepraat over wat we hadden meegemaakt. We hebben zo veel aan elkaar gehad. Huig heeft dat nuchtere, ik dat emotionele, het hielp hem ook als ik die emotionele kant aan hem liet zien. We zijn nog betere gesprekspartners geworden. Het is niet voor niets dat we al zeven jaar samen zijn.
In september van dit jaar gaan we trouwen. Daar zal Owen natuurlijk bij zijn. Want het gaat hartstikke goed met hem. Het is een bul van een kerel geworden, een lekker stevig ventje. Hij doet het goed, is vrolijk en drinkt en slaapt goed. We moeten regelmatig met hem op controle komen en hij ontwikkelt zich normaal. Aan niets merk je dat hij twaalf weken te vroeg geboren is.”
Niet afgeschrikt
“Hoe het komt dat Owen zo vroeg is geboren, is niet helemaal duidelijk. Toen ik zeventien weken zwanger was, heb ik corona gehad, maar de artsen weten nog niet of dat ermee te maken kan hebben. Het is ook mogelijk dat mijn baarmoedermond al iets te veel open stond, Owen al was ingedaald en hij met zijn hoofdje al vrij laag lag. Maar misschien had ik gewoon pech en besloot Owen dat hij er wel klaar voor was. Het heeft me er in ieder geval niet voor afgeschrikt om straks eventueel voor een tweede kind te gaan. Ik zal bij een volgende zwangerschap goed gecontroleerd worden.
Een vroeggeboorte komt vaker voor dan ik dacht. Dat is ook de reden dat ik mijn verhaal wil vertellen. Het lijkt wel alsof er weinig over wordt gepraat en dat vind ik jammer. Ik wil andere moeders en ook vaders laten weten dat een vroeggeboorte ook goed kan gaan, dat het goed kan aflopen. Voor ons was het destijds een angstige gebeurtenis, maar we kijken er met een positief gevoel op terug.”
Tekst: Ella Mae Wester
Foto’s: Mariel Kolmschot
Visagie: Wilma Scholte
Meer persoonlijke verhalen lezen? Neem nu een digitaal abonnement op Vriendin.