Anneke: ‘Al voor de begrafenis drukten mijn zussen de sieraden achterover’
4 december 2023
Drie jaar geleden overleed de moeder van Anneke (40). Wat een eerlijke verdeling van de erfenis had moeten worden, ontaardde in een drama vol leugens en bedrog. “Ik miste mijn moeder, maar huilde ook om wat wij, haar kinderen, elkaar aandeden.”
“Ik weet nog precies wanneer ik merkte dat er iets aan de gang was, al besefte ik dat op dat moment niet. Ik stond in de keuken van mijn ouderlijk huis en huilde. Mijn moeder was een paar uur daarvoor overleden en de begrafenisondernemer was net weg. Ook al was mijn moeder al drie jaar ziek, haar dood kwam toch als een klap. De begrafenis regelen vond ik al een enorme opgave, laat staan dat ik op dat moment bezig was met de erfenis. Terwijl ik een glas water dronk, hoorde ik stemmen in de bijkeuken. Het waren mijn twee oudere zussen, Christa en Janine. Ze stonden duidelijk te smoezen en dachten dat ik hen niet hoorde. Ik ving wat woorden op en begreep dat ze het over mijn moeders sieraden hadden. Omdat de begrafenisondernemer had gezegd dat we moesten bepalen wat we mijn moeder wilden aantrekken, dacht ik dat mijn zussen dat aan het bespreken waren. Vreselijk naïef, bleek achteraf. Wat ze aan het doen waren, had niets te maken met liefde of respect voor mijn moeder, het werd ingegeven door pure hebzucht. Maar daar kwam ik pas later achter.”Strubbelingen
“Ik ben een nakomertje en heb altijd een goede band met mijn moeder gehad. Beter dan die tussen mijn moeder en mijn zussen en broer. Ik scheel acht jaar met Christa, de zus boven mij. Met mijn broer Victor – de oudste – scheel ik zelfs dertien jaar. Ik kon goed met iedereen opschieten, maar zoals in elke familie was het ook bij ons niet alleen rozengeur en maneschijn. Vooral mijn zussen hebben altijd het gevoel gehad dat ik werd voorgetrokken. Als dat gevoel maar diep genoeg zit, ga je overal bewijzen zien. Zo zagen ze het feit dat mijn moeder vaker bij mij langskwam dan bij hen als een duidelijk teken dat ze mij belangrijker vond. Terwijl ze alleen maar vaker langskwam omdat ik toevallig op vijf minuten fietsen woon, en mijn zussen op een half uur rijden. Dat was ook de reden dat mijn moeder op mijn kinderen – nu tien en acht – paste toen ze kleiner waren. Dat vonden mijn zussen ongelooflijk oneerlijk, want zíj hadden toch zeker ook zelf voor kinderopvang moeten zorgen?
Het stomme is dat ik zeker weet dat mijn moeder ook bij hen was gaan oppassen als ze het haar hadden gevraagd, maar dat hebben ze niet gedaan. En toch zagen ze er het bewijs in dat ik een streepje voor had. Het leidde regelmatig tot botsingen tussen mijn moeder en mijn zussen – die altijd als een soort twee-eenheid optreden – en tussen mijn zussen en mij. Er waren zelfs periodes dat mijn zussen mijn moeder niet zagen. Vaak een paar weken, soms maanden, en dan kwam het weer goed. Zelf sprak ik Christa en Janine in die periodes wel, al was er dan altijd spanning. Maar zodra het contact met mijn moeder was hersteld, was die spanning weer uit de lucht en gingen we op de oude voet verder. Ondanks de strubbelingen weet ik zeker dat mijn zussen veel van mijn moeder hielden en dat ze erg verdrietig waren toen ze doodging. Het idee dat we het verdriet konden delen, gaf me in de eerste dagen na de dood van mijn moeder veel kracht. Ik had juist het gevoel dat mijn zussen, mijn broer en ik naar elkaar toe groeiden. Maar toen wist ik nog niet waar zij mee bezig waren. Achteraf realiseer ik me wel dat het vreemd was dat mijn zussen eerst over de sieraden zaten te smoezen, maar dat mijn moeder niet één sieraad droeg toen ze werd begraven. Ik maakte er een opmerking over, vroeg nog of ze niet de mooie oorbellen zou moeten dragen waar ze zo dol op was. Mijn zussen keken me aan alsof ik gek was. Janine zei letterlijk: ‘Die dingen zijn veel geld waard, die laat je toch niet in een graf liggen?’ Dat vond ik hard, maar ik ging er verder niet op in. Later kwam ik erachter dat Janine die mooie oorbellen toen al mee naar huis had genomen. En niet alleen dat, samen met Christa had ze alles wat waarde had al vóór de begrafenis achterovergedrukt.”
Lees ook: Patricia: ‘Ik houd mijn schulden verborgen voor mijn vriend’
Emotionele waarde
“Na de begrafenis kwam er langzaam ruimte in mijn hoofd om aan de erfenis te gaan denken. Vijftien jaar geleden is mijn vader overleden en dat was ook de laatste keer dat ik het met mijn moeder over haar testament heb gehad. Ze wilde er nooit over praten, zei dat alles goed geregeld was en dat we na haar dood naar de notaris moesten gaan. Mijn broer wierp zich op als aanspreekpunt, hij zou alles wel regelen met de notaris. Ik vond dat fijn, ik had helemaal geen puf voor al die formele toestanden. Ik kende mijn broer als een correct iemand en vermoedde geen seconde dat hij zou proberen de boel op te lichten.
Met z’n allen begonnen we ook aan een moeilijke klus: het leeghalen van het huis. Mijn moeder kon niks weggooien, dus alleen het opruimen van de zolder was al drie dagen werk. Samen met mijn man stortte ik me daarop. Daardoor had ik niet door wat mijn broer en zussen aan het doen waren. Ze gingen alle spullen van mijn moeder langs, pakten wat ze wilden hebben en lieten de rest liggen. Wat ze inpikten, legden ze meteen in de auto. Niet alleen dure spullen, zoals de televisie en stereo-installatie, maar ook voorwerpen die een grote emotionele waarde hebben. Mijn moeder had een mooi muziekdoosje waar ik als kind uren naar kon kijken. Toen ik vroeg waar het was en of ik het misschien mocht hebben, deden mijn broer en zussen alsof ze van niks wisten. Terwijl het toen al lang in Christa’s auto lag. Maar vooral de dure spullen hadden hun aandacht. Ik vroeg mijn zussen waar de sieraden waren en of we die onderling zouden kunnen verdelen. Christa zei glashard dat zij en Janine die hadden meegenomen en dat onze moeder mij al genoeg had gegeven. Ik heb nooit iets duurs van haar gekregen, maar mijn zussen waren ervan overtuigd dat mijn moeder mij tijdens haar leven al van alles gaf en dat ik nu niet mee hoefde te delen in de sieraden. Ze gaven er nog een gevoelig randje aan door te zeggen dat die sieraden voor hen een grote emotionele waarde hadden. Dat sloeg nergens op, binnen een maand was alles verkocht. Natuurlijk vertelden ze dat niet aan mij. Mijn neefje – Janines zoon – versprak zich en zo kwam ik erachter. Drie- tot vierduizend euro hebben ze ervoor gekregen, die ze onderling hebben verdeeld. Ik was woest toen ik erachter kwam, maar ik hield mijn mond. Toen nog wel.”
Gerechtigheid
“Ik dacht dat het niet erger kon. Maar helaas bleek dit pas het begin. Mijn broer, die alles met de notaris regelde, bleek zichzelf veel meer toe te eigenen dan eerlijk was. Wat mijn moeder in haar testament had vastgelegd, daar kon hij niet omheen. We kregen allemaal een gelijk deel van haar geld en de opbrengst van het huis zou ook door vieren worden gedeeld. Maar er was ook veel niet vastgelegd: de auto, het kostbare antieke servies, de grote som contant geld die mijn moeder in huis bleek te hebben. In de maanden na haar dood werden de auto en het servies verkocht. Mijn broer beheerde alle opbrengsten, plus de zevenduizend euro in contanten. In totaal ging het om bijna vijftienduizend euro.
Hij maakte ons wijs dat hij aan de notaris kenbaar had gemaakt welke waarde dit alles had en dat de verdeling ervan ook via de notaris ging. De notaris regelde ook dat er een bedrag werd ingehouden dat aan erfbelasting moest worden betaald. Ik heb helemaal geen verstand van dit soort zaken, dus ik geloofde het allemaal. Het bedrag dat ik van mijn broer kreeg, vond ik wel aan de lage kant, maar ik vertrouwde hem. Mijn zussen vertrouwden het echter niet en gingen uitzoeken hoe het zat. Zij ontdekten dat de notaris helemaal niet op de hoogte was en dat er ook geen belasting was betaald, maar dat mijn broer gewoon meer dan de helft van het bedrag in eigen zak had gestoken. Ze haalden verhaal en hij betaalde hun wat meer, waarna ze er niet op doorgingen. Ik kreeg echter niks. Boos belde ik mijn broer. Ik vroeg hem waar hij mee bezig was en of hij soms dacht dat ik dom was. Ik maakte hem uit voor leugenaar en bedrieger. Hij knalde de hoorn erop. Daarop belde ik de notaris en legde alles uit. Hoe vervelend hij het ook voor me vond, hij zei dat hij geen scheidsrechter kon zijn in een familieruzie en dat hij uitsluitend kon toezien op de correcte naleving van het testament. Daarop was niks aan te merken, dat had mijn broer keurig geregeld. Ik liet het hier niet bij zitten en nam een advocaat in de arm. Het ging me niet eens meer om het geld, maar om gerechtigheid. Niet alleen voor mezelf, ook voor mijn moeder. Haar hele leven heeft ze zuinig aan gedaan, heeft ze gespaard en nu ze er niet meer was, graaide mijn broer haar geld met hebberige handen weg. Niet om er iets verstandigs mee te doen, maar om het uit te geven aan een dure auto en een vakantie.
Na het eerste gesprek met de advocaat reed ik huilend naar huis. Het was zo’n puinzooi en mijn moeder was nog maar zes maanden dood. Ik miste haar verschrikkelijk, juist nu had ik haar steun nodig. Ik huilde ook om wat wij, haar kinderen, elkaar aandeden. Waarom konden we niet gewoon op een warme manier met elkaar omgaan, waarom had ik een advocaat nodig om mijn eigen broer ertoe te bewegen eerlijk te zijn? Het kwam niet tot een rechtszaak, een brief van mijn advocaat was genoeg om mijn broer te bewegen mij te geven waar ik recht op had. Maar de prijs die ik ervoor heb betaald, is hoog. Hij neemt het me kwalijk dat ik een advocaat heb ingeschakeld en dat ik hem een bedrieger heb genoemd. Hij wil niks meer met me te maken hebben. Andersom hoef ik hem ook niet meer te zien, nu ik zijn ware aard ken.”
Slaande deuren
“Het bleef me niet lekker zitten dat mijn zussen de sieraden van mijn moeder stiekem hadden verkocht. Daarom belde ik ze om af te spreken. Van tevoren oefende ik wat ik zou gaan zeggen, ik wilde niet dat het uit de hand zou lopen. Maar ik kon het ook niet over mijn kant laten gaan. We spraken af bij Janine. Toen ik binnenkwam, was Christa er al. Ik merkte aan alles dat ze hadden af gesproken wat ze zouden zeggen. Het rustige gesprek dat ik had willen voeren, ontaardde in een schreeuwende ruzie. Waarin ik riep dat zij achterbaks waren en dat ze de sieraden en dus het geld achterover hadden gedrukt. Andersom riepen zij dat ik moest ophouden de underdog uit te hangen. Natuurlijk kwamen we er niet uit, kreeg ik het geld niet en ging ik die avond met slaande deuren weg. Het is bijna twee jaar geleden en sindsdien heb ik mijn zussen niet meer gesproken. Het doet me pijn dat onze familie uit elkaar is gevallen vanwege zoiets stoms als een erfenis. Ik mis mijn zussen en mijn broer. Ik mis een familie. Maar als ik denk aan wat ze allemaal hebben gedaan, komt heel sterk het gevoel op dat ik ze nooit meer wil zien. Wat geld kan doen met mensen die je denkt te kennen, daar ben ik nog steeds verbijsterd over: het brengt het lelijkste in ze aan de oppervlakte. Die les heb ik inmiddels op een harde manier geleerd.”
Tip van de redactie
Else-Marie van den Eerenbeemt schetst in Wie krijgt de gouden armband van moeder?aan de hand van talloze herkenbare voorbeelden de gevolgen van het verdelen van de erfenis voor de familieverhoudingen. Ze geeft een helder inzicht in wat er in deze emotionele periode allemaal bij komt kijken: verloopt de verdeling in harmonie of wordt het ruzie? Klik voor meer informatie op onderstaande button.
Lees ook: Maaike: ‘Een krediet afsluiten was makkelijk, nu heb ik tienduizend euro schuld’
Meer persoonlijke verhalen lezen? Neem nu een abonnement op Vriendin.