Placeholder

Stefanie: ‘Adriana redde vandaag een vogel’

‘Kom je? Ik moet straks ook nog eten koken.’ De vakantie is nog maar net voorbij, of ik heb het alweer druk. Adriana pakt zuchtend haar fiets uit de schuur om met mij mee naar de supermarkt te gaan.

‘Kom je? Ik moet straks ook nog eten koken.’ De vakantie is nog maar net voorbij, of ik heb het alweer druk. Adriana pakt zuchtend haar fiets uit de schuur om met mij mee naar de supermarkt te gaan.

Een half uurtje later fietsen we met volle tassen terug naar huis. Onderweg zien we een mereltje op de stoep zitten. Er loopt een vrouw met een hond voorbij. ‘Die vogel blijft zitten als ik met mijn hond langs loop’, zegt de mevrouw. Adriana en ik stappen van onze fietsen. Mijn dochtertje loopt tot dicht bij het vogeltje. Het beestje fladdert zwakjes, maar komt niet omhoog.

Reddingsactie

‘Zielig,’ zegt Adriana.
‘Misschien moeten we hem naar de vogelopvang brengen’, stel ik voor, hoewel ik daar helemaal geen tijd voor heb.
‘Ik woon hier vlakbij. Ik kan een doosje ophalen en hem naar de opvang brengen’, zegt de mevrouw. Ik bedank haar en wens haar succes, waarna ze verder loopt. Ik ben blij dat zij het op zich genomen heeft. Adriana blijft op haar hurken bij de merel zitten. Ik zie aan haar dat ze niet alleen verdrietig is, omdat de vogel lijdt. Ze wil de vogel redden. Die kans verpest ik, omdat ik eten moet koken.

Dat ik door het vogelvoorval niet op tijd het eten klaar had, zal ze zich niet herinneren. Dat is bijzaak.

Naar de vogelopvang

‘Mevrouw!’ roep ik naar de vrouw met de hond.
‘Wij willen hem wel naar de vogelopvang brengen.’ De vrouw vindt het prima. Adriana kijkt dankbaar op. Dan pakt ze het mereltje voorzichtig van de grond. We zetten de vogel in de boodschappentas en lopen het laatste stukje. Thuis doet Adriana het diertje in een doosje.
‘Wordt hij wel weer beter?’ vraagt ze.
‘Ik hoop het’, zeg ik.
‘Als ze hem beter maken, mag ik hem van de mensen van de vogelopvang misschien wel houden’, bedenkt Adriana.
‘Nee, dan gaat hij weer de natuur in’, leg ik uit.

Nadat we de merel weggebracht hebben, maakt Adriana een tekening van een vogel. Er vallen tranen op het papier.
‘Dat je nu verdrietig bent, betekent dat je veel van dieren houdt’, zeg ik en geef mijn dochtertje een knuffel.

 

Lekker laat eten

Ik bel de vogelopvang op, om naar de merel te informeren. Ik krijg geen exacte diagnose, maar het lijkt goed te gaan met de vogel. Adriana glimlacht, als ik dat aan haar vertel.
‘Jij hebt hem gered’, zeg ik. Dit zal mijn dochter haar hele leven onthouden. Dat ik door het vogelvoorval niet op tijd het eten klaar had, zal ze zich niet herinneren. Dat is bijzaak.

OVER STEFANIE

Stefanie (44) adopteerde de kinderen van haar vriend Dirk: Christianne, Deborah, Faith en Nico. 7 jaar geleden kregen zij samen Adriana. Het gaat niet altijd vlekkeloos, maar het gezin draait al ruim 20 jaar!