Stefanie: Haasje Hop
26 januari 2018
Stefanie zoekt haar knuffel van vroeger. De zoektocht roept herinneringen op.
Stefanie zoekt haar knuffel van vroeger. De zoektocht roept herinneringen op.
‘Vroeger had ik ook zo’n aapje’, zeg ik tegen Adriana als ze niet kan slapen en haar bruine aapje knuffelt.
‘Heb je die nog?’ vraagt mijn dochtertje.
‘Nee, oma had hem al zo vaak genaaid, maar de vulling bleef eruit komen.’
‘Haasje Hop moet ik nog wel hebben’, zeg ik.
‘Hoe ziet hij eruit?’
‘Wit met oranje en hij heeft nog maar één oor.’
‘Och,’ zegt Adriana vertederd. ‘Mag ik hem hebben?’
‘Jawel. Ik kijk straks wel even waar hij is.’ Ik blijf bij Adriana, totdat ze met haar aapje in haar armen in slaap valt.
In de wieg
Mijn moeder had Haasje Hop voor mijn geboorte in het wiegje neergezet. Toen mijn moeder op sterven lag, had ik Haasje Hop opgezocht en voor haar gezicht gehouden. Ze glimlachte. Zou ze nog even aan mijn geboorte hebben gedacht? Kort daarna raakte ze in comateuze toestand. Ik weet niet waar ik Haasje Hop daarna heb gelaten.
Heks
‘Weet jij waar die doos met oude spullen van mij is?’ vraag ik aan Dirk, als ik beneden kom. Dirk haalt een verhuisdoos van de zolder. Er zitten rapporten, tekeningen en boekjes in. Ik zie ook zelfgemaakte moederdagcadeautjes van onze oudste vier kinderen en een verslagschrift dat ik op vakantie had bijgehouden. Daar zit een krantenknipsel in, met een foto van een kruidenvrouwtje, dat zichzelf ‘heks’ noemde. We hebben haar een bezoekje gebracht. Deborah was bang voor die heks. De tweeling was juist geïnteresseerd. Ik lees dat Nico vroeg: ‘Vliegt u ook op een bezem?’ Dat deed ze niet, maar ze gebruikte een bezem om negatieve energie mee weg te vegen. Ik moet er weer om lachen en voel de liefde voor mijn kinderen stromen.
Bewaardoos
Ik heb het fijn gehad met mijn adoptiekinderen, ondanks dat zij niet goed gehecht waren en het contact nu niet met alle vier even goed verloopt. Ik heb voor hen allemaal ook een bewaardoos bijgehouden en vraag me af of ze er nog wel eens in kijken. Voor Adriana heb ik nu al een verzameling herinneringen.
Tastbare waarde
Ik kijk mijn doos na. Haasje Hop zit er niet in.
‘Heb je hem gevonden?’ vraagt Adriana de volgende ochtend.
‘Nee, nog niet.’
‘Als je hem vindt, dan mag ik hem toch hebben?’
‘Ja, dan mag jij hem hebben.’ De waarde van Haasje Hop zit in mijn hoofd. Adriana mag de tastbare waarde hebben. Ik zal nog eens goed naar Haasje Hop zoeken.
Over Stefanie