Canva1 2024 06 10t114453.581

Bo werd ontvoerd door zijn vader

Bo (29) is vier jaar oud als zijn vader hem en zijn broers meeneemt naar Egypte. Hun moeder was dood, kregen ze te horen. Pas veel later ontdekt Bo dat er sprake is van ontvoering en wordt hij zich bewust van de impact die dit op hem heeft gehad. “Het is een ervaring die moeilijk uit te leggen is.”

Hij groeide op in Zweden, waar hij woonde met zijn ouders, tweelingbroer en broer. Toen Bo vier jaar oud was, kwam zijn vader hem samen met zijn broers ophalen van de crèche. Ze gingen op vakantie naar Egypte, vertelde zijn vader. Hun moeder ging niet mee. Bo: “Toen we in Egypte waren, bij familie van mijn vader, miste ik mijn moeder. Dat vertelde ik mijn vader, en ook mijn vaders familie. Maar iedereen negeerde mijn vragen of probeerde mij af te leiden. Toen ik een keer nogmaals aan mijn vader vroeg waar mijn mama was, zei hij met ogen vol vuur: ‘Mama is dood, houd er nu maar over op!’”

Onberekenbaar

Tot die dag waarop zijn vader hem ontvoerde, had Bo een fijne jeugd in Zweden. “Ik herinner me de geur van kaneelbroodjes en het schepsnoep in Ikea. In Zweden gaan kinderen tot hun zesde naar de kinderopvang. Wij gingen vaak het bos in om bessen of paddenstoelen te plukken. Ik weet ook nog dat mijn vader mij een keer uit de schoolbus tilde, omdat het zo hard had gesneeuwd dat ik anders in de sneeuw zou vallen. Mijn vader is onberekenbaar, maar heeft ook een mooie kant. Ik herinner me die tijd als een idyllische periode.” Al was het niet alleen maar mooi, weet Bo. “Toen ik uiteindelijk het dossier in handen kreeg van de Zweedse journalist die zich met onze ontvoering had beziggehouden, kwam één herinnering naar voren. In het dossier zaten gegevens over een melding van huiselijk geweld die onze buren hadden gemaakt, waarna de politie op de stoep stond. Opeens wist ik weer dat ik riep dat mijn moeder hulp nodig had. Achteraf denk ik dat mijn vader en moeder een toxische relatie hadden.”
Van zijn moeder zelf herinnert Bo zich weinig. “Na de ontvoering heb ik me mijn hele jeugd afgevraagd: wie was die vrouw nou eigenlijk? Als je als kind ontvoerd wordt, is dat een ervaring die moeilijk is om uit te leggen. Ik heb bijvoorbeeld lang niet geweten hoe mijn moeder eigenlijk heette. Pas toen ik twaalf was, las ik haar naam voor het eerst op rechtbankpapieren. Nu ik volwassen ben, denk ik: dat was vrij gestoord. Maar ja, het gebeurt dagelijks dat een kind wordt ontvoerd door een ouder. Het is nog een tweede dat je je kind het contact met de andere ouder ontzegt. Ik heb mijn moeder op mijn twintigste voor het eerst weer gesproken. Lang vond ik het moeilijk om het woord ‘ontvoering’ te gebruiken. Ik zei altijd dat mijn vader ons had meegenomen naar Egypte. Maar technisch gezien was het ontvoering. Pas nu ik een boek heb geschreven over wat mij en mijn broertjes is overkomen, besef ik dat ontvoering echt het juiste woord was. Toch blijft het moeilijk om zo naar mijn vader te kijken.”

Verwarrend

Terug naar het moment waarop Bo’s vader vertelde dat zijn moeder dood was. Bo: “Ik was vier en had als klein kind een beperkt besef van wat zoiets betekende. Het was wel duidelijk dat we onze moeder niet meer zouden zien. Ik was weggerukt uit mijn vertrouwde omgeving naar het land van mijn vader, dat ik niet kende. Ik reageerde op dat verdriet door niet te willen eten. Maar het was dubbel: voor mij en mijn broertjes was ons nieuwe leven ook avontuurlijk. We deden soms stoute dingen, zoals uien vanaf het balkon naar beneden gooien. Kinderen zijn flexibel en weerbaar. Maar dat verdrietige gevoel staat me nog altijd bij.”
Na een halfjaar verhuisde Bo met zijn vader en broertjes naar Nederland. In Nederland woonden andere familieleden van zijn vader, die daar ging werken in een pizzeria. “We kregen weer te maken met nieuwe familieleden, die ik niet goed kende. En dan die blonde mensen. Ze leken in niets op de mensen in Egypte, maar wel op de mensen in Zweden. Ik snapte er niets van. Gingen we dan weer naar huis? Niemand beantwoordde mijn vragen.” Bo woonde een jaar in Nederland toen zijn vader ineens met de telefoon naar Bo en zijn broers toe kwam. Ze kwamen net uit school. Bo’s oudere broer was jarig. Ook Bo kreeg de telefoon aan zijn oor. Het was zijn moeder. “Dat was heel verwarrend voor mij. Mijn moeder was toch dood? Maar opeens durfde ik ook te hopen dat we misschien ooit weer samen zouden zijn. Mijn moeder wás er wel. Misschien was het toch niet zo definitief als ik dacht. Tegelijk ging het leven door. Ik ging naar school en kreeg nieuwe vrienden. Dat was nu mijn realiteit. Hoe gek het misschien ook klinkt: de gedachte aan mijn moeder verdween steeds meer naar de achtergrond.”

Mysterie

Na een aantal jaar kreeg Bo’s vader een nieuwe relatie. “Dat rakelde die oude pijn weer op dat onze moeder ons had verlaten, want zo voelde dat voor ons. De meeste kinderen om mij heen hadden een vader en een moeder. Wij niet, en andere kinderen vonden dat maar raar, zeker omdat wij niet wisten waarom dat zo was. Voor ons was het ook een mysterie waarom wij geen moeder hadden. Ik zocht het ook bij mezelf: waren wij dan geen goede kinderen? Misschien verdienden wij het niet om een moeder te hebben, of was het onze schuld dat zij er niet was. We woonden al als enige migrantengezin in een dorpje in Limburg, waar we nogal opvielen. En dat terwijl mijn broers en ik zo graag normaal wilden zijn.”
Toen Bo twaalf jaar oud was, ving hij – weer onverwachts – een glimp op van zijn moeder. “We moesten naar de rechtbank. Volgens mijn vader was dat omdat wij als kinderen geen paspoort konden krijgen zonder dat mijn moeder daarvoor tekende. In de rechtbank was mijn moeder daar opeens, maar er ontstond ruzie en ze werd weggevoerd, omdat het voor ons kinderen niet goed zou zijn als we haar zouden zien. Maar dit was de eerste keer dat ik mijn moeder weer zag. Ik dacht: dus ze bestaat echt. Dat zegt veel over hoe het zat in mijn hoofd. Als kind ben je in zo’n situatie bezig met de verzorgende ouder, mijn vader dus. Ik deed wat mijn vader zei.” Dat ging zover dat Bo en zijn broers een brief schreven naar de rechtbank waarin stond dat ze hun moeder niet wilden zien. “Ja, dat briefje trof ik later aan in ons dossier. Kijk, ouders doen soms verkeerde dingen. Maar het duurt lang voordat een kind zijn ouder daarover bevraagt. Wij wilden dat onze vader van ons hield en dat hij trots was op ons. In die zin herken ik mezelf tot op zekere hoogte in de kinderen van Ruinerwold, die hun vader ook lang bleven verdedigen.”

Noodkreet

Pas toen Bo twintig was, zocht hij zijn moeder op. “Ik was volwassen, onafhankelijk en studeerde in Amsterdam. Ik wilde af van die zeurende vragen over mijn moeder, maar drukte dat tegelijk weg omdat ik het zorgeloze leven van een student wilde leiden.” Ondertussen ging het niet goed met de tweelingbroer van Bo. “Hij leeft helaas niet meer. Hij is uit het leven gestapt. Maar hij was gediagnosticeerd met een mentale stoornis: Tony worstelde met schizofrenie en had last van wanen. Rond mijn twintigste zat hij in een instelling en ging het slecht met hem. Ik zocht contact met mijn moeder, omdat ik hoopte dat zij iets voor hem kon doen. Het was een soort noodkreet.” De ontmoeting met zijn moeder was bizar, vertelt Bo. “Ik ging onaangekondigd langs bij het adres dat ik op rechtbankpapieren had gevonden, en opeens deed ze de deur open en was ze daar. Toen ik haar zag, zag ik hoezeer ik op haar leek.”
Al snel nadat Bo bij zijn moeder binnen was, liet ze hem een artikel zien dat in Zweden over de ontvoering in de krant had gestaan. “Dat was voor het eerst dat er bij mij iets begon te dagen, dat dit allemaal echt was gebeurd, dat ik het niet had verzonnen. Ze vertelde dat ze al die jaren haar best had gedaan om ons te zien, en dat zij eronder had geleden dat dat niet lukte. Voor haar was dit ook niet zomaar iets geweest. Maar ik was hier vooral voor mijn broertje. Ik vond het lastig om het nieuws te brengen dat het slecht met hem ging. Ik vroeg of ze naar Nederland kon komen voor onze verjaardag. Ze had inmiddels een nieuwe partner en ook een nieuw gezin, maar ze kwam. Het voelde hoopvol dat mijn broer en ik samen jarig waren, en dat onze moeder er was. Dat was nog nooit eerder gebeurd.”

Niet makkelijk

Bo: “Dan denk je misschien dat alles vanaf dat moment goed kwam. Maar zo was het niet. Natuurlijk heeft mijn moeder ons gebaard. We hebben een bloedband met haar. Alleen: de band die je met iemand hebt, wordt toch vooral bepaald door wat je samen hebt meegemaakt. Omdat mijn moeder in Zweden woont en een nieuwe man en een nieuw gezin had, kon ik niet zomaar even bij haar langsgaan. We konden dus ook niet makkelijk opnieuw beginnen. Hoe het contact nu met haar is? Dat vind ik een lastige vraag. Ik heb daar lang mee geworsteld. Haar kant van het verhaal stond haaks op dat wat ik had gehoord van de man die tot mijn achttiende voor mij heeft gezorgd. Maar ze is nu op een bepaalde manier een onderdeel van mijn leven. Mijn moeder is geen mysterie meer. Daar ben ik heel blij om.”
En zijn vader? “Hij heeft voor mij gezorgd en is óók een lieve en aimabele man. Mijn vader is geen monster. Maar het is wel een misdaad wat hij heeft gedaan. Voor kinderontvoering kun je de gevangenis in gaan. Technisch gezien had ik mijn vader kunnen aanklagen. Kinderen hebben op papier echt wel rechten. Maar in de praktijk werkt dat anders. Zeker als er meerdere landen bij betrokken zijn. Dat maakt het ingewikkeld. Dat zie je wel aan Insiya, die door haar vader is ontvoerd naar India. Zij is een Nederlands meisje, maar kan niet worden teruggehaald. Dus als ouders kwaad willen, kan dat gewoon. Met mijn boek hoop ik bij ouders het bewustzijn te vergroten wat de gevolgen kunnen zijn als je je kind ontvoert. Dat als ze in een vechtscheiding zitten, ze concluderen dat ze dat hun kind niet moeten aandoen. Kinderontvoering is niet de manier om je relatieproblemen op te lossen. Als ik ook maar één ouder ervan kan weerhouden om dat te doen, was het het waard om dit boek te schrijven.”

Wil je graag het hele verhaal lezen? Klik dan op onderstaande button voor meer informatie over het boek van Bo Hanna.

Baba

Baba

Op zoek naar de waarheid over mijn ontvoering door mijn vader

Tekst: Ella Mae Wester
Foto: Yasmijn Tan

Meer Vriendin? Volg ons op Facebook en Instagram. Je kunt je ook aanmelden voor onze wekelijkse Vriendin nieuwsbrief.

Op zoek naar de waarheid over mijn ontvoering door mijn vader